AB Rechtspraak Bestuursrecht

Uitgever Wolters Kluwer
Tijdschrift AB Rechtspraak Bestuursrecht
Datum 18-09-2015
Aflevering 35
RubriekHvJ EU
TitelHvJ EU 04-06-2015, C-5/14, ECLI:EU:C:2015:354
CiteertitelAB 2015/312
SamenvattingBevoegdheid tot het stellen van prejudiciële vragen aan het Hof van Justitie niet beperkt door incidentele procedure voor grondwettigheidstoetsing.
Samenvatting (Bron)Arrest van het Hof (Derde kamer) van 4 juni 2015.#Kernkraftwerke Lippe-Ems GmbH tegen Hauptzollamt Osnabruck.#Verzoek van het Finanzgericht Hamburg om een prejudiciele beslissing.#Prejudiciele verwijzing - Artikel 267 VWEU - Incidentele procedure voor grondwettigheidstoetsing - Toetsing van een nationale wet aan zowel het Unierecht als de grondwet van de betrokken lidstaat - Mogelijkheid voor de nationale rechter om bij het Hof van Justitie een verzoek om een prejudiciele beslissing in te dienen - Nationale regeling die voorziet in de heffing van een belasting over het gebruik van splijtstof - Richtlijnen 2003/96/EG en 2008/118/EG - Artikel 107 VWEU - Artikelen 93 EA, 191 EA en 192 EA.#Zaak C-5/14.
UitspraakECLI:EU:C:2015:354
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekABRvS
TitelRaad van State 10-06-2015
CiteertitelAB 2015/313
SamenvattingLuchtkwaliteit; Nationaal samenwerkingsprogramma luchtkwaliteit. Toetsing aan grenswaarden. Exceptieve toetsing NSL.
Samenvatting (Bron)Bij besluit van 4 september 2014 heeft de minister het tracébesluit "A27/A1 Aansluiting Utrecht Noord - Knooppunt Eemnes - Aansluiting Bunschoten-Spakenburg" vastgesteld.
AnnotatorW.J. Bosma
LinkVolledige tekst annotatie (Van der Feltz advocaten)
UitspraakECLI:NL:RVS:2015:1837
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekABRvS
TitelRaad van State 14-01-2015
CiteertitelAB 2015/314
SamenvattingBeleidsregel. Handhaving van algemene norm dat zorgaanbieder verantwoorde zorg dient aan te bieden.
Samenvatting (Bron)Op 4 september 2013 is op de website van de Inspectie voor de Gezondheidszorg (hierna: IGZ) een nieuwsbericht geplaatst, volgens hetwelk de IGZ van oordeel is dat het gebruik van hoog cervicale manipulaties op dit moment niet verantwoord is en dat IGZ dat oordeel hanteert als handhavingsnorm.
AnnotatorH.E. Bröring
UitspraakECLI:NL:RVS:2015:58
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekABRvS
TitelRaad van State 01-07-2015
CiteertitelAB 2015/315
SamenvattingBoetematigingsverweer wegens dralend handelen na constatering en voor boeterapport terecht verworpen. Door met twee handelsondernemingen vreemdelingen te werk te stellen kunnen twee bestuurlijke boetes worden opgelegd. Doorbelasten boetes door anderen in keten levert geen boetematiging op.
Samenvatting (Bron)Bij besluit van 28 november 2013 heeft de minister [appellant A] een boete opgelegd van 24.000,00 wegens overtreding van artikel 2, eerste lid, van de Wet arbeid vreemdelingen (hierna: de Wav).
AnnotatorO.J.D.M.L. Jansen
UitspraakECLI:NL:RVS:2015:2066
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekABRvS
TitelRaad van State 18-02-2015
CiteertitelAB 2015/316
SamenvattingMatiging wegens verminderde verwijtbaarheid bij onduidelijke arbeidsmarktaantekening. De rol van VCA-certificering en contractueel bedingen van Wav-naleving alsmede steekproefsgewijze controle op de werkplek bij bepalen verwijtbaarheid.
