Titel | Raad van State, 04-05-2010, 200907818/1/H3 |
---|---|
Citeertitel | AB 2010/231 |
Samenvatting | Openbaarheid van bestuur. Onderscheid tussen milieu-informatie die betrekking heeft op emissie in het milieu en overige milieu-informatie. Gegevens in direct of indirect verband met uitstoot. Teurgkomen op eerdere uitspraak afdeling. |
Samenvatting (Bron) | Bij besluit van 8 november 2007 heeft DCMR een verzoek van SNM om openbaarmaking van informatie gedeeltelijk afgewezen. |
Pagina | 1291-1295 |
Uitspraak | ECLI:NL:RVS:2010:BM3265 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Titel | Raad van State, 27-04-2010, 201003392/1/H3 en 201003392/2/H3 |
---|---|
Citeertitel | AB 2010/232 |
Samenvatting | Persoonsgebonden gedoogbeslissing. Rechtsopvolging onder bijzondere titel. |
Samenvatting (Bron) | Bij besluit van 1 september 2009 heeft het college [appellant] gelast om diens aan de Suderseewei te Makkum liggende woonschip te verwijderen uit het openbaar water van de gemeente. |
Pagina | 1295-1299 |
Uitspraak | ECLI:NL:RVS:2010:BM3231 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Titel | Raad van State, 30-06-2010, 200908997/1/H3 |
---|---|
Citeertitel | AB 2010/233 |
Samenvatting | Zaaksgebonden gedoogbeslissingen; rechtsopvolging onder bijzondere titel; zaaksgebonden vergunning. |
Samenvatting (Bron) | Bij besluit van 8 november 2005 heeft het college geweigerd om handhavend op te treden ten aanzien van reeds gemaakte uitwegen ten behoeve van de percelen [locaties] in [plaats], gemeente Midden-Delfland. |
Pagina | 1299-1301 |
Uitspraak | ECLI:NL:RVS:2010:BM9684 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Titel | Centrale Raad van Beroep, 14-04-2010, 08/5571 WIA + 08/5572 WIA |
---|---|
Citeertitel | AB 2010/234 |
Samenvatting | Besluitkarakter van de mededeling dat de WIA-aanvraag te laat is ingediend. Loonsanctie wegens onvoldoende re-integratie-inspanningen. |
Samenvatting (Bron) | Loonsanctie. Bij brief van 21 februari 2007 heeft het Uwv het tijdvak, waarin de werkneemster jegens de werkgeefster recht heeft op loon tijdens ziekte verlengd met 26 weken, omdat de aanvraag uiterlijk op 8 augustus 2006 had moeten worden ingediend. De brief van 21 februari 2007 is op rechtsgevolg gericht en dient mitsdien te worden aangemerkt als een besluit in de zin van artikel 1:3, eerste lid, van de Awb. De verlenging van de loondoorbetaling ingevolge artikel 7:629, elfde lid, van het BW kan niet als punitief van aard worden beschouwd. Het beweerdelijk verzonden aanvraagformulier noch de bedoelde gespreksnotitie bevinden zich in het dossier of zijn overgelegd. Ook anderszins is de Raad niet gebleken dat het Uwv voor 7 februari 2007 een aanvraag heeft ontvangen met betrekking tot de arbeidsongeschiktheid die per 10 november 2004 is aangevangen. De Raad concludeert dat het tijdvak van 104 weken terecht is verlengd met 26 weken vanwege de vertraging bij de indiening van de WIA-aanvraag. Kon in redelijkheid niet van de werkgever worden gevergd dat hij financiƫle middelen ter beschikking stelt voor re-integratietrajecten waarvan op voorhand duidelijk is dat ze niet tot het beoogde resultaat van aanzienlijke mate van benutting van de restcapaciteit zullen leiden? In de uitspraak van 18 november 2009 (LJN BK3708) is onder meer overwogen dat het aan de werkgever is een keuze te maken ten aanzien van concrete re-integratieactiviteiten en daarmee gepaard gaande kosten. In lijn hiermee ligt het naar het oordeel van de Raad op de weg van de werkgeefster om aannemelijk te maken dat met de re-integratie zodanige kosten zijn gemoeid dat deze in geen verhouding staan tot de kosten van loondoorbetaling. Niet van belang is dat het Uwv niet om een onderbouwing van haar stelling terzake heeft gevraagd. De Raad constateert dat de werkgeefster de hoogte van de genoemde kosten niet heeft onderbouwd en dat de omvang van eventuele re-integratiekosten in maart 2006 nog niet bekend waren. Niet kan worden gezegd dat van de werkgeefster in redelijkheid niet meer inspanningen konden worden verlangd dan zij heeft verricht. |
Pagina | 1301-1307 |
Uitspraak | ECLI:NL:CRVB:2010:BM1194 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Titel | College van Beroep voor het bedrijfsleven, 07-07-2010, AWB 08/926 |
---|---|
Citeertitel | AB 2010/235 |
Samenvatting | Bestuurlijke boete. Verbod van reformatio in peius. Rechtsverwerking. Bewijs. Onschuldpresumptie. Toerekening. Redelijke termijn. Versnelde sanctieprocedure in het kader van de bouwfraude in niet in strijd met art. 6 EVRM of anderszins met wettelijke voorschriften of algemene rechtsbeginselen. |
Samenvatting (Bron) | Mededingingswet |
Pagina | 1307-1340 |
Uitspraak | ECLI:NL:CBB:2010:BN0540 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |