Rechtspraak Sociale Verzekeringen

UitgeverWolters Kluwer
TijdschriftRechtspraak Sociale Verzekeringen
Datum28-04-2023
Aflevering5
TitelRechtbank Oost-Brabant 28-03-2023 (met noot)
CiteertitelRSV 2023/63
SamenvattingVoorlopige voorziening, Uitleg artikel 1.2, eerste lid, aanhef en onder b, Jeugdwet, Wmo na bereiken 18e jaar behoudens uitzonderingen voorliggend op Jeugdwet.
Samenvatting (Bron)Voorlopige voorziening. Uitleg artikel 1.2, eerste lid, aanhef en onder b, Jeugdwet. Wmo na bereiken 18e jaar behoudens uitzonderingen voorliggend op Jeugdwet Naar voorlopig oordeel van de voorzieningenrechter is de bedoeling van artikel 1.2, eerste lid, aanhef en onder b, van de Jeugdwet niet om voortzetting van de Jeugdwet na het bereiken van het 18e jaar mogelijk te maken ondanks het feit dat ook de Wmo zou kunnen worden toegepast. De bedoeling is juist om te bepalen dat de Wmo niet behoort te worden toegepast op een minderjarige, voor wie ook een voorziening op grond van de Jeugdwet kan worden verstrekt. Deze uitleg is bovendien in overeenstemming met de algemene toelichting op de leeftijdsgrens van 18 jaar voor jeugdzorg, die is opgenomen in paragraaf 3.6 van de Memorie van Toelichting bij de Jeugdwet. Behalve bij jeugdhulp als bedoeld in artikel 2.4, tweede lid, aanhef en onder b, van de Jeugdwet gaat na het bereiken van de leeftijd van 18 jaar de Wmo voor op de Jeugdwet. Die uitzondering is in verzoekers geval niet van toepassing. Een eventueel verschil in niveau of reikwijdte tussen voorzieningen op grond van de Jeugdwet en de Wmo is daarvoor niet van belang. De vraag of een Wmo-voorziening passend is kan worden beoordeeld in het kader van de behandeling van een aanvraag op grond van de Wmo of van een tegen een besluit op die aanvraag aangewend rechtsmiddel.
AnnotatorH.F. van Rooij , C.W.C.A. Bruggeman
Artikel aanvragenVia Praktizijn
UitspraakECLI:NL:RBOBR:2023:1443