Titel | Raad van State, 13-10-2004, 200400457/1 |
---|---|
Citeertitel | AB 2004/388 |
Samenvatting | Verzoek om schadevergoeding op grond van nadeelcompensatieregeling; schaduwschade.
1. Het algemeen bestuur van het Schadevergoedingsschap HSL-Zuid, A16 en A4, 2. Appellant sub 2, te X, tegen de uitspraak van de Rb. Rotterdam van 8 december 2003 in het geding tussen: appellant sub 2 en appellant sub 1. |
Samenvatting (Bron) | Bij besluit van 27 juli 2001 heeft appellant sub 1 (hierna: het algemeen bestuur) een verzoek van [appellant sub 2] om nadeelcompensatie afgewezen. |
Annotator | A.A.J. de Gier |
Pagina | 1977-1981 |
Uitspraak | ECLI:NL:RVS:2004:AR3771 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Titel | Raad van State, 06-10-2004, 200401923/1 |
---|---|
Citeertitel | AB 2004/389 |
Samenvatting | Permanente bewoning van recreatiewonging; bewijsproblematiek.
Het college van B&W van Ermelo, appellant, tegen wederpartij, te X. |
Samenvatting (Bron) | Bij besluit van 13 februari 2002 heeft appellant [wederpartij] op straffe van een dwangsom gelast de permanente bewoning van de recreatiewoning op het perceel [locatie], huisje […], te Ermelo (hierna: het perceel) vóór 1 augustus 2002 te beëindigen en beëindigd te houden. |
Annotator | A.G.A. Nijmeijer |
Pagina | 1981-1984 |
Uitspraak | ECLI:NL:RVS:2004:AR3356 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Titel | Raad van State, 06-10-2004, 200400194/1 |
---|---|
Citeertitel | AB 2004/390 |
Samenvatting | Verlening bouwvergunning met binnenplanse vrijstelling; rechtbank ten onrechte zelf in de zaak voorzien.
1. Apellante sub 1 te X, 2. Het college van B&W van Lingewaard, appellanten, tegen de uitspraak van de Rb. Arnhem van 8 december 2003 in het geding tussen: wederpartij, te Y en het college van B&W van Lingewaard. |
Samenvatting (Bron) | Bij afzonderlijke besluiten van 2 november 1999 heeft het college van burgemeester en wethouders van Huissen, rechtsvoorganger van het college van burgemeester en wethouders van Bemmel, rechtsvoorganger van appellant sub 2 (hierna: het college), aan appellante sub 1 (hierna: de kwekerij) vrijstelling als bedoeld in artikel 15 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening (hierna: de WRO) en bouwvergunning verleend voor een tweede bedrijfswoning op het perceel [locatie] te [plaats] (hierna: het perceel). |
Annotator | A.G.A. Nijmeijer |
Pagina | 1984-1987 |
Uitspraak | ECLI:NL:RVS:2004:AR3352 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Titel | Raad van State, 01-09-2004, 200402233/1 |
---|---|
Citeertitel | AB 2004/391 |
Samenvatting | Bouwvergunning en uitwerkingsplan. In dit geval geen reden om beslissing op aanvraag om bouwvergunning aan te houden.
Het college van B&W van Maasdriel, appellant, tegen de uitspraak van de Rb. Arnhem van 12 februari 2004 in het geding tussen: wederpartij, te X en appellant. |
Samenvatting (Bron) | Bij besluit van 19 februari 2002 heeft appellant (hierna: het college) geweigerd bouwvergunning te verlenen voor het oprichten van een bedrijfsloods en een bedrijfswoning op het perceel kadastraal bekend gemeente Maasdriel, sectie […], nummer […], plaatselijk bekend [locatie] te [plaats]. |
Annotator | A.G.A. Nijmeijer |
Pagina | 1987-1988 |
Uitspraak | ECLI:NL:RVS:2004:AQ8746 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Titel | Raad van State, 08-09-2004, 200400429/1 |
---|---|
Citeertitel | AB 2004/392 |
Samenvatting | Ontheffing boorput dieper dan 30 meter; belangafweging; positie Waterleidingmaatschappij.
De naamloze vennootschap 'Waterleiding Maatschappij Limburg', te Maastricht, appellante, tegen Het college van GS van Limburg, verweerder. |
Samenvatting (Bron) | Bij besluit van 14 augustus 2003, kenmerk 2003/31511, heeft verweerder krachtens artikel 5.34 van de Provinciale Milieuverordening Limburg aan [vergunninghoudster] ontheffing verleend voor het oprichten, in exploitatie nemen of hebben van een boorput dieper dan 30 meter beneden maaiveld in de Roerdalslenk. |
Annotator | A. van Hall |
Pagina | 1989-1991 |
Uitspraak | ECLI:NL:RVS:2004:AQ9916 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Titel | Raad van State, 26-08-2004, 200403943/1 |
---|---|
Citeertitel | AB 2004/393 |
Samenvatting | Verweerschrift.
A. appellante tegen de uitspraak van de Rb. 's-Gravenhage, zp Utrecht, van 7 april 2004 in het geding tussen appellante, en de Minister voor Vreemdelingenzaken en Integratie. |
Annotator | I. Sewandono |
Pagina | 1991-1993 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Titel | Raad van State, 28-05-2004, 200403216/1 |
---|---|
Citeertitel | AB 2004/394 |
Samenvatting | Interim measure; falende staat; nova.