Samenvatting (Bron)Bij besluit van 25 april 2013 heeft de minister [appellante sub 2] een boete opgelegd van 80.000,00 wegens overtreding van artikel 2, eerste lid, van de Wet arbeid vreemdelingen (hierna: de Wav).
AnnotatorO.J.D.M.L. Jansen
UitspraakECLI:NL:RVS:2015:456
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekABRvS
TitelRaad van State 05-08-2015
CiteertitelAB 2015/317
SamenvattingMatiging wegens verminderde verwijtbaarheid door onduidelijke arbeidsmarktaantekening alleen mogelijk indien het verblijfsdocument voor aanvang werkzaamheden daadwerkelijk is gecontroleerd.
Samenvatting (Bron)Bij besluit van 20 maart 2013 heeft de minister de stichting, voor zover thans van belang, een boete opgelegd van 48.000,00 wegens overtreding van artikel 2, eerste lid, van de Wet arbeid vreemdelingen (hierna: de Wav).
AnnotatorO.J.D.M.L. Jansen
UitspraakECLI:NL:RVS:2015:2516
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekABRvS
TitelRaad van State 15-10-2014
CiteertitelAB 2015/318
SamenvattingGeen boetematiging wegens verminderde verwijtbaarheid door onduidelijke arbeidsmarktaantekening, omdat het beleid niet voorziet in matiging bij aanstelling binnen twaalf maanden na afgifte verblijfsdocument.
Samenvatting (Bron)Bij besluit van 4 oktober 2012 heeft de minister [appellante] een boete van 8.000,00 opgelegd wegens overtreding van artikel 2, eerste lid, van de Wet arbeid vreemdelingen (hierna: de Wav).
AnnotatorO.J.D.M.L. Jansen
UitspraakECLI:NL:RVS:2014:3699
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekABRvS
TitelRaad van State 24-12-2013
CiteertitelAB 2015/319
SamenvattingBoetematiging wegens verminderde verwijtbaarheid als gevolg van onduidelijke arbeidsmarktaantekening. Geen volledig ontbrekende verwijtbaarheid.
Samenvatting (Bron)Bij besluit van 3 mei 2011 heeft de minister [wederpartij] een boete van 24.000,00 opgelegd wegens overtreding van artikel 2, eerste lid, van de Wet arbeid vreemdelingen (hierna: de Wav).
AnnotatorO.J.D.M.L. Jansen
UitspraakECLI:NL:RVS:2013:2632
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekCRvB
TitelCentrale Raad van Beroep 22-05-2015
CiteertitelAB 2015/320
SamenvattingVergoeding van cursusgelden houdt in dit geval geen verband met de wettelijke re-integratieplicht van werkgever als bedoeld in art. 42 van de Wet WIA, maar ligt in de civielrechtelijke verhouding tussen partijen als werkgever en als werknemer. Derhalve treedt werkgever niet op als bestuursorgaan en is hier geen sprake van een besluit in de zin van art. 1:3 van de Awb waartegen op grond van art. 7:1 van de Awb bezwaar kan worden gemaakt.
Samenvatting (Bron)Appellant heeft werkgever (ERD) verzocht hem cursusgelden te vergoeden voor het behoud van zijn beroepscertificering. Werkgever heeft dit verzoek bij e-mailbericht van 6 november 2012 afgewezen. Tegen deze afwijzing heeft appellant bezwaar gemaakt en nadien bij de rechtbank beroep ingesteld tegen het uitblijven van een beslissing van werkgever op het bezwaar. Uit de verklaringen ter zitting van de Raad vloeit voort dat de vergoeding van de cursuskosten geen verband houdt met de wettelijke re-integratieplicht van werkgever abi artikel 42 van de Wet WIA, maar dat de weigering haar oorsprong vindt in de civielrechtelijke verhouding tussen partijen als werkgever en als werknemer. In die verhouding treedt werkgever niet op als bestuursorgaan, zodat de beslissing van 6 november 2012 niet is aan te merken als een besluit in de zin van artikel 1:3 van de Awb waartegen op grond van artikel 7:1 van de Awb bezwaar kan worden gemaakt.
