Uitspraken Sociale Zekerheid

UitgeverSdu
TijdschriftUitspraken Sociale Zekerheid
Datum12-02-2021
Aflevering2
TitelCentrale Raad van Beroep 18-11-2020 (met noot)
CiteertitelUSZ 2021/55
SamenvattingInning van een OV-schuld geen bestuurlijke boete.
Samenvatting (Bron)Betrokkene heeft het oordeel van de rechtbank dat de te late stopzetting van het reisproduct aan haar kan worden toegerekend, welk oordeel overigens door de Raad wordt onderschreven, niet aangevochten. De Raad neemt dat bij de verdere beoordeling dan ook als uitgangspunt. Het systeem rond het recht op het reisproduct en de stopzetting daarvan is sinds de invoering ervan in essentie niet gewijzigd. Op individueel niveau wordt door de Staat kosten gemaakt voor het reisrecht. Nog steeds vertegenwoordigt het reisrecht een waarde in het economisch verkeer, ongeacht of van dat recht gebruik wordt gemaakt, en ook is er nog steeds een rechtstreekse relatie tussen de kostprijs van het reisrecht en de door de Staat aan de OV-bedrijven te betalen vergoeding. De rechtbank heeft bij haar redenering miskend dat de vergoeding niet verschuldigd is voor het feitelijk gebruik van het reisrecht, ook al kan dat gebruik op individueel niveau worden vastgesteld, maar voor het beschikken over het reisproduct, dus de mogelijkheid het reisrecht te gebruiken. Het verweer van betrokkene leidt niet tot een ander oordeel. Uit wat is overwogen volgt dat de OV-schuld geen punitief karakter heeft, is niet van belang of betrokkene nog gebruik heeft gemaakt van het reisrecht nadat het reisproduct had moeten worden stopgezet, zodat de hierop betrekking hebbende hogerberoepsgrond geen bespreking behoeft. De aangevallen uitspraak kan niet in stand blijven. Doende wat de rechtbank zou behoren te doen, zal de Raad het beroep tegen het bestreden besluit ongegrond verklaren. Dat betekent dat de ten laste van betrokkene vastgestelde OV-schuld in stand blijft. Ter voorlichting van betrokkene wordt erop gewezen dat dit ook geldt voor de verhoging daarvan in het besluit van 29 september 2017.
AnnotatorC.W.C.A. Bruggeman
Artikel aanvragenVia Praktizijn
UitspraakECLI:NL:CRVB:2020:3017