A., appellant, tegen de uitspraak van de Rb. 's-Gravenhage, nevenzittingsplaats Assen, van 7 april 2004 in het geding tussen: appellant en de Minister voor Vreemdelingenzaken en Integratie. |
Samenvatting (Bron) | Somalië / interim measures / EU-staat |
Annotator | I. Sewandono |
Pagina | 1993-1996 |
Uitspraak | ECLI:NL:RVS:2004:AP0487 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Titel | Raad van State, 18-08-2004, 200308517/1 |
---|---|
Citeertitel | AB 2004/395 |
Samenvatting | Zuiver schadebesluit; belanghebbende; processuele connexiteit; niet-belanghebbende bij het schadeveroorzakende besluit kan niet in beroep tegen het schadebesluit.
A.M.C. Jochems-Laurijssen, te Rijsbergen, appellante, tegen de uitspraak van de RB. Breda van 3 november 2003 in het geding tussen: appellante en de Staatssecretaris van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij (thans de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit). |
Samenvatting (Bron) | Bij besluit van 5 juni 2002 heeft de Staatssecretaris van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij (hierna: de Staatssecretaris) het verzoek van [verzoeker], echtgenoot van appellante, om vergoeding van schade ten gevolge van het weigeren van een vergunning, als bedoeld in artikel 53 van de Jachtwet (oud), afgewezen. |
Annotator | N. Verheij |
Pagina | 1996-2000 |
Uitspraak | ECLI:NL:RVS:2004:AQ7003 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Titel | Raad van State, 16-06-2004, 200306271/1 en 200305924/1 |
---|---|
Citeertitel | AB 2004/396 |
Samenvatting | Subsidieplafond; vaststelling en verlaging gedurende tijdvak; verdelingsregels.
1. Het dagelijks bestuur van het openbaar lichaam 'Intergemeentelijk Samenwerkingsverband Noordwest-Veluwe', te Harderwijk, 2. Het college van B&W van Nunspeet, appellanten, tegen De Staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer, verweerder. |
Samenvatting (Bron) | Bij besluit van 3 februari 2003 heeft verweerder een aanvraag van appellant sub 1. om een tegemoetkoming in de voorbereidingskosten voor een railschermproject in de gemeente Nunspeet afgewezen. |
Annotator | N. Verheij |
Pagina | 2000-2005 |
Uitspraak | ECLI:NL:RVS:2004:AP1604 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Titel | Raad van State, 02-06-2004, 200304838/1 |
---|---|
Citeertitel | AB 2004/397 |
Samenvatting | Nadeelcompensatie; besluit; beleidsregel; overeenkomst als beleidsregel en grondslag voor zuiver schadebesluit.
De naamloze vennootschap 'Brabant Water NV', te 's-Hertogenbosch, appellante, tegen de uitspraak van de Rb. te Hertogenbosch van 3 juni 2003 in het geding tussen: appellante en de Minister van Verkeer en Waterstaat. |
Samenvatting (Bron) | Bij twee besluiten van 8 januari 2001 heeft de Minister van Verkeer en Waterstaat (hierna: de Minister) aan appellante vergoedingen toegekend op grond van de Nadeelcompensatieregeling verleggen kabels en leidingen in en buiten rijkswaterstaatwerken en spoorwegwerken 1999 (hierna: NKL 1999) en op grond van de Overeenkomst inzake verlegging van kabels en leidingen buiten beheersgebied tussen de Minister van Verkeer en Waterstaat en Energie-Ned, VELIN en VEWIN (hierna: de Overeenkomst). |
Annotator | N. Verheij |
Pagina | 2005-2009 |
Uitspraak | ECLI:NL:RVS:2004:AP0376 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Titel | Centrale Raad van Beroep, 24-06-2004, 02/1595 AW + 03/2352 AW |
---|---|
Citeertitel | AB 2004/398 |
Samenvatting | Bekendmaking besluit; uitkering na ontslag wegens redenen van gewichtige aard.
Appellant, te X, appellant, tegen Het college van B&W van de Gemeente S., gedaagde. |
Samenvatting (Bron) | Een roosterindeling grijpt in in de rechtspositie van een leerkracht, is derhalve gericht op rechtsgevolg en moet daarom worden aangemerkt als een besluit in de zin van art. 1:3 Awb. Bevoegdheid directeur met betrekking tot roosterindeling. Waren er voldoende gewichtige redenen voor beëindiging van het dienstverband? |
Annotator | B.B.B. Lanting |
Pagina | 2009-2015 |
Uitspraak | ECLI:NL:CRVB:2004:AP5260 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Titel | College van Beroep voor het bedrijfsleven, 28-05-2004, AWB 02/672 |
---|---|
Citeertitel | AB 2004/399 |
Samenvatting | Productschap als belanghebbende; richtlijnen; rechtstreeks belang; bindende aanwijzing.
Produchtschap Tuinbouw, te Zoetermeer, appellant, tegen De directeur van de Dienst uitvoering en toezicht Energie, te Den Haag, verweerder. Aan dit geding neemt als derde-belanghebbende tevens deel: NV Nederlandse Gasunie, te Groningen. |
Samenvatting (Bron) | Op 22 april 2002 heeft het College van appellant een beroepschrift ontvangen, waarbij beroep wordt ingesteld tegen een besluit van verweerder van 27 maart 2002, kenmerk 100249/52. Dit beroepschrift is mede ingediend namens de Landelijke Tuinbouworganisatie Nederland (hierna: LTO Nederland), gevestigd te Den Haag. Bij het besluit van 27 maart 2002 heeft verweerder beslist op het bezwaar dat appellant heeft gemaakt tegen zijn besluit van 23 mei 2001. Bij laatstgenoemd besluit heeft verweerder de aanvraag van appellant om aan de N.V. Nederlandse Gasunie (hierna: Gasunie) een bindende aanwijzing op te leggen op grond van artikel 13, derde lid, van de Gaswet, afgewezen. |
Annotator | I.C. van der Vlies |
Pagina | 2016-2027 |
Uitspraak | ECLI:NL:CBB:2004:AP1556 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |