ECLI:NL:TAHVD:2013:32 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 6355

ECLI: ECLI:NL:TAHVD:2013:32
Datum uitspraak: 01-02-2013
Datum publicatie: 09-01-2014
Zaaknummer(s): 6355
Onderwerp:
  • Zorg voor de cliënt, subonderwerp: Kwaliteit van de dienstverlening
  • Zorg voor de cliënt, subonderwerp: Kwaliteit van de dienstverlening
  • Zorg voor de cliënt, subonderwerp: Financiën
Beslissingen:
Inhoudsindicatie: Bekrachtiging uitspraak raad voer niet adequate dienstverlening en te veel uren in rekening brengen. Ongegrond.  

Beslissing van 1 februari 2013

in de zaak 6355

naar aanleiding van het hoger beroep van:

klaagster

tegen:

verweerster

1 HET GEDING IN EERSTE AANLEG

Het hof verwijst naar de beslissing van de Raad van Discipline in het ressort Amsterdam (verder: de raad) van 25 januari 2012, onder nummer 11-131A, aan partijen toegezonden op 25 januari 2012, waarbij van een klacht van klaagster tegen verweerster klachtonderdeel c niet-ontvankelijk is verklaard en de klachtonderdelen a en b ongegrond zijn verklaard.

2 HET GEDING IN HOGER BEROEP

2.1 De memorie waarbij klaagster van deze beslissing in hoger beroep is gekomen, is op 23 februari 2012 ter griffie van het hof ontvangen.

2.2 Het hof heeft voorts kennis genomen van:

- de stukken van de eerste aanleg;

- de antwoordmemorie van verweerster;

- de brief van klaagster aan het hof van 29 mei 2012.

2.3 Het hof heeft de zaak mondeling behandeld ter openbare zitting van 30 november 2012, waar klaagster, samen met haar zus, en verweerster zijn verschenen

3 KLACHT

3.1 De klacht houdt, zakelijk weergegeven, in dat verweerster tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld als bedoeld in artikel 46 Advocatenwet doordat zij:

a) Na het eerste gesprek in maart 2010 pas op 5 oktober 2010 duidelijkheid heeft geschapen over de vraag of zij klaagster kon bijstaan in een zaak tegen X.;

b) Klaagster niet op de hoogte heeft gehouden van het gevoerde overleg met de woningbouwvereniging om de cv-installatie te laten controleren;

c) Ten onrechte uren in rekening heeft gebracht.

4 FEITEN

 In overweging 2. heeft de raad vastgesteld van welke feiten in deze procedure wordt uitgegaan. De door de raad vastgestelde feiten, welke niet zijn betwist, vormen ook in hoger beroep het uitgangspunt.

5 BEOORDELING

5.1 De raad heeft in de overwegingen 5.1 tot en met 5.6 gemotiveerd uiteengezet dat de in deze procedure aangevoerde feiten de aangevoerde klachten niet onderbouwen. Het onderzoek in hoger beroep heeft niet geleid tot andere overwegingen en conclusies dan door de raad in zijn  beslissing weergegeven. Dit betekent dat het hof met de raad van oordeel is dat uit de door klaagster aangevoerde feiten en stellingen - voor zover  deze  zijn komen vast te staan - niet kan worden afgeleid dat verweerster te kort geschoten in haar rechtsbijstandverlening jegens X. en de cv kwestie. Voorts heeft de raad terecht vastgesteld dat wat er zij van het door klaagster gestelde over te veel uren in rekening brengen, dit een kwestie is waarin zij geen belanghebbende is, aangezien op basis van een toevoeging de werkzaamheden zijn verricht.  Het hof neemt daarom deze beslissing over.

5.2 De grieven van klaagster tegen de beslissing van de raad worden verworpen. De beslissing van de raad dient te worden bekrachtigd.

 BESLISSING

Het Hof van Discipline:

bekrachtigt de beslissing van de Raad van Discipline in het ressort Amsterdam van 25 januari 2012, gewezen onder nummer 11-131A.

Aldus gewezen door mr. J.C. van Dijk, voorzitter, mrs. J.P. Balkema, S.A Boele, H.J. de Groot en M.J. Italianer, leden, in tegenwoordigheid van mr. I.F. Schouwink, griffier, en in het openbaar uitgesproken op 1 februari 2013.