Jurisprudentie Bestuursrecht

Uitgever Sdu
Tijdschrift Jurisprudentie Bestuursrecht
Datum 12-04-2013
Aflevering 4
TitelHof van Justitie EU, 26-02-2013, C-399/11
CiteertitelJB 2013/57
SamenvattingKaderbesluit Europees Aanhoudingsbevel. Rechterlijke beslissingen in absentia. Uitvoering van straf opgelegd bij verstek. EU-Handvest van de Grondrechten. Recht op een doeltreffende voorziening in rechte en een eerlijk proces. Rechten van de verdediging. Mogelijkheden tot herziening van vonnissen. Toepassing van nationale grondrechtenbescherming. Voorrang, eenheid en werking van het EU-recht.
Samenvatting (Bron)Arrest van het Hof (Grote kamer) van 26 februari 2013.#Stefano Melloni tegen Ministerio Fiscal.#Verzoek van het Tribunal Constitucional (Spanje) om een prejudiciele beslissing.#Politiele en justitiele samenwerking in strafzaken - Europees aanhoudingsbevel - Procedures van overlevering tussen lidstaten - Beslissingen gegeven na proces waarop betrokkene niet in persoon is verschenen - Uitvoering van bij verstek opgelegde straf - Mogelijkheid van herziening van vonnis.#Zaak C-399/11.
AnnotatorH.C.F.J.A. de Waele
Pagina293-304
UitspraakECLI:EU:C:2013:107
Artikel aanvragenVia Praktizijn
TitelHof van Justitie EU, 26-02-2013, C-617/10
CiteertitelJB 2013/58
SamenvattingToepassingsgebied. Ten uitvoer brengen van Unierecht. Ne bis in idem. Nationale regeling waaronder dezelfde onrechtmatige gedraging kan worden bestraft volgens twee aparte procedures, een bestuurlijke en een strafrechtelijke.
Samenvatting (Bron)Arrest van het Hof (Grote kamer) van 26 februari 2013.#Aklagaren tegen Hans Akerberg Fransson.#Verzoek van het Haparanda tingsratt om een prejudiciele beslissing.#Handvest van de grondrechten van de Europese Unie - Toepassingsgebied - Artikel 51 - Ten uitvoer brengen van het Unierecht - Bestraffing van gedragingen waarmee eigen middelen van de Unie worden geschaad - Artikel 50 - Beginsel ne bis in idem - Nationale regeling waaronder dezelfde onrechtmatige gedraging kan worden bestraft volgens twee aparte procedures, een bestuurlijke en een strafrechtelijke - Verenigbaarheid.#Zaak C-617/10.
AnnotatorH.C.F.J.A. de Waele
Pagina305-318
UitspraakECLI:EU:C:2013:105
Artikel aanvragenVia Praktizijn
TitelHoge Raad, 11-01-2013, 11/04142
CiteertitelJB 2013/59
SamenvattingOnrechtmatige overheidsdaad. Overschrijding redelijke termijn vreemdelingenprocedure. Duur aanvraagfase en bezwaarfase. Overeenkomstige toepassing art. 6 EVRM. Immateriële schadevergoeding.
Samenvatting (Bron)Onrechtmatige overheidsdaad. Overschrijding redelijke termijn in vreemdelingenprocedure; lange duur van de aanvraagfase of de bezwaarfase; aanspraak op immateriële schadevergoeding? Overeenkomstige toepassing van art. 6 EVRM is begrensd.
AnnotatorB. Kaya
Pagina318-327
UitspraakECLI:NL:HR:2013:BX8360
Artikel aanvragenVia Praktizijn
TitelRaad van State, 16-01-2013, 201207331/1/A2
CiteertitelJB 2013/60
SamenvattingBesluit. Subsidie, stapsgewijze verlaging. Subsidie, verstrekking aan krachtens publiekrecht ingestelde rechtspersoon. Subsidie, inachtneming redelijke termijn bij weigering voor aansluitend tijdvak. Rechtspersoon. Subsidie, analoge toepassing titel 4.2 van de Awb. Subsidie, analoge toepassing titel 4.2 van de Awb. Vertrouwensbeginsel.
