ECLI:NL:TADRAMS:2017:4 Raad van Discipline Amsterdam 16-864/A/A 16-865/A/A

ECLI: ECLI:NL:TADRAMS:2017:4
Datum uitspraak: 17-01-2017
Datum publicatie: 24-01-2017
Zaaknummer(s):
  • 16-864/A/A
  • 16-865/A/A
Onderwerp: Wat een behoorlijk advocaat betaamt t.o. de wederpartij, subonderwerp: Berichten aan derden
Beslissingen: Klacht gegrond, zonder maatregel
Inhoudsindicatie: Klacht tegen advocaten wederpartij. Geen strijd met Gedragsregel 15 lid 2, wel met Gedragsregel 19. Klacht gegrond, zonder oplegging van een maatregel.

Beslissing van de Raad van Discipline in het ressort Amsterdam

van 17 januari 2017

in de zaken 16-864/A/A en 16-865/A/A

naar aanleiding van de klacht van:

klager

tegen:

verweerders

1 VERLOOP VAN DE PROCEDURE

1.1 Bij brief van 6 januari 2015 (2016, rvd) heeft klager bij de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Amsterdam een klacht ingediend over verweerders.

1.2 Bij brief aan de raad van 15 september 2016 met kenmerk 4016-0004, door de raad ontvangen op 15 september 2016, heeft de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Amsterdam de klacht ter kennis van de raad gebracht.

1.3 De klacht is behandeld ter zitting van de raad van 6 december 2016 in aanwezigheid van partijen. Van de behandeling is proces-verbaal opgemaakt.

1.4 De raad heeft kennis genomen van de in § 1.2 bedoelde brief van de deken aan de raad en van de stukken 1 tot en met 22 van de bij die brief gevoegde inventarislijst.

2 FEITEN

Voor de beoordeling van de klacht wordt, gelet op de stukken en hetgeen ter zitting is verklaard, van de volgende feiten uitgegaan.

2.1 Partijen hebben ten behoeve van hun wederzijdse cliënten geprocedeerd voor de rechtbank Zeeland-West-Brabant, afdeling kanton. De procedure zag op de beëindiging van een arbeidsovereenkomst. Klager trad op voor de werkgever en verweerders traden op voor de werknemer, voormalig directeur van de werkgever.

2.2 Het door verweerders namens hun cliënt op 6 november 2015 ingediende verzoekschrift met producties bevatte een verzoek tot het treffen van voorlopige voorzieningen en een aantal verzoeken in de bodemprocedure. Het door klager namens zijn cliënte op 4 december 2015 ingediende verweerschrift met producties bevatte een voorwaardelijk tegenverzoek in de bodemprocedure.

2.3 Op 14 december 2015 heeft de mondelinge behandeling van zowel het verzoek tot het treffen van voorlopige voorzieningen als de bodemprocedure plaatsgevonden. De kantonrechter heeft het verzoek tot het treffen van voorlopige voorzieningen ter zitting afgewezen. In de door de griffier gemaakte aantekeningen van de zitting staat met betrekking tot de bodemprocedure, voor zover relevant:

“ktr: (…)

uitspraak in de bodem 11-1

2.4 Bij e-mail van 23 december 2015 hebben verweerders klager onder meer geschreven:

“Cliënt acht de uitspraak in de voorlopige voorziening bijzonder betreurenswaardig. (…) Cliënt heeft ondergetekende aldus geïnstrueerd om over te gaan tot het nemen van een akte tot het aanbieden van bewijs door middel van het horen onder ede van verschillende getuigen. Eveneens heeft cliënt mij bericht dat hij een akte wijziging van eis wenst te nemen waarin hij (alvast) betaling van zijn pro rata bonus (…) vordert.

(…)

Ik vermoed dat cliënt bereid is om akkoord te gaan met een minnelijke regeling waarin partijen elkaar over en weer finale kwijting verlenen (…)

Mogelijk dat wanneer dit voorstel op korte termijn vastgelegd wordt in een vaststellingsovereenkomst, partijen spoedig hun vizier weer op de toekomst kunnen richten. Graag verneem ik uw reactie.”

2.5 Klager heeft verweerders hierop meegedeeld dat zijn cliënte het standpunt van de cliënt van verweerders niet deelt en dat zijn cliënte de beschikking van 11 januari 2016 afwacht.

2.6 Op 31 december 2015 hebben verweerders een ‘verzoekschrift tot wijziging/vermeerdering verzoek ex art. 283 Rv jo art. 130 Rv’ bij de rechtbank ingediend. Daarin is het op 6 november 2015 ingediende verzoek gewijzigd in die zin dat hun cliënt naast de oorspronkelijke verzoeken ook verzoekt om betaling van zijn bonus alsmede de contractuele vergoeding en een billijke vergoeding.

2.7 Bij e-mail van 31 december 2015 heeft klager verweerders, onder verwijzing naar Gedragsregel 15 lid 2, verzocht het op 31 december 2015 ingediende verzoekschrift in te trekken. Verweerders hebben aan dit verzoek geen gehoor gegeven.

2.8 Bij brief van 31 december 2015 heeft klager de kantonrechter verzocht het door verweerders op 31 december 2015 ingediende verzoekschrift buiten beschouwing te laten.

2.9 Bij beschikking van 11 januari 2016 heeft de kantonrechter het verzoek van de werknemer tot wijziging en vermeerdering van zijn verzoeken afgewezen omdat de behandeling van de zaak na afloop van de mondelinge behandeling van 14 december 2015 gesloten was en de zaak in staat van wijzen was.

3 KLACHT

3.1 De klacht houdt, zakelijk weergegeven, in dat verweerders tuchtrechtelijk verwijtbaar hebben gehandeld als bedoeld in artikel 46 Advocatenwet door zonder toestemming van klager op 31 december 2015 een aanvullend verzoekschrift bij de rechtbank in te dienen, terwijl de zaak al in staat van wijzen verkeerde.

4 VERWEER

4.1 Verweerders voeren primair aan dat geen sprake is van schending van Gedragsregel 15 lid 2, omdat de zaak nog niet in staat van wijzen verkeerde. Subsidiair voeren verweerders aan dat, indien de zaak wel in staat van wijzen verkeerde, zij daarvan niet op de hoogte konden zijn. Meer subsidiair voeren verweerders aan dat, als de zaak in staat van wijzen verkeerde en zij daarvan op de hoogte hadden moeten zijn, dit niet betekent dat zij geen nader verzoekschrift mochten indienen. Uiterst subsidiair voeren verweerders aan dat zij nimmer het oogmerk hebben gehad om klachtwaardig te handelen.

5 BEOORDELING

5.1 Ingevolge Gedragsregel 15 lid 2 is het de advocaat, nadat om een uitspraak is gevraagd, niet geoorloofd zich zonder toestemming van de wederpartij tot de rechter te wenden. Volgens de geldende jurisprudentie kunnen bijzondere omstandigheden een uitzondering op voormelde regel rechtvaardigen.

5.2 Partijen verschillen allereerst van mening over de vraag of de bodemzaak op 31 december 2015 reeds in staat van wijzen verkeerde. Beide partijen hebben een andere herinnering aan hetgeen de kantonrechter hierover aan het einde van de mondelinge behandeling op 14 december 2015 heeft gezegd.

5.3 De raad overweegt dat zowel uit de handgeschreven aantekeningen van de griffier (zie hiervoor, 2.3) als uit de beschikking van de kantonrechter (zie hiervoor, 2.9) volgt dat de bodemzaak op 31 december 2015 reeds in staat van wijzen verkeerde. De raad zal daar in het navolgende dan ook vanuit gaan.

5.4 Ingevolge artikel 283 Rv is de verzoeker, zolang de rechter nog geen eindbeschikking heeft gegeven, bevoegd het verzoek of de gronden daarvan te verminderen, dan wel schriftelijk te veranderen of te vermeerderen. In het geval van verandering of vermeerdering is artikel 130 Rv van overeenkomstige toepassing.

5.5 Ingevolge artikel 130 Rv is de eiser, zolang de rechter nog geen eindvonnis heeft gewezen, bevoegd zijn eis of de gronden daarvan schriftelijk, bij conclusie of akte ter rolle, te veranderen of te vermeerderen. De gedaagde is bevoegd hiertegen bezwaar te maken, op grond dat de verandering of vermeerdering in strijd is met de eisen van een goede procesorde. De rechter beslist, partijen gehoord, zo spoedig mogelijk. De rechter kan op dezelfde grond ook ambtshalve een verandering of vermeerdering van eis buiten beschouwing laten.

5.6 De raad is van oordeel dat Gedragsregel 15 lid 2 er in dit geval niet aan in de weg staat dat verweerders gebruik hebben gemaakt van de in artikel 283 Rv geboden mogelijkheid het verzoek te veranderen of te vermeerderen. Het op 31 december 2015 bij de rechtbank ingediende verzoekschrift strekt niet tot heropening van het inhoudelijk debat, maar louter tot vermeerdering van het verzoek met geheel nieuwe vorderingen. Niet is gebleken dat de cliënte van klager hierdoor in haar belangen is geschaad. Daarbij wordt in aanmerking genomen dat klager de gelegenheid heeft gehad om namens zijn cliënte bezwaar te maken tegen de vermeerdering van het verzoek, hetgeen hij ook heeft gedaan, en dat het verzoekschrift uiteindelijk door de kantonrechter buiten beschouwing is gelaten en ook niet heeft geleid tot vertraging in het wijzen van de beschikking.

