Bedrijfsjuridische Berichten

Uitgever Wolters Kluwer
Tijdschrift Bedrijfsjuridische Berichten
Datum 22-06-2011
Aflevering 12
RubriekAansprakelijkheidsrecht
TitelHoge Raad, 07-01-2011, 09/02232
CiteertitelBb 2011, 25
SamenvattingYukos, exequatur, en kort geding.
Samenvatting (Bron)IPR/burgerlijk procesrecht. Verhouding tussen bodemprocedure en kort geding. Maatstaf: kort gedingrechter dient in beginsel (behoudens uitzonderingen) zijn vonnis af te stemmen op oordeel bodemrechter, ongeacht of dit is gegeven in een eerder gewezen tussen- of in een eerder gewezen eindvonnis, in de overwegingen of in het dictum, en ongeacht of het vonnis in kracht van gewijsde is gegaan of niet. Dit geldt eveneens als - zoals in dit geval - in de bodemprocedure wordt geoordeeld dat het in Rusland uitgesproken faillissement niet in Nederland kan worden erkend, nu dit is tot stand gekomen op een wijze die strijdig is met de Nederlandse openbare orde, terwijl in kort geding de vraag moet worden beantwoord of de curator in het faillissement hier te lande rechtsgeldig rechtshandelingen - in casu: levering van aandelen - heeft kunnen verricht.
AnnotatorT.F.E. Tjong Tjin Tai
Pagina87-89
UitspraakECLI:NL:HR:2011:BP0015
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekAansprakelijkheidsrecht/Bank- en effectenrecht
TitelHoge Raad, 24-12-2010, 09/01275
CiteertitelBb 2011, 26
SamenvattingHoge Raad wijst proportionele aansprakelijkheid af bij beleggingsschade.

(Fortis Bank / Bourgonje)
Samenvatting (Bron)Verbintenissenrecht. Beheerovereenkomst. Zorgplicht vermogensbeheerder. Causaliteitsonzekerheid. Op de vermogensbeheerder, als ter zake bij uitstek professionele en deskundige partij, rust naar de aard van de tussen partijen gesloten beheerovereenkomst een bijzondere op de eisen van redelijkheid en billijkheid gebaseerde, zorgplicht. Deze kon meebrengen dat de vermogensbeheerder de cliënt, ondanks diens eigenzinnigheid en betrokkenheid bij de onderneming waarin is belegd, uitdrukkelijk en in niet voor misverstand vatbare bewoordingen diende te waarschuwen voor de door deze m.b.t. de samenstelling van zijn portefeuille genomen risico’s. Ter beantwoording van de vragen of de waarschuwingsplicht in een concreet geval bestaat, en hoever zij strekt, dienen alle relevante omstandigheden van het geval te worden meegewogen. De in HR 31 maart 2006, LJN AU6092, Nefalit/Keramus, geformuleerde rechtsregel dient - gelet op het daaraan verbonden bezwaar dat iemand mogelijk aansprakelijk wordt gehouden voor een schade die hij niet, of niet in de door de rechter aangenomen mate, heeft veroorzaakt - met terughoudendheid te worden toegepast. De rechter die deze regel toepast dient, om deze reden, bovendien in zijn motivering te verantwoorden dat de strekking van de geschonden norm en de aard van de normschending - waaronder begrepen de aard van de door de benadeelde geleden schade - deze toepassing in het concrete geval rechtvaardigen. Deze rechtsregel is niet alleen van toepassing op een situatie als zich voordeed in Nefalit/Keramus. Voor toepassing kan met name aanleiding zijn als de aansprakelijkheid van de aangesprokene vaststaat, en een niet zeer kleine kans bestaat dat het c.s.q.n.-verband bestaat tussen geschonden norm en geleden schade en de strekking van de geschonden norm en de aard van de normschending toepassing rechtvaardigen.
AnnotatorV.M. Neering
Pagina90-92
UitspraakECLI:NL:HR:2010:BO1799
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekOndernemingsrecht
TitelDe Ondernemingskamer in 2010: enkele beslissingen nader bekeken
CiteertitelBb 2011, 27
SamenvattingIn deze bijdrage ga ik in op een aantal beslissingen van de Ondernemingskamer in 2010. In enkele gevallen besteed ik aandacht aan de uitkomst in cassatie van zaken waarbij de Ondernemingskamer was betrokken. Ik beoog niet om een volledig overzicht van alle beslissingen uit 2010 te geven. Twee belangrijke beslissingen, namelijk betreffende ASMI (HR 9 juli 2010, LJN BM0976, besproken door B.A. de Ruijter en L.C. Bouchez in Bb 2010/37 (afl. 19) en PCM (ondernemingskamer 27 mei 2010, LJN BM5928, besproken door A.M. Boogers in Bb 2011/1) zijn al eerder in dit tijdschrift besproken, zodat ik aan deze zaken geen aandacht zal besteden.
Auteur(s)H. Koster
Pagina93-96
Artikel aanvragenVia Praktizijn