Samenvatting (Bron)Bij brief van 1 april 2011 heeft de minister TNO in kennis gesteld van zijn beslissing om de subsidies uit hoofde van de TNO-wet stapsgewijs te verlagen in de periode van 2012 tot en met 2018 (hierna ook: de beslissing).
AnnotatorA.J. Bok
Pagina327-333
UitspraakECLI:NL:RVS:2013:BY8502
Artikel aanvragenVia Praktizijn
TitelRaad van State, 30-01-2013, 201112022/1/A3
CiteertitelJB 2013/61
SamenvattingPersoonsgegevens. Verwerking van persoonsgegevens. Bestand. Geheel of gedeeltelijk geautomatiseerde verwerking van persoonsgegevens. Niet-geautomatiseerde verwerking van persoonsgegevens die in een bestand zijn opgenomen of die bestemd zijn om daarin te worden opgenomen. Mededelingsplicht inzake de verwerking van persoonsgegevens, het doel ervan alsmede aard, herkomst en ontvangers van de gegevens. Transparantiebeginsel. Inzage in stukken waarin persoonsgegevens zijn opgenomen. Personeels- en salarisadministratie. Digitale mappen met Word-documenten. Bewijslastverdeling.
Samenvatting (Bron)Bij besluit van 23 december 2009 heeft het college aan [appellante] medegedeeld dat haar betreffende persoonsgegevens worden verwerkt in het kader van haar voormalig dienstverband bij de gemeente Zevenaar en kopieën van documenten met haar betreffende persoonsgegevens uit de personeels- en salarisadministratie verstrekt.
AnnotatorG. Overkleeft-Verburg
Pagina333-342
UitspraakECLI:NL:RVS:2013:BY9910
Artikel aanvragenVia Praktizijn
TitelRaad van State, 06-02-2013, 201008516/1/R1 en 201201618/1/R1
CiteertitelJB 2013/62
SamenvattingVaststelling bestemmingsplan. Provinciaal beleid, -strijd met ~. Vooringenomenheid. Precisering uitspraak Loenen.
Samenvatting (Bron)Bij besluit van 1 juli 2010 heeft de raad besloten het bestemmingsplan "Partiële bestemmingsplanherziening Oostgraftdijk-Locatie Stoop" niet vast te stellen.
AnnotatorL.J.M. Timmermans
Pagina343-357
UitspraakECLI:NL:RVS:2013:BZ0796
Artikel aanvragenVia Praktizijn
TitelRaad van State, 06-02-2013, 201203731/1/A1
CiteertitelJB 2013/63
SamenvattingGoede procesorde.
Samenvatting (Bron)Bij besluit van 12 april 2005 heeft het college aan de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Modulus Projectontwikkeling B.V. vrijstelling en bouwvergunning verleend voor het wijzigen van de gevels en het intern veranderen van de voormalige bibliotheek op het perceel Dr. H.J. Colijnlaan 343 te Rijswijk (hierna: het perceel) ter vestiging van een sportschool aldaar.
AnnotatorR.J.N. Schlössels
Pagina357-360
UitspraakECLI:NL:RVS:2013:BZ0785
Artikel aanvragenVia Praktizijn
TitelRaad van State, 13-02-2013, 201004275/1/R4
CiteertitelJB 2013/64
SamenvattingRechter, toegang tot de ~. Redelijke termijn. Bestuurlijke lus. Tussenuitspraak. Matiging, schadevergoeding voor schending redelijke termijn bij gezamenlijk beroep. Spanning en frustratie.
Samenvatting (Bron)Bij besluit van 15 februari 2010 heeft de raad het bestemmingsplan "Nieuw Centrum" vastgesteld en besloten geen exploitatieplan vast te stellen.
Pagina361-371
UitspraakECLI:NL:RVS:2013:BZ1289
Artikel aanvragenVia Praktizijn
TitelRaad van State, 13-02-2013, 201104925/1/A4
CiteertitelJB 2013/65
SamenvattingLast onder dwangsom. Faillissement, gevolgen. Invordering.
Samenvatting (Bron)Bij besluit van 30 november 2009 heeft het college DIT onder oplegging van een dwangsom gelast overtreding van voorschrift 4.1.9 van de aan DIT op 11 oktober 2006 verleende milieuvergunning voor haar inrichting aan de Boezembocht nabij nr. 30 te Rotterdam ongedaan te maken en te houden.
