AB Rechtspraak Bestuursrecht

UitgeverWolters Kluwer
TijdschriftAB Rechtspraak Bestuursrecht
Datum28-09-2021
Aflevering35
RubriekCentrale Raad van Beroep
TitelCentrale Raad van Beroep 14-07-2021 (met noot)
CiteertitelAB 2021/278
SamenvattingLate aanvraag van WIA-uitkering.
Samenvatting (Bron)Uit vaste rechtspraak (bijvoorbeeld de uitspraak van de Raad van 6 december 2017, ECLI:NL:CRVB:2017:4200) volgt dat de omstandigheid dat door tijdsverloop de medische situatie niet meer met zekerheid is vast te stellen, voor risico blijft van degene die (alsnog) de aanvraag doet. Het Uwv wordt gevolgd in zijn standpunt dat de door de rechtbank genoemde omstandigheden er niet toe kunnen leiden dat het bewijsrisico niet langer bij betrokkene maar bij het Uwv komt te liggen. Het Uwv wordt ook gevolgd in zijn standpunt dat uit de voorhanden zijnde medische gegevens niet blijkt dat betrokkene na zijn ziekmelding van 4 augustus 2008 gedurende 104 weken doorlopend arbeidsongeschikt is gebleven. Deze gegevens, in onderling verband bezien, bieden geen aanknopingspunten voor het oordeel van de rechtbank dat niet onaannemelijk is dat betrokkene na zijn ziekmelding van 4 augustus 2008 gedurende 104 weken arbeidsongeschikt is gebleven. Gelet op de overwegingen heeft de rechtbank het bestreden besluit ten onrechte vernietigd. Het hoger beroep van het Uwv slaagt. De aangevallen uitspraak moet worden vernietigd. Doende wat de rechtbank zou behoren te doen zal de Raad het beroep van betrokkene tegen het bestreden besluit ongegrond verklaren.
AnnotatorA.C. Hendriks
Artikel aanvragenVia Praktizijn
UitspraakECLI:NL:CRVB:2021:1720