Gemeentestem

Uitgever Wolters Kluwer
Tijdschrift Gemeentestem
Datum 14-05-2016
Aflevering 7437
RubriekRedactioneel
TitelTelescoopprocedure Wmo 2015
CiteertitelGst. 2016/51
SamenvattingEen burger die het naar zijn gevoel niet meer alleen redt, kan zich melden bij het college van burgemeester en wethouders. Het college moet dan volgens de Wmo 2015 onderzoeken of er behoefte is aan maatschappelijke ondersteuning. Het college is verplicht de ontvangst van de melding van een cliënt te bevestigen en dient vervolgens in samenspraak met de cliënt onderzoek te verrichten. Het wettelijk verplichte onderzoek impliceert geenszins dat een maatwerkvoorziening wordt toegekend. Sterker: uitgangspunt is volgens de wetgever: ‘geen toekenning, tenzij’. De cliënt heeft pas aanspraak op een maatwerkvoorziening indien alternatieven zijn beproefd, zoals het vergroten van de zelfredzaamheid, mantelzorg via het eigen sociaal netwerk of een algemene voorziening.
Auteur(s)L.J.M. Timmermans
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekArtikelen
TitelDe gewijzigde Woningwet: versterking van de positie van de gemeenten?
CiteertitelGst. 2016/52
SamenvattingOp 1 juli 2015 is de gewijzigde Woningwet in werking getreden. Met de komst van deze wet en de daarbij horende regelgeving beoogde de wetgever de positie van gemeenten in de relatie tot de woningcorporaties te versterken. In dit artikel bespreken we op welke punten de positie van de gemeente door deze wet is gewijzigd en in hoeverre dit een versterking is. Daarbij gaan wij ook in op de positie van de gemeente als contractant van de corporatie en als achtervanger van het Waarborgfonds Sociale Woningbouw.
Auteur(s)E.A. van de Kuilen
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekArtikelen
TitelParkeren in het omgevingsrecht
CiteertitelGst. 2016/53
SamenvattingParkeren vormt een vast onderdeel van ieder ruimtelijk besluit. Dat geldt zeker sinds 29 november 2014. Bestemmingsplannen die worden vastgesteld na die datum moeten op juiste wijze de parkeernormen borgen in de planregels. Uitsluitend opnemen dat ‘voldoende parkeergelegenheid beschikbaar moet zijn’ is onvoldoende, blijkt uit recente jurisprudentie van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. In dit artikel wordt ingegaan op deze verplichting die volgt uit de Reparatiewet BZK. Daarnaast wordt stilgestaan bij tal van aspecten die komen kijken bij het vaststellen van de parkeerbehoefte van een beoogde ontwikkeling in het kader van vergunningverlening: wel of niet salderen, het juiste maatgevende moment bepalen, parkeernormen vs. parkeerkencijfers, ontheffing van de parkeernormen en storting in het parkeerfonds. Tot slot wordt een doorkijkje geboden naar de Omgevingswet.
Auteur(s)D.S.P. Roelands-Fransen , L. van der Meulen , A.E.M. van de Reijt , D. van Beusekom
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekJurisprudentie
TitelCollege van Beroep voor het bedrijfsleven 05-11-2015
CiteertitelGst. 2016/54
SamenvattingAfhaalcentrum. Winkel. Te ruime uitleg vrijstellingsbepaling winkeltijdenverordening. Niet verkoop op zon- en feestdagen bepalend maar situatie op alle dagen van openstelling. Rechtstreeks beroep. (Bodegraven-Reeuwijk)
Samenvatting (Bron)Afwijzing verzoek om handhaving wegens strijd met Winkeltijdenwet. Uitleg vrijstellingsbepaling van artikel 5a, aanhef en onder b, van de Verordening 2014. Geen sprake van verkoop van uitsluitend voor directe consumptie geschikte eetwaren.
AnnotatorW.P. Adriaanse
UitspraakECLI:NL:CBB:2015:369
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekJurisprudentie
TitelCollege van Beroep voor het bedrijfsleven 02-12-2015
CiteertitelGst. 2016/55
SamenvattingBezwaarschrift niet kennelijk ongegrond. Exceptieve toetsing in de bezwaarprocedure. Beoordeling bezwaarschrift ex nunc. Primaat gemeenteraad bij vrijstelling van winkelsluiting op zondag. Geen delegatie op grond van art. 156 Gemw. Wetshistorische interpretatie verordening. (Bodegraven-Reeuwijk)
Samenvatting (Bron)Winkeltijdenwet
AnnotatorW.P. Adriaanse
UitspraakECLI:NL:CBB:2015:453
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekJurisprudentie
TitelCentrale Raad van Beroep 20-01-2016
CiteertitelGst. 2016/56
SamenvattingMoment van ontstaan betalingsverplichting. Bestuursrechtelijke geldschuld. Formele rechtszekerheid. Onvoldoende duidelijkheid over rechtspositie. Doorbreking formele rechtskracht.