Pagina371-377
UitspraakECLI:NL:RVS:2013:BZ1261
Artikel aanvragenVia Praktizijn
TitelRaad van State, 13-02-2013, 201111694/1/A2
CiteertitelJB 2013/66
SamenvattingSubsidie. Staatssteun, ongeoorloofde. Zorgvuldigheidsbeginsel. Bewijslastverdeling. De minimisdrempel. Selectiviteit. Tussenstaats handelsverkeer. Europese Commissie, informeel advies.
Samenvatting (Bron)BESTUURSRECHT OVERIG. Subsidie. Staatssteun. Criteria jurisprudentie Hof van Justitie. Gelet op overgelegde gegevens i.c. niet zonder meer aannemen dat verlening van de gevraagde subsidie ertoe leidt dat ongeoorloofde staatssteun wordt verstrekt. Gelet op de rol van de Commissie bij de handhaving van staatssteunregels en de specifieke deskundigheid waarover zij beschikt bij de beoordeling of een overheidsmaatregel als staatssteun kwalificeert, dient het bestuursorgaan in de omstandigheden als hier aan de orde - waarin betrokkene uitvoerig, aan de hand van gegevens en een deskundigenadvies, heeft uiteengezet waarom volgens haar geen sprake is van staatssteun - uit oogpunt van een zorgvuldige voorbereiding van zijn besluit, in contact te treden met de Commissie en deze om advies te vragen.
Pagina377-384
UitspraakECLI:NL:RVS:2013:BZ1245
Artikel aanvragenVia Praktizijn
TitelRaad van State, 20-02-2013, 201207342/1/A2
CiteertitelJB 2013/67
SamenvattingRechtsmiddelen strijdig met systeem Awb. Bezwaar of administratief beroep.
Samenvatting (Bron)Bij besluit van 6 oktober 2011 heeft de Examencommissie van de Nederlandse orde van advocaten het bezwaar van [appellante] tegen de beoordeling van het door haar op 17 juni 2011 afgelegde examen burgerlijk procesrecht als onvoldoende gedeeltelijk gegrond verklaard, doch de uitslag gehandhaafd op onvoldoende.
Pagina384-386
UitspraakECLI:NL:RVS:2013:BZ1662
Artikel aanvragenVia Praktizijn
TitelRaad van State, 25-02-2013, 201301173/1
CiteertitelJB 2013/68
SamenvattingFinancieel toezicht. Onteigeningsbesluit. Toegang tot de rechter. Fair trial. Relativeringsvereiste. Staatssteun. Concentratiecontrole. Eigendom. Kennisneming, beperkte.
Samenvatting (Bron)Besluit waarbij is overgegaan tot onteigening van effecten en vermogensbestanddelen van de naamloze vennootschap SNS REAAL N.V. en de naamloze vennootschap SNS Bank N.V. en tot het treffen van onmiddellijke voorzieningen bij SNS REAAL. (…) Ten aanzien van het betoog dat de minister de door het onteigeningsbesluit onteigende houders van effecten en vermogensbestanddelen voor de totstandkoming van dat besluit op grond van art. 4:8, lid 1 Awb in de gelegenheid had moeten stellen om hun zienswijze daarover te geven, oordeelt de Afdeling dat dit faalt. Ingevolge art. 4:11, lid 1, aanhef en onder a en c Awb kan het bestuursorgaan toepassing van art. 4:8 achterwege laten, voor zover de vereiste spoed zich daartegen verzet dan wel het met de beschikking beoogde doel slechts kan worden bereikt, indien de belanghebbende daarvan niet reeds tevoren in kennis is gesteld. Gezien de aard en het doel van het onteigeningsbesluit, mocht de minister toepassing van art. 4:8, lid 1 Awb achterwege laten, nu het vroegtijdig bekend worden van een mogelijke onteigening de risico’s voor de stabiliteit van het financiële stelsel had kunnen vergroten. (…) Appellanten betogen dat de regeling in de Wft en de wijze waarop de Afdeling deze zaak heeft behandeld in strijd is met hun door art. 6 EVRM gewaarborgde recht op een eerlijk proces. De Afdeling onderkent dat de (beroeps)termijnen die volgen uit het bepaalde in art. 6:6, lid 1 en 6:7, lid 3 van de Wft veel korter zijn dan in bestuursrechtelijke procedures gebruikelijk is. Met deze bepalingen wordt echter het recht op toegang tot de rechter niet in zijn kern aangetast. Voorts dienen de gestelde termijnen een rechtmatig doel. Hierbij neemt de Afdeling in aanmerking dat het algemeen belang bij een spoedige uitspraak in dit geval uitzonderlijk groot is. Het onteigeningsbesluit beoogt een ernstig en onmiddellijk gevaar voor de stabiliteit van het Nederlandse financiële stelsel af te wenden. Zolang onzeker is of dit besluit in stand blijft, wordt dit doel niet volledig bereikt. Gelet op dit zwaarwegende algemene belang zijn de in de Wft neergelegde termijnen niet in strijd met art. 6 van het EVRM en heeft de Afdeling haar werkwijze zo ingericht als nodig was om binnen de wettelijke termijn uitspraak te doen. Daarbij is van belang dat appellanten hun standpunten zowel schriftelijk als mondeling naar voren hebben kunnen brengen en zij dat in veel gevallen ook daadwerkelijk hebben gedaan. Dat dit ook van appellanten een ongewone inspanning heeft gevergd, maakt dit gelet op het uitzonderlijke karakter van deze zaak niet anders. (…) In art. 8:29 Awb is niet voorzien in een bijzondere regeling voor gedingen, waarbij meer dan twee partijen zijn betrokken. De Afdeling ziet zich in deze zaak voor de vraag gesteld of de weigering van sommige appellanten om toestemming, als bedoeld in art. 8:29, lid 5 Awb, te geven, tot gevolg dient te hebben dat de Afdeling zonder kennis te hebben genomen van de passages waarvan de beperking van de kennisneming gerechtvaardigd is geacht, uitspraak doet, terwijl een aantal andere appellanten juist uitdrukkelijk heeft betoogd dat de Afdeling wel kennis dient te nemen van die passages. In dit uitzonderlijke geval heeft de Afdeling, teneinde de ingevolge art. 6 EVRM vereiste volledige rechtmatigheidstoetsing van het onteigeningsbesluit te kunnen verrichten, aanleiding gezien om alsnog kennis te nemen van de volledige rapporten. In de inhoud daarvan ziet de Afdeling evenwel geen aanleiding om tot een ander oordeel te komen dan hiervoor is overwogen.
Pagina387-407
UitspraakECLI:NL:RVS:2013:BZ2265
Artikel aanvragenVia Praktizijn
TitelRaad van State, 06-03-2013, 201200844/1/A2
CiteertitelJB 2013/69
SamenvattingTrechtermodel in hoger beroep. Aanvulling van rechtsgronden. Ambtshalve toetsing. Exceptieve toetsing. Toetsingskader algemeen verbindende voorschriften. Vrij verkeer van diensten.
Samenvatting (Bron)AMBTSHALVE TOETSING. Zoals de Afdeling eerder heeft overwogen (uitspraak van 26 januari 2011 (LJN: BP2536)) volgt uit het arrest van het HvJ van 7 juni 2007 (LJN: BA9090), dat het Unierecht de nationale rechter niet verplicht om in een procedure in rechte betreffende de rechtmatigheid van een bestuurshandeling ambtshalve te toetsen aan gronden ontleend aan bepalingen van Unierecht, aangezien noch het gelijkwaardigheidsbeginsel noch het doeltreffendheidsbeginsel dit vereist.
AnnotatorR.J.N. Schlössels
Pagina407-415
UitspraakECLI:NL:RVS:2013:BZ3338
Artikel aanvragenVia Praktizijn
TitelCentrale Raad van Beroep, 30-01-2013, 11/4117 ZW
CiteertitelJB 2013/70
SamenvattingVertrouwensbeginsel.
