Milieu & Recht

UitgeverWolters Kluwer
TijdschriftMilieu & Recht
Datum28-07-2021
Aflevering6
RubriekJurisprudentie
TitelRechtbank Limburg 19-05-2021 (met noot)
CiteertitelM en R 2021/76
SamenvattingExtern salderen; instandhoudings- en passende maatregel of mitigerende maatregel?
Samenvatting (Bron)In geschil is de natuurvergunning voor de uitbreiding van een varkenshouderij. Twee organisaties met een ideëel doel op het gebied van natuurbescherming hebben met name de bij vergunningverlening toegepaste externe saldering aangevochten. Die saldering houdt in dat de toename van stikstofdepositie op omliggende Natura 2000-gebieden wordt weggestreept tegen het wegvallen van mogelijke depositie doordat vergunningen van andere veehouderijen worden ingetrokken. Zij hebben daartoe een beroep gedaan op bepalingen van de Habitatrichtlijn (Hrl). De rechtbank heeft overwogen dat artikel 6, derde lid, van de Hrl, bezien in onderlinge samenhang met de andere onderdelen van die bepaling, er niet aan in de weg staat dat een maatregel die specifiek voor een project wordt getroffen en daarmee onlosmakelijk functioneel is verbonden, en die derhalve achterwege zou blijven als het aangevraagde project niet tot stand komt, is aan te merken als een mogelijke beschermingsmaatregel in het kader van de passende beoordeling mits zodanige maatregel overigens in alle opzichten voldoet aan de strikte voorwaarden die uit die bepaling voortvloeien. De rechtbank is dan ook van oordeel dat geen sprake is van een onduidelijkheid over de uitleg van de Habitatrichtlijn die aanleiding is om préjudiciële vragen te stellen, wat door de eiseressen was voorgesteld. De rechtbank is tevens van oordeel dat verweerder ingevolge artikel 6 van de Hrl niet kan volstaan met de enkele vergelijking van de toename en de afname in het kader van artikel 6, derde lid, van de Hrl, maar zich eveneens moet vergewissen van de staat van instandhouding en instandhoudingsdoelstellingen van de betrokken Natura 2000-gebieden, in hoeverre daarvoor herstel- en verbetervoorstellen gelden, in verband daarmee andere maatregelen (moeten) worden getroffen en wat daarvan het te verwachten resultaat is. De rechtbank acht dit niet strijdig met de uitspraak van de Afdeling van 30 september 2020 waaruit volgt dat reductie van de depositie na toepassing van extern salderen geen voorwaarde is om extern salderen als mitigerende maatregel in een passende beoordeling te betrekken. Ook al is reductie geen voorwaarde, het eindresultaat van de passende beoordeling dient mede in het licht van artikel 6, eerste en tweede lid, van de Hrl te worden bezien en gemotiveerd. Onderhavig geval vergt dan ook een motivering omtrent de stikstofdepositie als gevolg van het oprichten en exploiteren van de betrokken varkenshouderij op de locaties (hexagonen) waarop (met toepassing van AERIUS) een toename is voorzien en berekend in het licht van eventuele noodzakelijke herstel- en verbetervoorstellen, in verband daarmee andere getroffen maatregelen en het resultaat daarvan.
AnnotatorM.M. Kaajan
Artikel aanvragenVia Praktizijn
UitspraakECLI:NL:RBLIM:2021:4127