ECLI:NL:TADRAMS:2011:YA1865 Raad van Discipline Amsterdam 09-342U

ECLI: ECLI:NL:TADRAMS:2011:YA1865
Datum uitspraak: 27-07-2011
Datum publicatie: 27-07-2011
Zaaknummer(s): 09-342U
Onderwerp:
  • Zorg voor de cliënt, subonderwerp: Financiën
  • Zorg voor de cliënt, subonderwerp: Financiën
Beslissingen: Berisping
Inhoudsindicatie: In de tussenbeslissing d.d. 7 december 2010 is uitsluitend voor klachtonderdeel c de beslissing aangehouden. 09-342U (ljn ya 1224): Eindbeslissing op klachtonderdeel na eerdere tussenbeslissing. Op basis van begrotingsbeslissing van de raad van toezicht stelt de raad vast dat verweerder excessief heeft gedeclareerd. Berisping.  

RAAD VAN DISCIPLINE

in het ressort Amsterdam

BESLISSING d.d. 27 juli 2011

in de zaak 09-342U

___________________________________________________________________________

De raad heeft het volgende overwogen en beslist naar aanleiding van de op 16 december 2009 binnengekomen klacht van:

De heer

klager

tegen:

De heer mr.

verweerder

1. Verloop van de procedure

1.1 De raad heeft  in deze zaak op 7 december  2010 een (tussen)beslissing gegeven.

1.2 In die beslissing heeft de raad (uitsluitend) ter zake van klachtonderdeel c iedere beslissing aangehouden in afwachting van de beslissing in de toen reeds lopende begrotings¬procedure ter zake van de declaraties waarover klachtonderdeel c handelt, en is aan de deken van de orde van advocaten in het arrondissement Utrecht opgedragen om de raad te informeren over de afloop daarvan.

1.3 Bij brief van 18 april 2011, door de raad ontvangen op 19 april 2011, heeft de deken van de orde van advocaten in het arrondissement Utrecht de betreffende begrotingsbeslissing van de raad van toezicht van 14 april 2011 aan de raad en aan partijen toegezonden.

1.4 De raad heeft partijen bij brief van 10 mei 2011 in de gelegenheid gesteld om desgewenst een schriftelijke reactie te geven op de begrotingsbeslissing. Klager heeft de raad bericht bij faxbrief van 20 mei 2011. Verweerder heeft de raad bericht bij faxbrief van 6 juni 2011.

1.5 De raad heeft kennis genomen van:

- de in de (tussen)beslissing van 7 december 2010 genoemde stukken;

- de (tussen)beslissing van 7 december 2010;

- de begrotingsbeslissing van de raad van toezicht van 14 april 2011;

- de fax van klager van 20 mei 2011;

- de fax van verweerder van 6 juni 2011.

2. Klacht

Ter beslissing ligt thans voor klachtonderdeel c) van de oorspronkelijke klacht: verweerder heeft excessief gedeclareerd.

3. Feiten

3.1 Voor de beoordeling van de klacht kan, gelet op de stukken en hetgeen ter zitting is verklaard, in aanvulling op hetgeen is overwogen in de (tussen)beslissing van 7 december 2010, van het volgende worden uitgegaan.

3.2 De raad van toezicht heeft in zijn begrotingsbeslissing de door verweerder gehanteerde uurtarieven in stand gelaten en heeft het volgende overwogen met betrekking tot de aan klager gedeclareerde tijd in drie zaken die verweerder voor klager heeft behandeld:

In de zaak klager/[Bank]:

"Van de totaal aan de diverse werkzaamheden bestede tijd van 93 uur en 12 minuten schrapt de Raad in totaal 22 uur en 51 minuten tegen diverse uurtarieven (zie hiervoor), zodat 70 uur en 21 minuten a € 225,00 per uur resteren."

In de zaak klager/A.:

"Van de totaal aan de diverse werkzaamheden bestede tijd van 12 uur en 48 minuten schrapt de Raad in totaal 4 uur en 44 minuten tegen diverse uurtarieven (zie hiervoor), zodat 8 uur en 4 minuten a € 225,00 per uur resteren."

