Uitgever | Wolters Kluwer |
---|
Tijdschrift | Milieu & Recht |
Datum | 20-11-2022 |
Aflevering | 8 Varkens in Nood |
Rubriek | Jurisprudentie |
Titel | Raad van State 01-06-2022 (met noot)
|
---|
Citeertitel | M en R 2022/105
|
Samenvatting | Volgens de Afdeling hoeft in het kader van een project-mer-beoordeling van een uitwerkingsplan over een deel van een nieuwe woningbouwlocatie geen rekenschap te worden gehouden met de milieueffecten van de gehele te ontwikkelen locatie, als voor het moederbestemmingsplan al naar de totale milieueffecten is gekeken. |
Samenvatting (Bron) | Bij besluit van 12 oktober 2021 heeft het college van burgemeester en wethouders van Castricum het uitwerkingsplan "Limmer Linten fase 3a Westerweg-Kapelweg" vastgesteld. Het plan betreft een uitwerking van het bestemmingsplan "Limmen-Zandzoom" van 3 februari 2011. Fase 3a heeft betrekking op een nieuw woongebied in het westen van het gebied Limmen-Zandzoom. Globaal gezien wordt het plangebied begrensd door de agrarische gronden ten zuiden van de Pagenlaan in het noorden, (de woonpercelen aan) de Kapelweg in het oosten, de agrarische gronden en woonpercelen aan het Magnolialint in het zuiden en (de woonpercelen aan) de Westerweg in het westen. Het plan omvat 30 woningen, waarvan 7 sociale woningen. [appellant] en anderen wonen op verschillende locaties in Limmen en kunnen zich niet verenigen met de vaststelling van het uitwerkingsplan. Zij vrezen met name negatieve gevolgen voor de verkeerssituatie in Limmen. |
Annotator | M.A.A. Soppe ,
T. Rotscheid
|
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Uitspraak | ECLI:NL:RVS:2022:1545 |