AB Rechtspraak Bestuursrecht

Uitgever Wolters Kluwer
Tijdschrift AB Rechtspraak Bestuursrecht
Datum 15-06-2017
Aflevering 24
RubriekEHRM
TitelEHRM, 15-11-2016, 24130/11
CiteertitelAB 2017/188
SamenvattingSamenloop van sancties. Fiscale boete en vrijheidsstraf wegens dezelfde vergrijpen. Ne bis in idem; nauw verband.
Samenvatting (Bron)No violation of Article 4 of Protocol No. 7 - Right not to be tried or punished twice-{general} (Article 4 of Protocol No. 7 - Right not to be tried or punished twice;Criminal offence)
AnnotatorT. Barkhuysen , M.L. van Emmerik
LinkVolledige tekst annotatie (Stibbe)
UitspraakECLI:CE:ECHR:2016:1115JUD002413011
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekABRvS
TitelRaad van State 29-03-2017
CiteertitelAB 2017/189
SamenvattingMarktvergunningen voor standplaats. Ne bis in idem.
Samenvatting (Bron)Bij besluit, verzonden op 29 januari 2015, heeft het college de aan [appellant] verleende marktvergunning ingetrokken per 4 februari 2015. Tevens heeft het college de inschrijvingen van [appellant] in het marktregister voor de woensdag, vrijdag en zaterdag met ingang van diezelfde datum doorgehaald.
AnnotatorT. Barkhuysen , M.L. van Emmerik
LinkVolledige tekst annotatie (Stibbe)
UitspraakECLI:NL:RVS:2017:863
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekABRvS
TitelRaad van State 29-03-2017
CiteertitelAB 2017/190
SamenvattingMarktvergunningen voor standplaats. Geen schending ne bis in idem-regel.
Samenvatting (Bron)Bij besluit, verzonden op 11 september 2014, heeft het college de aan [appellant] verleende marktvergunningen ingetrokken per 1 oktober 2014.
AnnotatorT. Barkhuysen , M.L. Emmerik
LinkVolledige tekst annotatie (Stibbe)
UitspraakECLI:NL:RVS:2017:864
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekABRvS
TitelRaad van State 31-03-2017
CiteertitelAB 2017/191
SamenvattingOp vrijwillige basis bij de rechtbank procederen langs elektronische weg; werking van het digitale systeem.
Samenvatting (Bron)Bij besluit van 14 juli 2016 heeft de staatssecretaris, voor zover thans van belang, een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen afgewezen. Dit besluit is aangehecht.
AnnotatorM.J. Jacobs
UitspraakECLI:NL:RVS:2017:888
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekABRvS
TitelRaad van State 29-03-2017
CiteertitelAB 2017/192
SamenvattingBehartiging van algemene belangen door privaatrechtelijke rechtspersoon.
Samenvatting (Bron)Bij besluit van 29 juni 2015, kenmerk 2015/0190719, heeft het college aan [vergunninghouder] krachtens artikel 19d van de Natuurbeschermingswet 1998 (hierna: Nbw 1998) vergunning verleend voor het in werking hebben van een melkrundvee- en varkenshouderij aan de [locatie] te Zuna.
AnnotatorH. Peters
UitspraakECLI:NL:RVS:2017:857
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekABRvS
TitelRaad van State 15-03-2017
CiteertitelAB 2017/193
SamenvattingBestuurlijke boete. Airbnb-accommodatie verhuurd zonder onttrekkingsvergunning. Online recensies als bewijsmiddel.
Samenvatting (Bron)Bij besluit van 12 november 2014 heeft het college aan [appellante] een bestuurlijke boete van € 12.000,00 opgelegd wegens het zonder onttrekkingsvergunning onttrekken van een woning aan de bestemming tot bewoning.
AnnotatorS.H. Ranchordás
UitspraakECLI:NL:RVS:2017:649
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekABRvS
TitelRaad van State 25-01-2017 , 201602844/1/A1
CiteertitelAB 2017/194
SamenvattingHeeft het rechtsvaststellend besluit bestaansrecht?
Samenvatting (Bron)Bij brief van 18 maart 2014 heeft het dagelijks bestuur gereageerd op een melding van It Fryske Gea voor het aanleggen van een dam met een duiker nabij de Westerdyk 9 te Ryptsjerk.
