AB Rechtspraak Bestuursrecht

UitgeverWolters Kluwer
TijdschriftAB Rechtspraak Bestuursrecht
Datum12-09-2022
Aflevering33
RubriekCentrale Raad van Beroep
TitelCentrale Raad van Beroep 07-01-2022 (met noot)
CiteertitelAB 2022/265
SamenvattingGeen verschoonbare termijnoverschrijding.
Samenvatting (Bron)Ontvankelijkheid van het bezwaar. Niet in geschil is dat het bezwaarschrift tegen het besluit van 24 februari 2016 niet tijdig is ingediend. In geschil is of de overschrijding door appellant van de termijn voor het indienen van een bezwaarschrift tegen het besluit van 24 februari 2016 verschoonbaar is. In de aangevoerde omstandigheden wordt geen argument gezien de termijnoverschrijding te rechtvaardigen. Schuldige nalatigheid. In geschil is of de Svb terecht heeft vastgesteld dat appellant schuldige nalatig is over de jaren 2003 tot en met 2007. Juiste wettelijke kader over de jaren 2003 tot en met 2005. Wat betreft de jaren 2003 tot en met 2005 zijn de aangevallen uitspraak en het bestreden besluit gebaseerd op een onjuist wettelijk kader, te weten artikel 61 en artikel 62 Wfsv. Dat had moeten zijn artikel 18 en artikel 18a van de WFV. De omstandigheid dat de aangevallen uitspraak is gebaseerd op een onjuist wettelijk kader, brengt niet mee dat de aangevallen uitspraak moet worden vernietigd. Beoordeling van de schuldige nalatigheid over de jaren 2003 tot en met 2007. De Raad is tot de conclusie gekomen dat terecht is vastgesteld dat appellant schuldig nalatig is over jaren van 2003 tot en met 2007. De omstandigheid dat de Svb mogelijk eerder had kunnen reageren op de inschrijving, maakt nog niet dat de Svb het bemoeilijken van de bekendmaking niet aan appellant mocht tegenwerpen, gelet op de lange duur van periode waarin appellant niet in de GBA was ingeschreven. De situatie waar de wetgever het oog op heeft gehad, doet zich hier voor. Appellant heeft de Raad verzocht om op de zitting getuigen te horen. De Raad heeft dit verzoek afgewezen, omdat er onvoldoende aanleiding was de getuigen op te roepen. De aangevallen uitspraak moet worden bevestigd.
AnnotatorR. Ortlep
Artikel aanvragenVia Praktizijn
UitspraakECLI:NL:CRVB:2022:215