Rubriek | Redactioneel |
---|---|
Titel | Juridisering van informaliteit |
Citeertitel | Gst. 2014/18 |
Samenvatting | Informeel bestuur is goed bestuur. Tegenwoordig lijkt dit het devies. Een prettig contact met de overheid is niet gebaat bij slepende bezwaarprocedures en een bestuur dat zich ingraaft in regelgeving. Ons openbaar bestuur heeft een menselijk gezicht nodig. Denk aan de ambtenaar die dat belangrijke telefoontje pleegt met verontruste buurtbewoners en helder uitlegt waarom een verkeersmaatregel wordt genomen. So far so good. Onze rechtsstaat verlangt overigens tot op zekere hoogte juist geformaliseerd bestuur. Dit waarborgt onpartijdigheid en beperkte overheidsmacht. Procedures dragen ook bij aan de kenbaarheid van besluitvorming. Zo bezien is er altijd een inherent spanningsveld tussen informaliteit en recht. |
Auteur(s) | R.J.N. Schlössels |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Rubriek | Artikelen |
---|---|
Titel | Het tijdelijk huisverbod: een zorgzame sanctie |
Citeertitel | Gst. 2014/19 |
Samenvatting | Bijna vijf jaar na inwerkingtreding van de Wet tijdelijk huisverbod is de wet veelvuldig onderwerp geweest van evaluaties op lokaal en landelijk niveau. Uit dergelijke evaluaties komen vaak knelpunten naar voren met betrekking tot bijvoorbeeld gemeentelijke werkprocessen of de personele capaciteit van hulpverleningsinstellingen. Slechts beperkt geven de evaluaties zicht op juridische knelpunten in de uitvoering. In 2013 werd een inventariserend onderzoek uitgevoerd, juist op dat thema. In dit artikel komen de belangrijkste bevindingen uit die studie aan bod. Belangrijkste conclusie: er is vooral veel onduidelijkheid over de rechterlijke uitleg van (bepaalde elementen van) de wet. Knelpunten die nopen tot een wetswijziging zijn op grond van het onderzoek niet aan te wijzen. |
Auteur(s) | A. Schreijenberg |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Rubriek | Jurisprudentie |
---|---|
Titel | Rechtbank Amsterdam 04-07-2013 |
Citeertitel | Gst. 2014/20 |
Samenvatting | Onderzoeksplicht bij Wob-verzoeken; bestuurlijke aangelegenheid. |
Samenvatting (Bron) | RTL Nederland B.V. (RTL) heeft de staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu verzocht om in het kader van de Wet openbaarheid van bestuur (Wob) informatie te verstrekken over de punctualiteit (vertrek- en aankomsttijden) van de treinen van NS in de periode van 2009 tot heden. De staatssecretaris heeft dit verzoek afgewezen omdat de door RTL gevraagde informatie, volgens de staatssecretaris niet bij hem berust en ook niet hoeft te berusten. De informatie is fysiek niet op het departement aanwezig en hij heeft daar dan ook geen toegang toe. Voor zover de gevraagde informatie bij ProRail of de NS aanwezig is, merkt de staatssecretaris op dat deze niet werkzaam zijn onder zijn verantwoordelijkheid. Het zijn zelfstandige privaatrechtelijke rechtspersonen en er is geen sprake van overwegende overheidsinvloed. NS en ProRail zijn slechts gehouden die informatie aan de staatssecretaris te verstrekken die voor de uitvoering van de concessie noodzakelijk is. De rechtbank heeft vastgesteld dat de gevraagde informatie zich bij ProRail bevindt. De rechtbank is van oordeel dat ProRail grotendeels financieel afhankelijk is van de staatssecretaris. Verder beschikt de staatssecretaris over verschillende vormen van sturing en toezicht op ProRail, die zijn uitgewerkt in de Beheerconcessie. Via het aandeelhouderschap van de Staat, heeft de staatssecretaris verder belangrijke sturings- en toezichtbevoegdheden, die hij ook daadwerkelijk benut. De rechtbank is van oordeel dat genoemde omstandigheden ieder op zichzelf beschouwd onvoldoende zijn om te kunnen spreken van overwegende overheidsinvloed. Het samenstel van deze omstandigheden leidt de rechtbank echter tot de conclusie dat in dit geval sprake is van overwegende overheidsinvloed voor zover het de publieke taakvoering door ProRail betreft met betrekking tot de taken als spoorbeheerder en verkeersleider, met onder meer als kernprestatie de kwaliteit van de informatievoorziening. De rechtbank concludeert