5.7 Wel hebben verweerders in strijd gehandeld met Gedragsregel 19 door klager niet vooraf van hun voornemen tot het indienen van het verzoekschrift in kennis te stellen. In Gedragsregel 19 is immers bepaald dat de advocaat, alvorens hij overgaat tot het nemen van rechtsmaatregelen, verplicht is de advocaat van de wederpartij van zijn voornemen kennis te geven. Juist omdat het hier ging om nieuwe verzoeken die nog niet eerder onderwerp van debat tussen partijen waren geweest, had dit op de weg van verweerders gelegen. De klacht is in zoverre dan ook gegrond.

6 MAATREGEL

6.1 Gelet op de aard en de ernst van de overtreding acht de raad termen aanwezig af te zien van de oplegging van een maatregel. De raad neemt hierbij in aanmerking dat verweerders ter zitting hebben verklaard in het vervolg anders te zullen handelen.

7 GRIFFIERECHT EN KOSTENVEROORDELING

7.1 Aangezien de klacht gegrond is verklaard, moeten verweerders het door klager betaalde griffierecht aan hem vergoeden.

BESLISSING

De raad van discipline:

- verklaart de klacht gegrond;

- bepaalt dat geen maatregel wordt opgelegd;

- veroordeelt verweerders tot betaling van het griffierecht van EUR 50,00 aan klager.

Aldus beslist door mr. C.L.J.M. de Waal, voorzitter, mrs. S. van Andel en K. Straathof, leden, bijgestaan door mr. S. van Excel als griffier en uitgesproken ter openbare zitting van 17 januari 2017.

Griffier Voorzitter

mededelingen van de griffier ter informatie:

verzending

Deze beslissing is in afschrift op 17 januari 2017

verzonden aan:

- klager

- verweerders

- de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Amsterdam

- de deken van de Nederlandse Orde van Advocaten

- de secretaris van de Nederlandse Orde van Advocaten

- het College van Toezicht van de Nederlandse Orde van Advocaten

rechtsmiddel

Van deze beslissing staat hoger beroep bij het Hof van Discipline open voor:

- verweerders

- de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Amsterdam     

- de deken van de Nederlandse Orde van Advocaten.

Het hoger beroep moet binnen een termijn van 30 dagen na verzending van de beslissing worden ingesteld door middel van indiening van een beroepschrift, waarin de gronden van het beroep zijn vermeld en van een motivering zijn voorzien. Het beroepschrift moet in zevenvoud worden ingediend tezamen met zes afschriften van de beslissing waarvan beroep.

De eerste dag van de termijn van 30 dagen is de dag volgend op de dag van de verzending van de beslissing. Uiterlijk op de dertigste dag van die termijn moet het beroepschrift dus in het bezit zijn van de griffie van het Hof van Discipline. Verlenging van de termijn van 30 dagen is niet mogelijk.

Het beroepschrift kan op de volgende wijzen worden ingediend bij het Hof van Discipline:

a. Per post

Het postadres van de griffie van het Hof van Discipline is:

Postbus 85452, 2508 CD Den Haag

b. Bezorging

De griffie is gevestigd aan het adres:

Kneuterdijk 1, 2514 EM Den Haag

Teneinde er zeker van te zijn dat voor de ontvangst getekend kan worden of dat pakketten die niet in een reguliere brievenbus besteld kunnen worden, afgegeven kunnen worden dient u telefonisch contact op te nemen met de griffie van het hof via telefoonnummer 088-2053777.

c. Per fax

Het faxnummer van het Hof van Discipline is 088-2053701

Tegelijkertijd met de indiening per fax dient het beroepschrift tezamen met de beslissing waarvan beroep in het vereiste aantal per post, voorzien van een originele handtekening, te worden toegezonden aan de griffie van het hof.

d. Per e-mail

Het e-mailadres van het Hof van Discipline is: griffie@hofvandiscipline.nl.

Tegelijkertijd  met de indiening per e-mail dient het beroepschrift tezamen met de beslissing waarvan beroep in het vereiste aantal per post, voorzien van een originele handtekening, te worden toegezonden aan de griffie van het hof.

Informatie ook op www.hofvandiscipline.nl