Uitgever | Wolters Kluwer |
---|
Tijdschrift | AB Rechtspraak Bestuursrecht |
Datum | 26-09-2022 |
Aflevering | 35 |
Rubriek | Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State |
Titel | Hoge Raad 24-12-2021 (met noot)
|
---|
Citeertitel | AB 2022/281
|
Samenvatting | Naar het oordeel van de Afdeling heeft de rechtbank terecht overwogen dat er geen aanleiding bestaat voor het oordeel dat het college onbevoegd
heeft gehandeld. Artikel 160, eerste lid, onder e, van
de Gemeentewet heeft betrekking op de situatie dat
het college zelf besluit om namens de gemeente, de
raad of zichzelf een rechtsgeding, bezwaarprocedure of administratief-beroepsprocedure te beginnen.
Met het voeren van verweer in dergelijke procedures is hier geen sprake van, zodat hiervoor geen
procesbesluit nodig is. |
Samenvatting (Bron) | Bij besluit van 26 juni 2020 heeft het college van burgemeester en wethouders van Haarlemmermeer [appellant] gelast onder oplegging van een dwangsom de overtreding van artikel 2.1, eerste lid, aanhef en onder a en c, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht op het adres [locatie 1] te Nieuw-Vennep te beƫindigen en beƫindigd te houden. [appellant] is sinds september 2019 eigenaar van het perceel [locatie 1] te Nieuw-Vennep. Het ter plaatse geldende bestemmingsplan "Nieuw-Vennep" kent aan het perceel de bestemming "Wonen" en de functieaanduiding "bedrijf aan huis" toe. Op 29 oktober 2019 heeft een gemeentelijke inspecteur een controle uitgevoerd op het perceel. Hij heeft geconstateerd dat in het op het perceel aanwezige gebouw een woning is gerealiseerd. Dit gebouw betreft een houten schuur die is omgebouwd tot woning. Op 4 november 2019 heeft de inspecteur nogmaals een controle uitgevoerd op het perceel. |
Annotator | J. Wieland
|
Link | Volledige tekst annotatie (Stijladvocaten.nl) |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Uitspraak | ECLI:NL:RVS:2022:1007 |