Samenvatting | HR 4 december 2009, RF 2010, 24.
Na de eerdere welbekende arresten 'Rabobank / Everaars' (HR 23 mei 1997, JOR 1997/84), 'Van de Klundert / Rabobank' (HR 26 juni 1998, JOR 1998/147) en 'Rabobank/Kouwenberg' (HR 11 juli 2003/1999) heeft de Hoge Raad opnieuw een arrest gewezen waarbij het handelen van de bank bij margintekorten en de daarmee verband houdende schadevergoedingsplicht aan de orde is. In dit arrest heeft een bank tijdens perioden van dekkingstekorten (waaronder margintekorten) toch een aantal transacties uitgevoerd althans een aantal posities niet tijdig gesloten. De belegger heeft de bank aansprakelijk gesteld voor de geleden koersverliezen. De Hoge Raad oordeelt dat niet elk (koers)verlies van de belegger, door de bank vergoed hoeft te worden bij het niet nakomen van de marginverplichtingen. Ditmaal komt de Hoge Raad echter niet via de weg van de 'eigen schuld' tot dit oordeel, maar wordt de route van de relativiteit en het causaal verband bewandeld. |