dat ProRail in ieder geval voor wat betreft de hier relevante publieke taken als een onder verantwoordelijkheid van de staatssecretaris werkzaam bedrijf moet worden aangemerkt en dat de daarmee samenhangende informatie die zich bij ProRail bevindt daarom onder de reikwijdte van artikel 3 van de Wob valt. De staatssecretaris was dan ook gehouden de door RTL gevraagde informatie bij ProRail op te vragen en vervolgens inhoudelijk te toetsen of die informatie openbaar gemaakt kon worden op grond van de Wob. Nu de staatssecretaris dit heeft nagelaten, is het bestreden besluit onzorgvuldig voorbereid en ondeugdelijk gemotiveerd en komt het daarom voor vernietiging in aanmerking. |
Uitspraak | ECLI:NL:RBAMS:2013:3969 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Rubriek | Jurisprudentie |
---|---|
Titel | Raad van State 11-12-2013 |
Citeertitel | Gst. 2014/21 |
Samenvatting | Onderzoeksplicht bij Wob-verzoeken; bestuurlijke aangelegenheid. |
Samenvatting (Bron) | Bij besluit van 13 november 2009 heeft het college het verzoek van [appellant] om verstrekking van gegevens waaruit blijkt dat een met naam genoemde persoon van het reïntegratiebedrijf Stichting Kompaan (hierna: Kompaan) is gekwalificeerd om mensen met een grote achterstand tot de arbeidsmarkt te begeleiden, afgewezen. |
Annotator | C.N. van der Sluis |
Uitspraak | ECLI:NL:RVS:2013:2357 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Titel | Raad van State 11-09-2013 |
---|---|
Citeertitel | Gst. 2014/22 |
Samenvatting | Parkeernorm uit Bouwverordening 2010 waarborgt voldoende parkeerplaatsen en voorkomt parkeeroverlast. Ontheffing parkeernorm uit Bouwverordening 2010 verleend zonder daaraan verbonden financiële voorwaarde. Beroep concurrent op artikel 2.5.30 Bouwverordening 2010 ketst af op relativiteitsvereiste. |
Samenvatting (Bron) | Bij besluit van 12 april 2005 heeft het college aan de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Modulus Projectontwikkeling B.V. vrijstelling en bouwvergunning verleend voor het wijzigen van de gevels en het intern veranderen van de voormalige bibliotheek op het perceel Dr. H.J. Colijnlaan 343 te Rijswijk (hierna: het perceel) ter vestiging van een sportschool aldaar. |
Annotator | K. Lagrouw |
Uitspraak | ECLI:NL:RVS:2013:1146 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Titel | Raad van State 16-10-2013 |
---|---|
Citeertitel | Gst. 2014/23 |
Samenvatting | Weigering exploitatievergunning voor een horecabedrijf. Grondslag voor het verkrijgen van gegevens omtrent slecht levensgedrag van de leidinggevende. |
Samenvatting (Bron) | Bij besluit van 29 april 2011 heeft de burgemeester geweigerd [appellant] een exploitatievergunning te verlenen voor [horecabedrijf] op het adres [locatie] te Maastricht. |
Annotator | C.W.M. van Alphen |
Uitspraak | ECLI:NL:RVS:2013:1523 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Rubriek | Jurisprudentie |
---|---|
Titel | Raad van State 24-12-2013 |
Citeertitel | Gst. 2014/24 |
Samenvatting | Artikel 5:35 Awb. Hangende de procedure tegen de weigering om tot invordering van een verbeurde dwangsom over te gaan verjaart de bevoegdheid tot invordering. Wat had de derde-belanghebbende kunnen doen om dit te voorkomen? |
Samenvatting (Bron) | Bij besluit van 14 maart 2012 heeft het college geweigerd tot invordering van een dwangsom over te gaan, opgelegd aan [belanghebbende]. |
Annotator | C.J. IJdema |
Link | Volledige tekst (avdw.nl) |
Uitspraak | ECLI:NL:RVS:2013:2626 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Rubriek | Opinie |
---|---|
Titel | Belanghebbendheid en rechtszekerheid in het omgevingsrecht |
Citeertitel | Gst. 2014/25 |
Samenvatting | De niet-eigenaar van een perceel weet nog steeds niet goed of hij een aanvraag om een omgevingsvergunning mag indienen. In 2005 deed de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (de Afdeling) een verwarrende uitspraak (ABRvS 29 juni 2005, ECLI:NL:RVS:2005:AT8437 (Roosendaal)). Uit de diverse uitspraken tot nu toe blijkt die nog steeds door te dreunen. |
Auteur(s) | E. Veldman |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |