Titel | De vergunning van rechtswege en standaardvoorschriften. Enkele beschouwingen over art. 4:20e Awb |
---|---|
Citeertitel | Gst. 2010, 107 |
Samenvatting | De vergunning van rechtswege, ook wel fictieve vergunning of silencio positivo genoemd, staat op dit moment volop in de belangstelling. Voor velen is deze figuur bekend uit ruimtelijk bestuursrecht. Inmiddels wordt op veel bredere schaal gebruik gemaakt van de vergunning van rechtswege, of wordt deze binnen niet al te lange tijd ingevoerd. Zowel de Dienstenwet als de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (hierna: Wabo) kennen een dergelijke wijze van vergunningverlening. Ook op grond van het Kabinetsplan aanpak administratieve lasten (zie onder meer Kamerstukken 32 454) zal de vergunning van rechtswege ten aanzien van diverse vergunningsstelsel worden ingevoerd. Invoering van de Dienstenwet heeft inmiddels geleid tot een algemene regeling in de Algemene wet bestuursrecht (hierna: Awb). |
Auteur(s) | B. de Kam |
Pagina | 545-553 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Titel | De totstandkoming van een door de gemeenteraad af te geven verklaring van geen bedenkingen: een bedenkelijk en schier eindeloos traject... |
---|---|
Citeertitel | Gst. 2010, 108 |
Samenvatting | Op 1 oktober 2010 trad de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) in werking. Hoewel het college van burgemeester en wethouders in de regel bevoegd gezag is, moet de rol van de gemeenteraad niet worden onderschat. In deze bijdrage wordt vanuit een algemeen Wabo-perspectief belicht, welke rol de gemeenteraad speelt c.q. kan spelen bij het verlenen van een omgevingsvergunning, hoe deze rol zich verhoudt tot de wettelijke beslistermijn ingevolge de Wabo, en welke (onbedoelde?) processuele verwikkelingen zich hierin kunnen voordoen. Bevoegd gezag of niet, de rol van de gemeenteraad bij het al dan niet verlenen van een omgevingsvergunning voor een activiteit die in strijd is met het bestemmingsplan doet bijna vermoeden dat het college het gezag is dat onbevoegd is. Hieronder wordt dit belicht, aan de hand van de van toepassing zijnde Wabo-bepalingen, maar, noodzakelijkerwijs, ook vanuit een dualistisch perspectief. Noodzakelijkerwijs, aangezien gemeenteraden vanaf 7 maart 2002 functioneren in een dualistische bestuursstructuur en bijbehorende bestuurscultuur. |
Auteur(s) | O. Schuwer |
Pagina | 554-559 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Titel | Hoge Raad, 26-10-2010, 08/01679 |
---|---|
Citeertitel | Gst. 2010, 109 |
Samenvatting | Schending geheimhoudingsplicht, geheimhouding op grond van ambt of wettelijk voorschrift, vertrouwelijk of geheim; cassatie. |
Samenvatting (Bron) | Vervolging van gemeenteraadslid van Tilburg. Conclusie AG over art. 272 Sr, o.m. over geheimhouding en vertrouwelijkheid. HR: 81 RO. |
Annotator | S.A.J. Munneke |
Pagina | 560-564 |
Uitspraak | ECLI:NL:HR:2010:BM2422 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Titel | Rechtbank Utrecht, 25-05-2010, SBR 10/1255 en SBR 10/1256 |
---|---|
Citeertitel | Gst. 2010, 110 |
Samenvatting | Last onder dwangsom. Invorderingsbeschikking. Overgangsrecht vierde tranche Awb. Formele rechtskracht. Bijzondere omstandigheden om geheel of gedeeltelijk van invordering verbeurde dwangsommen af te zien. Finale geschilbeslechting. |
Samenvatting (Bron) | Vovo en bodemprocedure. Handhaving. Opgelegde en verbeurde dwangsom. Invorderingsbeschikking ex artikel 5:37 Awb. Bijzondere omstandigheden voor matiging. Finale geschilbeslechting. Zelf voorzien. |
Annotator | R.D. Boesveld |
Pagina | 565-570 |
Uitspraak | ECLI:NL:RBUTR:2010:BM5649 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Titel | Rechtbank Assen, 08-07-2010, 09/601 |
---|---|
Citeertitel | Gst. 2010, 111 |
Samenvatting | Mandaat aan niet-ondergeschikte. Mandaat tussen organen en ambtenaren van verschillende bestuurslagen. Mandatering beslissing op bezwaar. |
Samenvatting (Bron) | De grondslag voor de delegatie van de aan de orde zijnde bevoegdheid van de Minister aan gedeputeerde staten van de provincie Drenthe wordt geboden door artikel 93 van de WILG. Artikel 93 van de WILG verplicht de Minister niet tot delegatie; de Minister had er voor kunnen kiezen niet tot delegatie aan gedeputeerde staten over te gaan. Onderhavige delegatie is evenmin in strijd met artikel 10:18 van de Awb, daar de Minister de RILG, en daarmee dus het delegatiebesluit, te allen tijde kan intrekken. Op grond van artikel 10:4 van de Awb is het toegestaan mandaat te verlenen aan een gemandateerde die niet werkzaam is onder verantwoordelijkheid van de mandaatgever. De ABRvS heeft in de uitspraak van 14 mei 1998 aangegeven dat mandaatverlening tussen verschillende bestuurslagen, waarbij in beginsel het stelsel van politieke verantwoordelijkheid zoals dat is gekend binnen het Nederlandse staatsbestel wordt doorbroken, slechts bij uitzondering toelaatbaar wordt geacht. Naar het oordeel van de rechtbank doet zich in onderhavig geval een dergelijke uitzondering voor. |
Annotator | R.J.M.H. de Greef |
Pagina | 570-575 |
Uitspraak | ECLI:NL:RBASS:2010:BN0704 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |