AB Rechtspraak Bestuursrecht

Uitgever Wolters Kluwer
Tijdschrift AB Rechtspraak Bestuursrecht
Datum 12-06-2015
Aflevering 26
RubriekABRvS
TitelRaad van State 27-05-2015
CiteertitelAB 2015/204
SamenvattingOmgevingsvergunning. Aanwijzing categorieën gevallen waarin geen verklaring van geen bedenkingen is vereist. Aanwijzing te ruim en te algemeen. Aanwijzingsbesluit onverbindend.
Samenvatting (Bron)Bij besluit van 23 april 2013 heeft het college omgevingsvergunning eerste fase verleend aan vergunninghouder] om het terrein van de bedrijfsruimte [locatie] te Den Haag (hierna: het perceel) in afwijking van het ter plaatse geldende planologisch regime te gebruiken voor het oprichten van een windturbine.
AnnotatorA.G.A. Nijmeijer
UitspraakECLI:NL:RVS:2015:1655
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekABRvS
TitelRaad van State 02-07-2014
CiteertitelAB 2015/205
SamenvattingMarginale toetsing 32; wegens beoordelingsvrijheid marginale toetsing van beoordeling of een hond gevaarlijk of hinderlijk is en aangelijnd/gemuilkorfd moet worden.
Samenvatting (Bron)Bij besluit van 5 januari 2012 heeft het college aan [appellant] bekendgemaakt dat het de twee herdershonden (hierna: de honden) van [appellant] gevaarlijk acht en heeft het [appellant] voor de honden een aanlijn- en muilkorfgebod opgelegd.
AnnotatorL.J.A. Damen
UitspraakECLI:NL:RVS:2014:2380
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekABRvS
TitelRaad van State 23-12-2014
CiteertitelAB 2015/206
SamenvattingBij schorsing van het besluit een nieuw bijtincident mogelijk; daarom het algemeen belang zwaarwegender.
Samenvatting (Bron)Bij besluit van 9 september 2013 heeft de burgemeester de hond van [verzoeker] (een rottweiler genaamd [naam]) in beslag genomen en in bewaring gesteld.
AnnotatorL.J.A. Damen
UitspraakECLI:NL:RVS:2014:4779
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekABRvS
TitelRaad van State 24-12-2014
CiteertitelAB 2015/207
SamenvattingMarginale toetsing 33: gezien de belangenafweging in redelijkheid een aanlijn- en muilkorfgebod opgelegd.
Samenvatting (Bron)Bij besluit van 5 december 2012 heeft het dagelijks bestuur [appellant] de verplichting opgelegd diens reu, een wit gevlekte Stafford (hierna: de hond), aangelijnd en gemuilkorfd te houden, indien de hond zich op de openbare weg, en binnen hondenuitrenzones in de deelgemeente Charlois, bevindt.
AnnotatorL.J.A. Damen
UitspraakECLI:NL:RVS:2014:4659
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekCRvB
TitelCentrale Raad van Beroep 10-12-2014
CiteertitelAB 2015/208
SamenvattingKwijtschelding of afzien van (verdere) invordering kan niet worden gebaseerd op titel 4.4 Awb.
Samenvatting (Bron)Nu de geldschuld van betrokkene voortvloeit uit het besluit om de eerder vastgestelde eigen bijdrage met terugwerkende kracht te herzien, komt CAK, omdat het daarbij om de toepassing van een discretionaire bevoegdheid gaat, ook de bevoegdheid toe om de daaruit voortvloeiende geldschuld in de vorm van een eigen bijdrage geheel of gedeeltelijk kwijt te schelden. Het is aan betrokkene om te stellen en te onderbouwen welke omstandigheden aanleiding zouden moeten geven om zijn verzoek tot kwijtschelding te honoreren. Betrokkene heeft in dat verband niets aangevoerd. Van omstandigheden die voor CAK aanleiding hadden moeten vormen om het verzoek om kwijtschelding te honoreren, is niet gebleken.
AnnotatorY.M. van der Vlugt
UitspraakECLI:NL:CRVB:2014:3671
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekCRvB
TitelCentrale Raad van Beroep 21-01-2015
CiteertitelAB 2015/209
SamenvattingVaststelling en terugvordering PGB, belangenafweging.
Samenvatting (Bron)Terugvordering PGB omdat de besteding niet is verantwoord.
AnnotatorY.M. van der Vlugt
UitspraakECLI:NL:CRVB:2015:187
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekGerechtshoven
TitelGerechtshof Arnhem-Leeuwarden 29-04-2015
CiteertitelAB 2015/210
SamenvattingOp (uitdrukkelijke) intrekking bezwaar kan niet worden teruggekomen. Gebrek aan rechtseenheid P.
Samenvatting (Bron)In geschil is in geschil de vraag of belanghebbende haar bezwaar heeft ingetrokken en, zo dit niet het geval is, de Inspecteur terecht en tot het juiste bedrag de door belanghebbende afgetrokken giften in verband met vrijwilligerswerk voor de Stichtingen heeft gecorrigeerd.
AnnotatorR. Ortlep
UitspraakECLI:NL:GHARL:2015:3020
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekRechtbanken
TitelRechtbank Oost-Brabant 14-04-2015
CiteertitelAB 2015/211
SamenvattingRioolheffing. Aan art. 9 KRW komt geen rechtstreekse werking toe.
Samenvatting (Bron)Rioolheffing. Eiseres beroept zich op artikel 9 van de Kaderrichtlijn Water (Richtlijn 2000/60/EG van 23 oktober 2000). De rechtbank oordeelt dat aan deze bepaling geen rechtstreekse werking toekomt.
AnnotatorP.E. Lindhout
UitspraakECLI:NL:RBOBR:2015:2090
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekRechtbanken
TitelRechtbank Rotterdam 19-12-2014
CiteertitelAB 2015/212
SamenvattingWWB-boete-oplegging. Gezamenlijke huishouding. Subjectieve verwijtbaarheid.
Samenvatting (Bron)Intrekking, terugvordering en boeteoplegging door het college van burgemeester en wethouders van bijstand verstrekkende gemeente wegens het niet opgeven van drie bankrekeningen. Objectief inlichtingenverzuim beide echtelieden. Dat eiser naar hij stelt eerst vanaf het beslag op de hoogte raakte van deze rekeningen doet hier niet aan af, omdat het hier gaat om bijstand die aan eisers gezamenlijk is toegekend. Intrekking was tot 1 juli 2013 een bevoegdheid en nadien een plicht. Voor beide perioden kan het intrekkingsbesluit stand houden. Functiescheiding is formeel gezien niet nageleefd, maar de boetezaak is feitelijk niet voorbereid door de medewerker die het besluit heeft genomen. Toepassing artikel 6:22 Awb. Verweerder is blijkbaar van oordeel dat indien ten gevolge van inlichtingenverzuim ten onrechte of teveel gezinsbijstand is verstrekt beide echtgenoten een bestuurlijke boete krijgen opgelegd, ongeacht aan wie een subjectief verwijt kan worden gemaakt. Verweerder miskent hiermee dat de oplegging van een bestuurlijke boete een bestraffende sanctie behelst en dat eisers in dit verband niet alleen objectief bezien van het niet nakomen van artikel 17 lid 1 WWB een verwijt moet kunnen worden gemaakt, maar dat hen ook ieder een subjectief verwijt – in de zin van artikel 5:41 van de Awb – moet kunnen worden gemaakt. Het bestreden besluit kan voor zover het ziet op de boete voorts geen stand houden wegens strijd met de wet, omdat verweerder een hogere boete heeft opgelegd dan het maximumboetebedrag waarin artikel 18a lid 1 WWB voorziet, te weten het benadelingsbedrag, dat in dit geval € 5.298,61 bedraagt. Dat artikel 2 lid 2 Boetebesluit socialezekerheidswetten voorziet in een afronding naar boven op een veelvoud van € 10 kan daar niet aan afdoen. Aangezien aangenomen moet worden dat eiser pas op de hoogte kwam van het bestaan van de drie bankrekeningen van eiseres die niet zijn opgegeven bij de aanvraag om bijstand kan hem slechts een bestuurlijke boete worden opgelegd over de periode vanaf 6 juni 2013. Omdat op die dag beslag werd gelegd en toen mogelijk wel een recht op bijstand zou hebben kunnen ontstaan, kan er vanaf die dag geen goede relatie worden gelegd met een benadelingsbedrag. Onder die omstandigheden acht de rechtbank de minimale boete van € 150,- passend en geboden ten aanzien van eiser. De omstandigheden van eisers geven de rechtbank aanleiding het aan eiseres op te leggen boetebedrag vast te stellen op € 1.500. De rechtbank bepaalt dat het totale bedrag aan boetes dat eisers tezamen aan verweerder zullen moeten voldoen niet meer bedraagt dan het hoogste boetebedrag, te weten € 1.500. De rechtbank neemt hierbij in aanmerking dat dit boetebedrag is gerelateerd aan verstrekte gezinsbijstand, zodat het niet in de rede ligt om de afzonderlijke boetebedragen bij elkaar op te tellen.
AnnotatorC.W.C.A. Bruggeman
UitspraakECLI:NL:RBROT:2014:10364
Artikel aanvragenVia Praktizijn