In de zaak klager/B.:

"Van de totaal aan de diverse werkzaamheden bestede tijd van 3 uur en 54 minuten schrapt de Raad in totaal 2 uur en 24 minuten tegen € 225,00 per uur, zodat 1 uur en 30 minuten a € 225,00 per uur resteren."

4. Beoordeling

4.1 Klager en verweerder hebben in hun brieven van respectievelijk 20 mei 2011 en 6 juni 2011 een aantal kritische opmerkingen over de inhoud van de begrotingsbeslissing naar voren gebracht. De inhoud van die begrotingsbeslissing kan hier echter niet worden beoordeeld, nu daarvoor de weg van de Wet tarieven in burgerlijke zaken zal moeten worden gevolgd. De raad gaat daarom aan de inhoud van die opmerkingen voorbij.

4.2 De raad moet uitsluitend beoordelen of verweerder excessief heeft gedeclareerd. Als uitgangspunt neemt de raad hetgeen in de begrotingsbeslissing is overwogen en beslist.

4.3 Enerzijds zijn de door verweerder gehanteerde uurtarieven in de begroting  in stand gelaten, maar anderzijds is in alle drie de zaken door verweerder beduidend meer tijd in rekening gebracht dan door de Raad van Toezicht in de begroting is vastgesteld. Zo is in de zaak klager/[Bank] 32% meer tijd in rekening gebracht dan begroot (5592 in plaats van 4221 minuten), in de zaak klager/A 59% meer tijd ( 768 in plaats van 484 minuten) en in de zaak  klager/B 160% meer tijd (234 in plaats van 90 minuten) . Op grond van het feit dat verweerder in elk van de begrote zaken 32%, 59% en 160% teveel heeft gedeclareerd ten opzichte van de begrote bedragen komt de raad tot de slotsom dat er inderdaad sprake is van excessief declareren door verweerder in de drie voormelde zaken, zodat de klacht hierover gegrond is.

5. Maatregel

Alle omstandigheden in aanmerking genomen acht de raad het opleggen van na te noemen maatregel passend en geboden.

BESLISSING:

De raad van discipline:

- verklaart klachtonderdeel c gegrond;

- legt aan verweerder op de maatregel van berisping.

Aldus gewezen door mr. D.J. Markx, voorzitter, mrs. A. de Groot, J.M. van de Laar, H.B. de Regt, J.J. Trap, leden, met bijstand van mr. M.J.E. van den Bergh als griffier en uitgesproken op de openbare terechtzitting van 27 juli 2011.

voorzitter             griffier

Deze beslissing is in afschrift op 27 juli 2011 per aangetekende brief verzonden aan:

- klager

- verweerder

- de deken van de orde van advocaten in het arrondissement Utrecht

- de deken van de Nederlandse orde van advocaten

Van deze beslissing kan hoger beroep worden ingesteld bij het Hof van Discipline door:

- verweerder

- de deken van de Nederlandse orde van advocaten

Het beroep moet binnen een termijn van 30 dagen na verzending van de beslissing worden ingesteld door middel van indiening van een beroepschrift, waarin de gronden van het beroep zijn vermeld en van een motivering zijn voorzien. Het beroepschrift moet in zevenvoud wor¬den ingediend tezamen met zes afschriften van de beslissing waarvan beroep.

De eerste dag van de termijn van 30 dagen is de dag volgend op de dag van de verzending van de beslissing. Uiterlijk op de dertigste dag van die termijn moet het beroepschrift dus in het bezit zijn van de griffie van het Hof van Discipline. Verlenging van de termijn van 30 dagen is niet mogelijk.

De appelmemorie kan op de volgende wijzen worden ingediend bij het Hof van Discipline:

a. Per post

Het postadres van de griffie van het Hof van Discipline is: Postbus 132, 4840 AC Prinsenbeek.

b. Bezorging

De griffie is gevestigd aan het adres Markt 44, 4841 AC Prinsenbeek.

Bezorging kan uitsluitend plaatsvinden op de gebruikelijke werkdagen tijdens de gebruikelijke kantooruren.

c. Per fax

Het faxnummer van het Hof van Discipline is: 076 - 548 4608. Tegelijkertijd met de indiening per fax dienen de originele stukken per post te worden toegezonden aan de griffie van het Hof in het vereiste aantal.

d. Telefonische informatie

076 - 548 4607.