AnnotatorJ.A.F. Peters
UitspraakECLI:NL:CRVB:2015:1712
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekCBb
TitelCollege van Beroep voor het bedrijfsleven 14-07-2015
CiteertitelAB 2015/321
SamenvattingHoger beroep. Telemarketing loterijen en bel me niet register. Bewijs dat verbinding tot stand is gebracht vereist.
Samenvatting (Bron)Boete i.v.m. telemarketing Voor het overbrengen van communicatie via de telefoon, ook als deze ongevraagd is, is in ieder geval noodzakelijk dat een verbinding tot stand wordt gebracht. Naar het oordeel van het College betekent dit, dat ACM, bij gebreke van het directe bewijs van de communicatie zelf, tenminste dient aan te tonen dat het gebruik van de contactgegevens er toe heeft geleid dat een verbinding tot stand is gebracht. Ook ten aanzien van de boete op grond van artikel 11.7, twaalfde lid van de Tw (oud), geldt dat ACM (onder meer) dient aan te tonen dat het gebruik van de contactgegevens ertoe heeft geleid dat er een verbinding tot stand is gebracht. Zoals het College heeft geoordeeld in haar uitspraak van 10 juli 2014 (ECLI:NL:CBB:2014:245), hoeft het recht van verzet immers alleen te worden aangeboden indien het gebruik van de contactgegevens ertoe leidt dat een verbinding met de abonnee tot stand wordt gebracht en met deze wordt gecommuniceerd. Het College kan uit de in de procedure overgelegde stukken en databestanden niet het bewijs putten dat telkens een verbinding tot stand is gebracht. Achter de telefoonnummers die in de databestanden zijn opgenomen zijn soms data en tijdstippen opgegeven. Echter, en anders dan ACM betoogt, ontbreken resultaatscodes, resultaatformulieren of andere gegevens zoals de gespreksduur waaruit kan worden geconcludeerd dat een verbinding tot stand is gebracht. De enkele, algemene bevestiging door de loterijen dat de telefoonnummers in de belbestanden zijn gebruikt, is ontoereikend als bewijs dat met dat gebruik een verbinding tot stand is gebracht. ACM heeft zodoende niet aangetoond dat de loterijen communicatie hebben overgebracht.
AnnotatorW. Sauter
UitspraakECLI:NL:CBB:2015:197
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekCBb
TitelCollege van Beroep voor het bedrijfsleven 14-07-2015
CiteertitelAB 2015/322
SamenvattingHoger beroep. Telemarketing loterijen en recht van verzet. Bewijs dat met abonnee is gesproken.
Samenvatting (Bron)ACM heeft een boete opgelegd wegens overtreding van artikel 11.7, negende en tiende lid, in samenhang met het vijfde lid, van de Telecommunicatiewet (Tw) (overtreding 1) en artikel 11.7, twaalfde lid, van de Tw (overtreding 2). Overtreding 1 overbrengen ongevraagde communicatie Voor het overbrengen van communicatie via de telefoon, ook als deze ongevraagd is, is in ieder geval noodzakelijk dat een verbinding tot stand wordt gebracht. Naar het oordeel van het College, en anders dan de rechtbank in de bestreden uitspraak, betekent dit dat ACM, bij gebreke van het directe bewijs van de communicatie zelf, tenminste dient aan te tonen dat het gebruik van de contactgegevens er toe heeft geleid dat een verbinding tot stand is gebracht, waarbij in het midden kan blijven of het daadwerkelijk de abonneehouder zelf was die telkens heeft opgenomen. Dit bewijs heeft ACM niet geleverd. Overtreding 2 respecteren recht van verzet Artikel 11.7, twaalfde lid, van de Tw bevat een verdere uitwerking van artikel 11.7, vierde lid, van de Tw (oud), en bepaalt in de kern, in vrijwel gelijkluidende bewoordingen, nog steeds dat de abonnee bij elke overgebrachte communicatie de mogelijkheid wordt geboden om verzet aan te tekenen tegen het verder gebruik van zijn elektronische contactgegevens. Dat de wetgever in bepaalde passages in de toelichting op het twaalfde lid van artikel 11.7 van de Tw waarnaar ACM verwijst, de term degene die gebeld wordt en degene met wie hij het gesprek aangaat gebruikt, terwijl hij in andere passages waarnaar ACM niet verwijst, weer wel de term abonnee gebruikt, kan aan de duidelijke betekenis van de term abonnee in artikel 11.7, twaalfde lid, van de Tw en aan de overeenkomst van deze tekst met die van artikel 11.7, vierde lid, van de Tw (oud), niet afdoen. Het College ziet dan ook geen reden de bepaling in artikel 11.7, twaalfde lid, van de Tw in dit opzicht anders uit te leggen dan de bepaling van artikel 11.7, vierde lid, van de Tw (oud). Naar het oordeel van het College dient ACM derhalve aan te tonen dat met abonnees is gesproken indien zij een boete wil opleggen voor een overtreding van artikel 11.7, twaalfde lid, van de Tw. ACM heeft dit niet gedaan. Het argument van ACM dat in deze zaak bijna 900.000 telefoonnummers zijn gebeld, zodat het niet anders kan dan dat in een niet te verwaarlozen aantal gevallen met de abonnee zelf is gesproken kan niet overtuigen. Zoals hiervoor is overwogen, is slechts van één belbestand, te weten het belbestand behorende bij campagne 61, bij 93 belregels (van de 138) een reactie van de gebelde persoon opgenomen. Uit die reacties kan echter niet worden opgemaakt of de persoon met wie is gesproken de abonnee is. Omdat zonder nader bewijs van ACM niet kan worden uitgesloten dat in de betreffende 93 gesprekken niet met de abonnee is gesproken, kan het belbestand niet dienen als bewijs dat met de abonnee is gesproken.
AnnotatorW. Sauter
UitspraakECLI:NL:CBB:2015:198
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekCBb
TitelCollege van Beroep voor het bedrijfsleven 21-07-2015
CiteertitelAB 2015/323
SamenvattingTariefplafonds. Terugwerkende kracht.
Samenvatting (Bron)vertrouwelijke stukken, te laat indienen beroepsgrond, geen nieuwe beroepsgrond na tussenuitspraak, terugwerkende kracht
AnnotatorW. Sauter
UitspraakECLI:NL:CBB:2015:260
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekCBb
TitelCollege van Beroep voor het bedrijfsleven 03-07-2015
CiteertitelAB 2015/324
SamenvattingPrejudiciële vraag. Levering abonneegegevens aan onderneming in andere lidstaat. Differentiatie bij vragen van toestemming.
Samenvatting (Bron)Prejudiciële vragen over de uitleg van artikel 25, tweede lid, van Richtlijn 2002/22/EG (Universeledienstrichtlijn)_
AnnotatorW. Sauter
UitspraakECLI:NL:CBB:2015:271
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekCBb
TitelCollege van Beroep voor het bedrijfsleven 12-05-2015
CiteertitelAB 2015/325
SamenvattingMobiele afgiftetarieven. Verzoek om herstelbesluit.
Samenvatting (Bron)Afwijzing verzoek tot het nemen van een marktanalysebesluit over de markten voor mobiele gespreksafgifte over de periode 2005-2010 (of het relevante deel daarvan) met oplegging van passende tariefmaatregelen na vernietiging door het College van eerdere marktanalysebesluiten over die periode. Beroep ongegrond wegens onredelijk late indiening van het verzoek.
AnnotatorW. Sauter
UitspraakECLI:NL:CBB:2015:149
Artikel aanvragenVia Praktizijn