Samenvatting (Bron)Tussenuitspraak. Bezwaar ten onrechte niet-ontvankelijk verklaard wegens niet verschoonbare termijnoverschrijding. Uit een oogpunt van rechtsbescherming is niet aanvaardbaar dat appellante nadeel ondervindt van potentiële, door de wijze van besluitvorming van het Uwv ontstane onduidelijkheid of verwarring over haar rechtspositie. Dat appellante niet binnen de in de besluiten van 5 november 2013 genoemde termijnen van zes weken bezwaarschriften heeft ingediend tegen de in die besluiten vervatte herziening, terugvordering en boete kan haar daarom niet worden tegengeworpen. Het bezwaarschrift van 28 december 2013 had opgevat moeten worden als mede gericht tegen de besluiten van 5 november 2013 en had in zoverre ontvankelijk geacht moeten worden wegens verschoonbare termijnoverschrijding. Het Uwv en de rechtbank hebben dit niet onderkend. De Raad draagt het Uwv op om te beslissen op de bezwaren van appellante.
AnnotatorL.J.M. Timmermans
UitspraakECLI:NL:CRVB:2016:390
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekJurisprudentie
TitelCentrale Raad van Beroep 29-01-2016
CiteertitelGst. 2016/57
SamenvattingBestuurlijke lus; passeren van gebrek; in stand laten van rechtsgevolgen
Samenvatting (Bron)Gebrek niet meer passeren met toepassing art 6:22 Awb. Ter uitvoering van de tussenuitspraak (ECLI:NL:CRVB:2015:385) heeft het Uwv een rapport van de verzekeringsarts en een rapport van de arbeidsdeskundige ingezonden. Hiermee is alsnog afdoende motivering gegeven. Anders dan in het verleden (zie bijvoorbeeld ECLI:NL:CRVB:2014:2652) zal de Raad in een geval zoals dit, waarin een in een tussenuitspraak vastgesteld gebrek wordt hersteld met een nadere motivering die niet leidt tot wijzigingen in de bij het bestreden besluit tot stand gebrachte dan wel ontzegde rechtsgevolgen, geen toepassing meer geven aan art. 6:22 Awb. Daaraan ligt ten grondslag dat na de vaststelling in een tussenuitspraak dat sprake is van een gebrek, de bestuursrechter niet meer de ruimte behoort te hebben dat gebrek met een ongegrondverklaring van het tegen het bestreden besluit ingestelde beroep te "passeren". Dat betekent in het voorliggende geval dat - met vernietiging van de aangevallen uitspraak - het beroep gegrond wordt verklaard, het bestreden besluit wordt vernietigd wegens strijd met artikel 7:12, eerste lid, van de Awb en de rechtsgevolgen van het vernietigde besluit in stand worden gelaten.
AnnotatorL.M. Koenraad
UitspraakECLI:NL:CRVB:2016:375
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekJurisprudentie
TitelRaad van State 03-02-2016
CiteertitelGst. 2016/58
SamenvattingBestuursrechtelijke handhaving. Gebruik in strijd met het bestemmingsplan. Geen tijdig begin gemaakt met de procedure voor het verlenen van de omgevingsvergunning voor afwijkend planologisch gebruik of een tijdig ter inzage gelegd ontwerpbestemmingsplan tot legalisering van de illegale situatie. Geen concreet zicht op legalisatie op grond waarvan het college van burgemeester en wethouders het verzoek om handhaving kon afwijzen. Ex tunc-toetsing. (Reusel-De Mierden)
Samenvatting (Bron)Bij besluit van 16 februari 2012 heeft het college het verzoek van [appellante] om handhavend op te treden tegen de hoefsmederij van [partij] aan de [locatie] te Reusel (hierna: het perceel), afgewezen.
AnnotatorP.C.M. Heinen
UitspraakECLI:NL:RVS:2016:228
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekJurisprudentie
TitelRaad van State 10-02-2016
CiteertitelGst. 2016/59
SamenvattingOnderzoeksplicht bij Wob-verzoeken. Bewijslast dat een document niet of niet meer onder bestuursorgaan berust. Niet ongeloofwaardige mededeling.
Samenvatting (Bron)Bij besluit van 7 januari 2014 heeft de minister de aanvraag van [appellant] om kennisneming van bij de Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst (hierna: AIVD) aanwezige nieuwsbrieven ‘Hermandad’ die tussen 1997 en 1 januari 2001 zijn verschenen, gedeeltelijk toegewezen.
AnnotatorC.N. van der Sluis
UitspraakECLI:NL:RVS:2016:292
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekJurisprudentie
TitelRaad van State 02-03-2016
CiteertitelGst. 2016/60
SamenvattingInbreiding van woningen in een bestaande woonkern is in beginsel een normale maatschappelijke ontwikkeling; woningbouw lag in de lijn der verwachtingen; waardevermindering tot vijf procent niet zodanig zwaar dat de planschade niet voor rekening van de aanvrager kan worden gelaten.
Samenvatting (Bron)Bij afzonderlijke besluiten van 29 oktober 2013 heeft het college afzonderlijke aanvragen van [appellant A] en [appellant B] (hierna gezamenlijk en in enkelvoud: [appellant A]), [appellant C] en [appellant D] (hierna gezamenlijk en in enkelvoud: [appellant C]), [appellant E], [appellant F] en [appellant G] (hierna: gezamenlijk en in enkelvoud: [appellant F]), [appellant H] en [appellant I] en [appellant J] (hierna gezamenlijk en in enkelvoud: [appellant I]) om een tegemoetkoming in planschade afgewezen.
AnnotatorJ.W. van Zundert
UitspraakECLI:NL:RVS:2016:530
Artikel aanvragenVia Praktizijn