AB Rechtspraak Bestuursrecht

UitgeverWolters Kluwer
TijdschriftAB Rechtspraak Bestuursrecht
Datum25-05-2022
Aflevering21
RubriekCentrale Raad van Beroep
TitelCentrale Raad van Beroep 17-03-2022 (met noot)
CiteertitelAB 2022/178
SamenvattingUWV mag een verzekerde met een kwetsbare persoonlijkheid niet blijvend een ZW-uitkering weigeren. Het aangaan van een seksuele relatie met een cliënt is verwijtbaar, maar niet in overwegende mate.
Samenvatting (Bron)Benadelingshandeling. ZW. Verminderde verwijtbaarheid. Anders dan de rechtbank en het Uwv wordt geoordeeld dat van de gepleegde benadelingshandeling appellante niet in overwegende mate een verwijt kan worden gemaakt. In dat kader is van belang dat bij appellante sprake is van een kwetsbare persoonlijkheid. Appellante is gediagnosticeerd met een borderline persoonlijkheidsstoornis, PTSS en stemmingsproblematiek. Bij een WIA-beoordeling per 11 december 2013 is appellante vanwege haar psychische problematiek onder andere aangewezen geacht op werk waarin meestal weinig of geen direct contact met patiënten of hulpbehoevenden is vereist (sommige beroepen in de zorg- en hulpverlening). Appellante is desondanks een paar jaar later als assistent ervaringsdeskundige gaan werken met patiënten/hulpbehoevenden. Verder staat in een verslag van 7 maart 2014 van neuropsychologisch onderzoek vermeld dat sprake is van een grote kwetsbaarheid om onder druk niet meer helder te kunnen denken, waarbij concentratieproblemen en vervreemding kunnen optreden, alsook een verlies van grip op de werkelijkheid. Uit de gedingstukken volgt dat appellante in de periode waarin het haar verweten gedrag heeft plaatsgevonden, ernstige psychische problemen had. Anders dan de verzekeringsarts bezwaar en beroep heeft geconcludeerd, wordt op grond van alle feiten en omstandigheden geoordeeld dat appellante van de gepleegde benadelingshandeling niet in overwegende mate een verwijt kan worden gemaakt. Nu in het bestreden besluit tot een andersluidende conclusie is gekomen, voldoet dat besluit niet aan de motiveringseis neergelegd in artikel 7:12, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb).
AnnotatorA.C. Hendriks
Artikel aanvragenVia Praktizijn
UitspraakECLI:NL:CRVB:2022:626