Rubriek | Ondernemingsrecht |
---|---|
Titel | Enige gedachten omtrent de normatieve maatstaf voor art. 2:354 BW in Leaderland-perspectief |
Citeertitel | Bb 2018/54 |
Samenvatting | De auteur bespreekt aan de hand van de beschikking inzake Leaderland de normatieve maatstaf die is aangelegd voor de toewijzing van een verzoek tot het kostenverhaal op grond van art. 2:354 BW. In dat kader vergelijkt hij de civiele bestuurdersaansprakelijkheidsprocedure met de enquêteprocedure. De auteur komt tot de conclusie dat de normatieve maatstaf, zijnde een ongekwalificeerde verwijtbaarheid, zich lastig laat rijmen met eerdere jurisprudentie en dogmatiek. Daar is namelijk te zien dat ernstige verwijtbaarheid het aangewezen criterium is. |
Auteur(s) | R.Y.H. Doorduyn |
Uitspraak | ECLI:NL:HR:2018:597 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Rubriek | Ondernemingsrecht |
---|---|
Titel | Hoge Raad handhaaft standpunt over externe persoonlijke bestuurdersaansprakelijkheid |
Citeertitel | Bb 2018/55 |
Samenvatting | In dit artikel bespreekt de auteur het arrest van de Hoge Raad van 30 maart 2018 (Eisers/TMF c.s.) over externe persoonlijke bestuurdersaansprakelijkheid. |
Auteur(s) | H.J. de Kraker |
Link | Volledige tekst artikel (damendekoning.nl) |
Uitspraak | ECLI:NL:HR:2018:470 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Rubriek | Contractenrecht |
---|---|
Titel | De aanvang van de korte verjaringstermijn bij verjaring van vorderingen tot schadevergoeding |
Citeertitel | Bb 2018/56 |
Samenvatting | Voor het antwoord op de vraag wanneer de verjaringstermijn van vorderingen uit onrechtmatige daad aanvangt, dient te worden gekeken naar het moment waarop de benadeelde schuldeiser daadwerkelijk in staat is geweest zijn vordering in te stellen. Een schuldeiser is hiertoe daadwerkelijk in staat als hij voldoende zekerheid heeft verkregen over het bestaan van de schade, de oorzaak van de schade of de hiervoor verantwoordelijke persoon. Voldoende zekerheid over de juridische beoordeling van de feiten en omstandigheden die betrekking hebben op de schade en de daarvoor aansprakelijke persoon is daarentegen niet vereist. |
Auteur(s) | I.M.G. Bakker |
Link | Volledige tekst artikel (VBK.nl) |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Rubriek | Faillissementsrecht |
---|---|
Titel | Het Hof van Justitie preciseert nader wanneer een gedaagde het art. 13 IVO-verweer kan inroepen tegen de stelling dat hij paulianeus heeft gehandeld |
Citeertitel | Bb 2018/57 |
Samenvatting | In het arrest Vinyls Italia/Mediterranea overwoog het HvJ dat het verweer van art. 13 IVO kan worden ingeroepen wanneer de contractspartijen, gevestigd in dezelfde lidstaat op het grondgebied waarvan zich ook alle andere aanknopingspunten van de betrokken situatie bevinden, het recht van een andere lidstaat (in casu Engels recht) hebben aangewezen als het op de overeenkomst toepasselijke recht, tenzij de rechtskeuze bedrieglijk of onrechtmatig is. |
Auteur(s) | F.P. van Köppen |
Uitspraak | ECLI:EU:C:2017:433 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Rubriek | Energierecht |
---|---|
Titel | De energietransitie in Nederland: enkele (juridische) ontwikkelingen |
Citeertitel | Bb 2018/58 |
Samenvatting | Nationaal en mondiaal is er veel aandacht voor het thema energie. Zo is er bijvoorbeeld de ambitie om de temperatuur op aarde niet meer dan 2°C te laten stijgen. Ook is het de bedoeling om de economie in het jaar 2050 zo goed als CO2-neutraal te laten functioneren (Klimaatverdrag van Parijs). In het regeerakkoord staat dat Nederland in 2030 de CO2-uitstoot met 49% moet hebben gereduceerd en in 2050 zelfs met 95%. Fossiele brandstoffen moeten dan bijna geheel zijn vervangen door duurzame energiebronnen zoals zon, wind waterstof en biomassa. |
Auteur(s) | H. Koster |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |