AB Rechtspraak Bestuursrecht

Uitgever Wolters Kluwer
Tijdschrift AB Rechtspraak Bestuursrecht
Datum 20-04-2013
Aflevering 16
TitelHoge Raad, 18-01-2013, 11/02728
CiteertitelAB 2013/108
SamenvattingEen enkele verklaring voor recht dat de (verdere) uitvoering van een overeenkomst waarin staatssteun zou zijn besloten kan niet worden aangemerkt als een passende maatregel die leidt tot een herstel van de mededingingssituatie.
Samenvatting (Bron)Onrechtmatige overheidsdaad. Door gemeente onderhands gesloten overeenkomst in strijd met regels van aanbestedingsrecht (Richtlijn 92/50/EEG)? Beroep op rechtsverwerking; enkel tijdsverloop onvoldoende; bijkomende omstandigheden. Uitleg overeenkomst; aanbesteding van werken of opdracht tot verlening van diensten? Transparantieverplichting; stelplicht ten aanzien van grensoverschrijdend belang overeenkomst. Staatssteun? Art. 108 VWEU. Omstandigheden ten tijde van aangaan overeenkomst. Partiële nietigheid overeenkomst passende maatregel?
Pagina631-635
UitspraakECLI:NL:HR:2013:BY0543
Artikel aanvragenVia Praktizijn
TitelRaad van State, 20-02-2013, 201205921/1/A2
CiteertitelAB 2013/109
SamenvattingRegeling voorzieningenplanning niet strijdig met art. 2 Eerste Protocol EVRM of art. 23 Grondwet.
Samenvatting (Bron)Bij besluit van 11 januari 2012 heeft de minister het verzoek van de stichting om de scholengemeenschap College Nova Rolduc (hierna: de scholengemeenschap) voor bekostiging in aanmerking te brengen afgewezen.
Pagina636-640
UitspraakECLI:NL:RVS:2013:BZ1651
Artikel aanvragenVia Praktizijn
TitelRaad van State, 20-02-2013, 201207342/1/A2
CiteertitelAB 2013/110
SamenvattingIn het systeem van art. 7:1 en 8:1 Awb sluit administratief beroep de mogelijkheid van bezwaar uit. Voorzieningenrechter heeft de rechtsgevolgen van bestreden besluit, waarbij het administratief beroep niet-ontvankelijk was verklaard, ten onrechte in stand gelaten. Hij had zelf in de zaak moeten voorzien door het administratief beroep alsnog ongegrond te verklaren.
Samenvatting (Bron)Bij besluit van 6 oktober 2011 heeft de Examencommissie van de Nederlandse orde van advocaten het bezwaar van [appellante] tegen de beoordeling van het door haar op 17 juni 2011 afgelegde examen burgerlijk procesrecht als onvoldoende gedeeltelijk gegrond verklaard, doch de uitslag gehandhaafd op onvoldoende.
Pagina640-643
UitspraakECLI:NL:RVS:2013:BZ1662
Artikel aanvragenVia Praktizijn
TitelRaad van State, 09-01-2013, 201200206/1/A3
CiteertitelAB 2013/111
SamenvattingToepassing bestuursdwang bij overtreding Opiumwet waarbij tijdsverloop niet als bijzondere omstandigheid wordt aangemerkt om van het handhavingsbeleid af te zien. Geen sprake van reformatio in peius nu appellant niet in slechtere positie is komen te verkeren.
Samenvatting (Bron)Bij besluit van 14 februari 2011 heeft de burgemeester op straffe van bestuursdwang [belanghebbende] gelast zijn [winkel] voor 16 februari 2011 om 11:00 uur voor het publiek te sluiten en voor zes maanden gesloten te houden.
Pagina643-648
UitspraakECLI:NL:RVS:2013:BY8013
Artikel aanvragenVia Praktizijn
TitelRaad van State, 27-12-2012, 201204789/1/A1
CiteertitelAB 2013/112
SamenvattingOmgevingsvergunningsvrij bouwen. Achtererfgebied?
Samenvatting (Bron)Ingevolge art. 1, eerste lid, van bijlage II bij het Bor wordt onder achtererfgebied verstaan een erf aan de achterkant en de niet naar openbaar toegankelijk gebied gekeerde zijkant, op meer dan 1 m van de voorkant, van het hoofdgebouw. Het uitgangspunt van de definitie voor erf is volgens de NvT bij art. 1 van bijlage II bij het Bor (Stb. 2010, 143, p. 134 - 135) dat het gehele perceel bij een hoofdgebouw in beginsel als erf kan worden aangemerkt en dat uit de systematiek van een bestemmingsplan kan voortvloeien dat bepaalde verder van het hoofdgebouw afgelegen delen van een perceel niet als erf aangemerkt kunnen worden. Dat laatste is hier niet het geval.
