Samenvatting (Bron) | Het Uwv heeft terecht geconcludeerd dat de arbeidsongeschiktheid van appellante niet duurzaam was als bedoeld in artikel 2:4 van de Wajong 2010, zodat aan een van de cumulatieve voorwaarden niet is voldaan en het Uwv terecht geen aanleiding heeft gezien om voor de toekomst terug te komen van het besluit van 24 december 2014.
Het Uwv heeft zich bij het bestreden besluit terecht op het standpunt gesteld dat bij appellante op haar achttiende verjaardag en op de datum van de aanvraag, geen sprake was van een situatie waarin mogelijkheden tot arbeidsparticipatie duurzaam ontbraken, zodat de aanvraag van 28 april 2015, voor zover die zag op hoofdstuk 1A van de Wajong, terecht is afgewezen. Voldoende medische onderbouwing. |