AnnotatorR. Ortlep , R.J.G.M. van Widdershoven
UitspraakECLI:NL:RVS:2017:164
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekABRvS
TitelRaad van State 21-12-2016
CiteertitelAB 2017/195
SamenvattingVerschoonbare termijnoverschrijding; vertrouwensbeginsel geschonden, geen finaliteit.
Samenvatting (Bron)Bij vier afzonderlijke besluiten van 15 november 2013 heeft het dagelijks bestuur van stadsdeel Centrum van de gemeente Amsterdam aan [appellant sub 1] short stay vergunningen verleend voor het onttrekken van de woningen op de adressen [locatie 1] tot en met [locatie 2] te Amsterdam voor een periode van maximaal 10 jaar.
AnnotatorL.J.A. Damen
UitspraakECLI:NL:RVS:2016:3406
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekABRvS
TitelRaad van State 03-02-2016
CiteertitelAB 2017/196
SamenvattingSubsidievaststelling op nihil geeft geen blijk van daadwerkelijke belangenafweging.
Samenvatting (Bron)Bij besluit van 24 oktober 2013 heeft het college een aan [appellant] verleende subsidie vastgesteld op nihil en het verleende voorschot teruggevorderd.
AnnotatorJ.E. van den Brink
UitspraakECLI:NL:RVS:2016:205
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekABRvS
TitelRaad van State 07-09-2016
CiteertitelAB 2017/197
SamenvattingSubsidievaststelling op nihil is niet onevenredig.
Samenvatting (Bron)Bij besluit van 24 oktober 2013 heeft het college een aan [appellant] verleende subsidie vastgesteld op nihil en het verleende voorschot teruggevorderd.
AnnotatorJ.E. van den Brink
UitspraakECLI:NL:RVS:2016:2402
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekABRvS
TitelRaad van State 04-11-2015
CiteertitelAB 2017/198
SamenvattingBieden van rechtsherstel na een onrechtmatig primair besluit in een subsidietender; bestuurlijke heroverweging in bezwaar; zelf in de zaak voorzien.
Samenvatting (Bron)Bij besluit van 19 juli 2012 heeft het bestuur een aanvraag van [appellant sub 2] om hem Veni-subsidie 2012 voor zijn onderzoeksvoorstel 'Facing the brain challenge: from foundations to applications' te verlenen afgewezen.
AnnotatorW. den Ouden , Y.E. Schuurmans
UitspraakECLI:NL:RVS:2015:3364
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekCRvB
TitelCentrale Raad van Beroep 26-04-2017
CiteertitelAB 2017/199
SamenvattingAlgemeen verbindend voorschrift uit het gewijzigde Dagloonbesluit 2015 waarbij een groep werknemers met onderbroken arbeidsverleden over het hoofd is gezien; strijd met rechtsbeginsel.
Samenvatting (Bron)De Raad oordeelt dat het Uwv artikel 5, eerste lid, van het Dagloonbesluit, zoals dat luidde na 1 juli 2015, buiten toepassing moet laten en moet beoordelen of het met ingang van 1 december 2016 van toepassing zijnde artikel 5, zesde lid, van het gerepareerde Dagloonbesluit in het geval van betrokkenen tot een hoger dagloon leidt. De besluitgever heeft niet onderkend welke inkomensgevolgen de wijziging van artikel 5, eerste lid, van het Dagloonbesluit met ingang van 1 juli 2015 zou hebben voor werknemers die niet het hele refertejaar hebben gewerkt, heeft geen onderzoek verricht naar de relevante feiten en belangen en heeft geen oog heeft gehad voor de financiële gevolgen die deze wijziging heeft voor deze groep werknemers (met name starters, herintreders en flexwerkers). Deze gevolgen kunnen ingrijpend zijn en doen afbreuk aan de inkomensbescherming die de WW beoogt te bieden. Voor 1 juli 2015 werd met de belangen van deze groep werkloze werknemers wel rekening gehouden. Ook door de wijziging van het Dagloonbesluit per 1 december 2016 is dat weer het geval.
AnnotatorW. Voermans
UitspraakECLI:NL:CRVB:2017:1476
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekCRvB
TitelCentrale Raad van Beroep 25-01-2017
CiteertitelAB 2017/200
SamenvattingAangenomen dat geen aanvraag is ingediend; derhalve evenmin sprake van het met een besluit gelijk te stellen niet tijdig nemen van een besluit.