Pagina648-651
UitspraakECLI:NL:RVS:2012:BY7347
Artikel aanvragenVia Praktizijn
TitelRaad van State, 27-12-2012, 201204259/1/A1
CiteertitelAB 2013/113
SamenvattingHandhaving. In stand laten illegaal bouwwerk. Concrete aanwijzing dat zonder bouwvergunning is gebouwd? Continuering rechtspraak Woningwet (oud).
Samenvatting (Bron)Afwijzing handhavingsverzoek gebruik gebouw. Indien en voor zover voor de bouwwerkzaamheden ten behoeve van de splitsing van het gebouw een bouwvergunning nodig was, is belanghebbende overtreder van het verbod als bedoeld in art. 2.3a, eerste lid, van de Wabo. Weliswaar heeft hij het bouwwerk niet gebouwd, maar hij laat het wel in stand. Belanghebbende is evenwel eerst door het per 1 april 2007 in werking getreden verbod, destijds voor het eerst geregeld in art. 40, eerste lid, aanhef en onder b, van de Woningwet, overtreder geworden. Toen belanghebbende het pand in 1999 in eigendom verkreeg, richtte art. 40 van de Woningwet zich, voor zover hier van belang, alleen tot degene die zonder of in afwijking van een bouwvergunning had gebouwd of daartoe de opdracht had gegeven en dat is belanghebbende niet. Art. 2.3a, eerste lid, van de Wabo beoogt geen ander toepassingsbereik dan art. 40, eerste lid, aanhef en onder b, van de Woningwet. Gelet daarop ziet de Afdeling geen aanleiding voor wijziging van de jurisprudentie over de toepassing van art. 40, eerste lid, aanhef en onder b, van de Woningwet, zoals onder meer weergegeven is in de uitspraak van de Afdeling van 17-03-2010, 200901588/1/H1, LJN: BL7766. De rb. heeft derhalve terecht overwogen dat van belanghebbende ten tijde van de verkrijging niet behoefde te worden verlangd dat hij onderzoek verrichtte naar de vraag of voor de bouwwerkzaamheden voor de splitsing van het pand een bouwvergunning nodig was. Dat zou anders zijn geweest indien hij ten tijde van de verkrijging concrete aanwijzingen had dat zonder of in afwijking van een bouwvergunning was gebouwd. De rb. heeft terecht overwogen dat de enkele omstandigheid dat de woning is gesplitst, geen concrete aanwijzing als hiervoor bedoeld, oplevert, omdat dit niet zodanig bijzonder is dat reeds daarom nader onderzoek noodzakelijk was. Voorts heeft de rb. de gestelde strijdigheid met het bestemmingsplan "Buitengebied 1980" terecht niet als concrete aanwijzing aangemerkt, reeds omdat het mogelijk was vrijstelling van dat bestemmingsplan te verlenen. Dit betekent dat de rb. terecht heeft overwogen dat de rechtszekerheid zich er onder deze omstandigheden tegen verzet dat het college wegens overtreding van art. 2.3a, eerste lid, van de Wabo handhavend optreedt, indien voor de bouwwerkzaamheden ten behoeve van de splitsing van het pand een bouwvergunning nodig was.
Pagina651-654
UitspraakECLI:NL:RVS:2012:BY7345
Artikel aanvragenVia Praktizijn
TitelCollege van Beroep voor het bedrijfsleven, 09-01-2013, AWB 12/891
CiteertitelAB 2013/114
SamenvattingKortingen vaste telecommunicatie. Boetes en recidive.
Samenvatting (Bron)Telecommunicatiewet - Boete
Pagina654-659
UitspraakECLI:NL:CBB:2013:BY8016
Artikel aanvragenVia Praktizijn
TitelCollege van Beroep voor het bedrijfsleven, 13-09-2012, AWB 10/198
CiteertitelAB 2013/115
SamenvattingHet procesbelang ontbreekt wanneer een partij die zich beroept op Europees staatssteunrecht de rechter slechts verzoekt een oordeel te geven of een besluit wel of niet staatssteun betreft. Dat zou in strijd komen met de taak van de uit de taak van de nationale rechter voortvloeiende verplichting om zodanige maatregelen te nemen dat de toestand vóór de staatsverlening wordt hersteld.
Samenvatting (Bron)Beleidsregel steunverlening AWBZ (CA-398). Artikel 108, derde lid, VWEU. Staatssteun. Procesbelang. Taak nationale rechter bij schending verplichting tot voorafgaande aanmelding van steunmaatregelen bij Europese Commissie.
Pagina660-673
UitspraakECLI:NL:CBB:2012:BX6991
Artikel aanvragenVia Praktizijn