Samenvatting (Bron)Beëindiging ZW-uitkering tijdens een lopend traject bij Physique. De uitlatingen van de verzekeringsarts in de brief van 5 juli 2010 bevatten een uitdrukkelijke, ondubbelzinnige en onvoorwaardelijke toezegging welke bevoegdelijk is gedaan. De verwachting van appellant dat hij gedurende het traject bij Physique ZW-uitkering zou blijven ontvangen, was gerechtvaardigd. Van omstandigheden op grond waarvan het Uwv niet gehouden was de gedane toezegging na te komen is niet gebleken. De beëindiging van de ZW-uitkering van appellant is in strijd met de aan hem gedane toezegging.
Pagina415-417
UitspraakECLI:NL:CRVB:2013:BZ0604
Artikel aanvragenVia Praktizijn
TitelCentrale Raad van Beroep, 01-02-2013, 11/7167 ANW
CiteertitelJB 2013/71
SamenvattingVerschijnen ter hoorzitting. Telefoongesprek. Telefoongesprek niet op één lijn te stellen met verschijnen ter hoorzitting. Nadere reacties in bezwaar.
Samenvatting (Bron)Beëindiging ANW-uitkering. Hangende het hoger beroep heeft de Svb bij brief van 24 mei 2012 te kennen gegeven de besluiten van 12 december 2007 en 15 december 2010 niet te zullen handhaven en vervolgens het hiervoor in rubriek I vermelde besluit van 12 juni 2012 ingezonden. Daarbij heeft de Svb het bezwaar tegen het besluit van 12 december 2007 alsnog gegrond verklaard, in die zin dat de nabestaandenuitkering ingevolge de ANW van appellante met ingang van 1 april 2008 ongewijzigd wordt voortgezet. Er wordt geen aanleiding gezien het telefoongesprek tussen de gemachtigde van appellante en de Svb op één lijn te stellen met het verschijnen ter hoorzitting. Veroordeling in de proceskosten.
Pagina417-420
UitspraakECLI:NL:CRVB:2013:BZ0595
Artikel aanvragenVia Praktizijn
TitelCentrale Raad van Beroep, 14-02-2013, 10/4632 AW + 10/4672 AW + 11/4333 AW
CiteertitelJB 2013/72
SamenvattingIntern onderzoek. Beslissing tot niet instellen intern onderzoek niet op rechtsgevolg gericht.
Samenvatting (Bron)1) Korting op salaris wegens arbeidsongeschiktheid langer dan 26 weken. 2) Korting op het vakantieverlof. 3) Bezwaar tegen de afwijzing van het verzoek om een intern onderzoek in te stellen naar de wijze waarop het dossier van appellante, in het bijzonder het zogeheten MEP-dossier, tot stand is gekomen en hoe dit dossier onder haar collega’s is verspreid, is terecht niet ontvankelijk verklaard door de korpschef. Niet gericht op rechtsgevolg. Niet rechtstreeks in belang getroffen. 1 en 2) Geen sprake van beroepsziekte. Niet gebleken dat de korpschef onzorgvuldig met de persoonsgegevens van appellante is omgegaan. Ten aanzien van feitelijke onjuistheden in het dossier kan appellante correctie vragen.
Pagina420-422
UitspraakECLI:NL:CRVB:2013:BZ1522
Artikel aanvragenVia Praktizijn
TitelCentrale Raad van Beroep, 15-02-2013, 11/5004 AOW
CiteertitelJB 2013/73
SamenvattingBewijslast. Onderzoeksplicht bij besluit op aanvraag.
Samenvatting (Bron)Toekenning pensioen ingevolge de AOW. Bewijslast. Onderzoeksplicht bij besluit op aanvraag. Met de rechtbank is de Raad van oordeel dat om een onderzoeksplicht voor de Svb te kunnen aannemen in elk geval noodzakelijk is dat appellant de Svb daartoe de benodigde aanknopingspunten verschaft. Tussen partijen is niet in geschil dat de vraag of de wettelijke vader van appellant kinderaftrek genoot niet meer is vast te stellen. De wettelijke vader van appellant is overleden en de Belastingdienst beschikt niet meer over gegevens uit de periode in geding. De stelling van appellant dat dit voor risico komt van de Svb kan, gezien het voorgaande, niet slagen.
Pagina423-424
UitspraakECLI:NL:CRVB:2013:BZ1207
Artikel aanvragenVia Praktizijn