Samenvatting (Bron)Geen beroep omdat geen aanvraag is gedaan. Appellante is er niet in geslaagd de verzending van haar aanvraag aannemelijk te maken. Nu moet worden aangenomen dat appellante geen aanvraag heeft ingediend, is er ook geen sprake van het op grond van artikel 6:2, aanhef en onder b, van de Awb met een besluit gelijk te stellen niet tijdig nemen van een besluit. Dit betekent dat ingevolge artikel 8:1, eerste lid, van de Awb, geen beroep kon worden ingesteld.
AnnotatorA.M.L. Jansen
UitspraakECLI:NL:CRVB:2017:283
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekRechtbanken
TitelRechtbank Zeeland-West-Brabant 03-10-2016
CiteertitelAB 2017/201
SamenvattingSubsidiegrondslag. Subsidie voor activiteiten Wmo 2015.
Samenvatting (Bron)Wettelijke grondslag voor de subsidieverlening is gelegen in de Algemene Subsidieverordening Vlissingen 2012 en niet in de Wmo. Over de manier waarop wordt omgegaan met subsidieverzoeken voor Wmo-zorg zijn geen nadere regels of beleidsregels opgesteld. De door het college gehanteerde weigeringsgrond (dat geen subsidie wordt verleend voor nieuwe locaties) valt niet onder een van de limitatief opgesomde weigeringsgronden in de Awb of de Verordening. Het college was daarom niet bevoegd de gevraagde subsidie op deze grond te weigeren.
AnnotatorS. van Heukelom-Verhage
UitspraakECLI:NL:RBZWB:2016:6238
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekRechtbanken
TitelRechtbank Den Haag 05-10-2016
CiteertitelAB 2017/202
SamenvattingOpdracht voor activiteiten Jeugdwet. Disproportionaliteit Aanbestedingsrecht.
Samenvatting (Bron)Alphen aan den Rijn en Kaag en Braassem moeten aanbesteding jeugdhulp overdoen. De gemeenten Alphen aan den Rijn en Kaag en Braassem moeten de aanbesteding voor jeugdhulp overdoen voor de contracten per 1 januari 2017. Dat is het gevolg van een uitspraak van de voorzieningenrechter in Den Haag in een kort geding tussen een aantal jeugdhulpinstellingen en deze gemeenten. Achtergrond: jeugdhulp overgeheveld naar gemeenten Op 1 januari 2015 is de verantwoordelijkheid voor integrale jeugdhulp overgeheveld van het Rijk en de provincie naar de gemeenten. Per 1 januari 2017 lopen de contracten af voor de jeugdhulp die de gemeenten Alphen aan den Rijn en Kaag en Braassem via een regionaal samenwerkingsorgaan hebben ingekocht. De beide gemeenten hebben daarom een opdracht in de markt gezet voor het aanbieden van jeugdhulp aan jeugdigen in hun gemeenten. Hierop is een aanbestedingsprocedure gevolgd, waarna de gemeenten een winnaar hebben aangewezen. Een van de andere inschrijvers is vervolgens een kort geding gestart. Daarin maakt zij bezwaar tegen de wijze waarop de gemeenten de aanbesteding hebben georganiseerd. Oordeel rechter De voorzieningenrechter stelt vast dat inschrijvers reële vragen hebben gesteld aan de gemeenten, maar dat de gemeenten de gevraagde informatie niet of onvoldoende hebben verstrekt. Het is aannemelijk dat inschrijvers zonder die informatie niet of in onvoldoende mate konden inschatten wat de omvang van de opdracht zou zijn en welke verplichtingen de opdracht voor hen zou meebrengen. Daarbij komt dat de opdrachtnemer geen wachtlijsten mag laten ontstaan en alle financiële risico’s moet dragen. Van belang is daarbij dat ten minste vraagtekens kunnen worden geplaatst bij het realiteitsgehalte van de gemaximeerde budgetten die door de gemeenten voor de jeugdhulp beschikbaar worden gesteld. Daarin is niet voorzien in een concrete ontsnappingsmogelijkheid als blijkt dat deze budgetten te laag zijn bepaald. De voorzieningenrechter oordeelt daarom dat de risicoverdeling tussen de gemeenten en de opdrachtnemer in de aanbesteding onvoldoende evenwichtig (disproportioneel) is geregeld. Ten slotte is in de door de gemeenten opgestelde opdracht onduidelijk dat de aansprakelijkheid van de opdrachtnemer niet verder gaat dan de bepalingen daarover in het Burgerlijk Wetboek.
AnnotatorS. van Heukelom-Verhage
UitspraakECLI:NL:RBDHA:2016:11869
Artikel aanvragenVia Praktizijn