Rubriek | Arbeidsrecht |
---|---|
Titel | Naar een nieuw ontslagrecht (5): van kantonrechtersformule naar transitievergoeding |
Citeertitel | Bb 2014/41 |
Samenvatting | Met een uiteenzetting van de verschillende vergoedingen zoals die gaan gelden op grond van de Wet Werk en Zekerheid komt een einde aan de reeks artikelen waarin de hoofdlijnen van de nieuwe wet in Bedrijfsjuridische berichten uiteen zijn gezet. In de eerste vier artikelen is door mr. Rutgers, mr. Noordoven en mr. Van der Kamp ingegaan op de verschillende aanpassingen die de Wet Werk en Zekerheid met zich brengt. Zoals ten aanzien van de arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd, de proeftijd, het concurrentiebeding en het ontslagrecht. Onlosmakelijk verbonden met dit laatste onderwerp is de wijziging van het systeem van ontslagvergoedingen. Vergoedingen op basis van de kantonrechtersformule en kennelijk onredelijk ontslag keren niet terug. Hiervoor in de plaats komen de transitievergoeding en de billijke vergoeding. Deze wijziging treedt per 1 juli 2015 in werking. |
Auteur(s) | M.A. Goldschmidt |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Rubriek | Contractenrecht |
---|---|
Titel | Voordeel door een toerekenbare tekortkoming van een derde; geniet met mate! |
Citeertitel | Bb 2014/42 |
Samenvatting | Het rechtsverkeer bestaat uit een web van belangen; het belang van contractspartijen over en weer, maar ook de belangen van derden. Een belangrijke regel in ons rechtssysteem is dat niet in strijd mag worden gehandeld met hetgeen men volgens ongeschreven recht in het maatschappelijke verkeer betaamt (art. 6:162 lid 2 BW). Onder deze (gedrags)norm valt dat men in het rechtsverkeer – onder omstandigheden – ook rekening dient te houden met belangen van derden. De Hoge Raad heeft op 28 maart 2014 (JN 2014/194, Bb 2014/42.1) een arrest gewezen waarin het kader van deze norm (nogmaals) duidelijk naar voren komt. Het arrest vormt een mooie aanleiding om kort stil te staan bij het leerstuk van het genieten van voordeel uit een wanprestatie die plaatsvindt in een contractuele verhouding waarbij men zelf geen partij is. |
Auteur(s) | I.I. van Tuyll van Serooskerken |
Link | Volledige tekst (vbk.nl) |
Uitspraak | ECLI:NL:HR:2014:740 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Rubriek | Faillissementsrecht |
---|---|
Titel | Het bewijsvermoeden ter zake van wetenschap van benadeling ex art. 43 lid 1 sub 2 Fw ziet niet op zekerheidstelling voor nieuw krediet |
Citeertitel | Bb 2014/43 |
Samenvatting | Uit het hier te bespreken arrest wordt duidelijk dat het bewijsvermoeden ter zake van wetenschap van benadeling ex art. 43 lid 1 , aanhef en sub 2 Fw niet ruim mag worden uitgelegd en niet ziet op een rechtshandeling waarin bij het aangaan van een nieuwe kredietrelatie zekerheid wordt bedongen voor de verschaffing van krediet. Dit arrest is gunstig voor kredietverstrekkers, omdat de curator dan zal moeten stellen – en zo nodig moeten bewijzen – dat aan de zijde van de zekerheidsverschaffer en de zekerheidsnemer wetenschap van benadeling aanwezig was ten tijde van het verrichten van de desbetreffende rechtshandeling. |
Auteur(s) | M. Asker |
Uitspraak | ECLI:NL:HR:2013:CA3762 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Rubriek | Bank- en effectenrecht |
---|---|
Titel | Over de invulling van de bijzondere zorgplicht bij renteswaps en de verhouding tot de MiFID |
Citeertitel | Bb 2014/44 |
Samenvatting | Op 15 april 2014 heeft het Hof ’s-Hertogenbosch zich uitgelaten over de invulling van de bijzondere zorgplicht bij renteswaps. Opmerkelijk aan dit arrest is dat het hof zijn stellingen heeft onderbouwd met wetsartikelen uit de Wft, MiFID en Bgfo. In deze annotatie wordt de onderbouwing van het hof afgezet tegen het wettelijk kader en de zorgplicht-jurisprudentie. Ook wordt aan de hand van dit arrest aangegeven hoe de publiekrechtelijke zorgplicht en de privaatrechtelijke bijzondere zorgplicht zich tot elkaar verhouden. |
Auteur(s) | L.H.K. Bogers |
Uitspraak | ECLI:NL:GHSHE:2014:1052 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |