AB Rechtspraak Bestuursrecht

Uitgever Wolters Kluwer
Tijdschrift AB Rechtspraak Bestuursrecht
Datum 22-06-2019
Aflevering 26
RubriekHoge Raad
TitelHoge Raad 08-01-2019
CiteertitelAB 2019/268
SamenvattingSchriftuur tardief doordat geen mededeling betekening is ontvangen?
Samenvatting (Bron)Schriftuur tardief doordat geen mededeling betekening is ontvangen? Art. 437.2 Sv. Aanzegging in cassatie is in persoon aan verdachte uitgereikt, terwijl strafadministratie HR door middel van gewone brief mededeling van betekening heeft gedaan aan raadsman verdachte. Raadsman heeft n.a.v. aan hem toegezonden mededeling rechtsdag met constatering dat geen cassatieschriftuur is ingediend aan strafadministratie HR bericht dat mededeling betekening zijn advocatenkantoor nooit heeft bereikt en daarbij alsnog schriftuur ingediend. Ingeval vaststaat dat mededeling d.m.v. gewone brief over de post is verzonden naar het door geadresseerde opgegeven adres terwijl er geen aanwijzing is dat bij verzending mogelijk iets is misgegaan, mag van geadresseerde worden gevergd dat hij voldoende feitelijke gegevens aanvoert ter staving van zijn stelling dat hij die brief niet heeft ontvangen. Enkele stelling van geadresseerde dat hij brief niet heeft ontvangen, is onvoldoende om aan te nemen dat bij verzending iets is misgegaan. In aanmerking genomen dat onderhavige mededeling d.m.v. gewone brief over de post is verzonden aan (kantoor)adres van raadsman dat is vermeld in zijn stelbrief en dat aanwijzingen ontbreken dat bij verzending van die mededeling iets is misgegaan, moet - gelet op het hiervoor overwogene - worden voorbijgegaan aan niet nader gestaafde stelling van raadsman dat hij die mededeling nimmer heeft ontvangen. HR verklaart verdachte n-o, nu geen schriftuur houdende middelen is ingediend.
AnnotatorR. Stijnen
UitspraakECLI:NL:HR:2019:17
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekABRvS
TitelRaad van State 20-04-2018
CiteertitelAB 2019/269
SamenvattingVreemdeling vrijheidsontnemende maatregel opgelegd
Samenvatting (Bron)Bij besluit van 18 september 2017 is aan de vreemdeling een vrijheidsontnemende maatregel opgelegd.
AnnotatorR. Stijnen
UitspraakECLI:NL:RVS:2018:1319
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekABRvS
TitelRaad van State 19-02-2019
CiteertitelAB 2019/270
SamenvattingAanvraag verblijfsvergunning asiel
Samenvatting (Bron)Bij besluit van 19 juni 2018 heeft de staatssecretaris een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet in behandeling genomen.
AnnotatorR. Stijnen
UitspraakECLI:NL:RVS:2019:554
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekABRvS
TitelRaad van State 27-02-2019
CiteertitelAB 2019/
SamenvattingAanvraag verblijfsvergunning asiel
Samenvatting (Bron)Bij besluit van 19 juli 2017 heeft de staatssecretaris, voor zover thans van belang, een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.
AnnotatorR. Stijnen
Pagina271
UitspraakECLI:NL:RVS:2019:648
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekABRvS
TitelRaad van State 17-04-2019
CiteertitelAB 2019/272
SamenvattingNederlanderschap ingetrokken. Deelname aan trainingskamp van een groep die later is opgegaan in ISIS.
Samenvatting (Bron)Bij onderscheiden besluiten van 11 september 2017 heeft de staatssecretaris het Nederlanderschap van [appellant sub 2] ingetrokken en hem ongewenst verklaard.
AnnotatorP.R. Rodrigues
UitspraakECLI:NL:RVS:2019:990
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekABRvS
TitelRaad van State 17-04-2019
CiteertitelAB 2019/273
SamenvattingWob. Openbaarmaking bestuurlijke documentatie over de besluitvorming handhavingsverzoek.
Samenvatting (Bron)Bij besluit van 21 september 2016 heeft de Omgevingsdienst Midden-Holland (hierna: ODMH) namens het college het verzoek van [appellant] op grond van de Wet openbaarheid van bestuur (hierna: Wob) deels ingewilligd en zes documenten inclusief enkele bijlagen openbaar gemaakt. ODMH heeft bepaalde passages en persoonsgegevens in die documenten weggelakt.
AnnotatorP.J. Stolk
UitspraakECLI:NL:RVS:2019:1231
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekABRvS
TitelRaad van State 20-02-2019
CiteertitelAB 2019/274
SamenvattingRuim 3,5 keer de wettelijk maximaal toegestane hoeveelheid alcohol in verkeer. Rijbewijs terecht ongeldig verklaard?
Samenvatting (Bron)Bij besluit van 11 april 2017 heeft het CBR het rijbewijs van [appellant] ongeldig verklaard vanaf 18 april 2017. [appellant] is op 2 november 2016 door de politie aangehouden op verdenking van het rijden onder invloed van alcohol. [appellant] bleek een ademalcoholgehalte van 800 µg/l (dat is 1,84‰) te hebben. Dit is ruim 3,5 keer de wettelijk maximaal toegestane hoeveelheid. Het CBR heeft hierin aanleiding gezien [appellant] te laten onderzoeken op zijn rijgeschiktheid.
AnnotatorA.C. Hendriks
UitspraakECLI:NL:RVS:2019:485
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekABRvS
TitelRaad van State 21-11-2018
CiteertitelAB 2019/275
SamenvattingRotterdam Outdoor niet op deze evenementenkalender geplaatst
Samenvatting (Bron)Op 17 november 2015 heeft het college de evenementenkalender 2016 vastgesteld. Het college heeft het door Rotterdam Outdoor aangemelde evenement niet op deze evenementenkalender geplaatst.
AnnotatorA. Drahmann
UitspraakECLI:NL:RVS:2018:3822
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekCentrale Raad van Beroep
TitelCentrale Raad van Beroep 15-05-2019
CiteertitelAB 2019/276
SamenvattingWerknemer in staat is om feitelijke werkzaamheden te verrichten?
Samenvatting (Bron)Loongerelateerde WGA-uitkering terecht vastgesteld naar een mate van arbeidsongeschiktheid van 37,9%. IVA-uitkering terecht geweigerd. Geen aanwijzingen dat werknemer, rekening houdend met het tempoverlies van 40%, met zijn krachten en bekwaamheden in de praktijk niet in staat is om de feitelijke werkzaamheden van adviseur B te verrichten. Evenmin bestaat er aanleiding om te twijfelen aan de duurzaamheid van de arbeidsverrichting in het werk in deze omvang. De door werknemer genoten verdiensten kunnen als representatief voor zijn resterende verdiencapaciteit worden aangemerkt.
AnnotatorA.C. Hendriks
UitspraakECLI:NL:CRVB:2019:1620
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekCentrale Raad van Beroep
TitelCentrale Raad van Beroep 30-04-2019
CiteertitelAB 2019/277
SamenvattingBeslistermijn van 12 weken
Samenvatting (Bron)Wel belang bij beoordelen grond dat de aflossingscapaciteit niet goed is vast gesteld, ook al is de vordering inmiddels afgelost. De toepasselijkheid van een beslistermijn van 12 weken indien er sprake is van een adviescommissie vloeit direct voort uit artikel 7:10 van de Awb en is niet afhankelijk van een mededeling aan betrokkene daar over. Verzoek dwangsom is terecht afgewezen.
AnnotatorL.M. Koenraad
UitspraakECLI:NL:CRVB:2019:1470
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekCentrale Raad van Beroep
TitelCentrale Raad van Beroep 05-03-2019
CiteertitelAB 2019/278
SamenvattingNiet voldaan aan criterium voor gezamenlijke huishouding.
Samenvatting (Bron)In dit geval is de financiële verstrengeling onvoldoende voor wederzijdse zorg. Financiële relatie is gelet op de curatele zakelijk van aard. Niet voldaan aan criterium voor gezamenlijke huishouding.
AnnotatorC.W.C.A. Bruggeman
LinkVolledige tekst annotatie (Schulinck.nl)
UitspraakECLI:NL:CRVB:2019:1010
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekCentrale Raad van Beroep
TitelCentrale Raad van Beroep 18-02-2019
CiteertitelAB 2019/279
SamenvattingOnderzoek in het kader Wet WIA
Samenvatting (Bron)Appellante heeft inmiddels bij een beoordeling in het kader van de Wet WIA per 17 maart 2018 meegewerkt aan het door het Uwv verlangde onderzoek door een psychiater. Het Uwv wordt opgedragen het besluit van 12 mei 2015 met toepassing van artikel 7:11 van de Awb volledig te heroverwegen, waarbij zowel de medische als de arbeidskundige grondslag per datum in geding moet worden getoetst. Nieuwe beslissing op bezwaar.
AnnotatorA.C. Hendriks
UitspraakECLI:NL:CRVB:2019:581
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekCollege van Beroep voor het bedrijfsleven
TitelCollege van Beroep voor het bedrijfsleven 12-03-2019
CiteertitelAB 2019/280
SamenvattingWet Wegvervoer Goederen (WWG) Besluit tot intrekking communautaire vergunning. Bibob-advies
Samenvatting (Bron)Wet Wegvervoer Goederen (WWG) Besluit tot intrekking communautaire vergunning. Bibob-advies. Verweerder heeft aan het bestreden besluit tot intrekking van de aan appellante verleende communautaire vergunning het op zijn verzoek door het LBB opgemaakte Bibob-advies ten grondslag gelegd. Het College stelt voorop dat volgens vaste rechtspraak een bestuursorgaan, gelet op de bijzondere expertise van het LBB, in beginsel van het advies van het LBB mag uitgaan. Op grond van het Bibob-advies moet worden aangenomen dat ernstig gevaar bestaat dat de communautaire vergunning door appellante mede zal worden gebruikt om uit door X gepleegde strafbare feiten verkregen of te verkrijgen, op geld waardeerbare voordelen te benutten (de a-grond) en om strafbare feiten te plegen (de b-grond). De beroepsgrond dat de beweerdelijk door X gepleegde strafbare feiten vrij oud zijn, dat niet vaststaat dat X daarvoor zal worden veroordeeld en dat deze daarom buiten beschouwing moeten blijven, slaagt niet. De op grond van het Bibob-advies aanwezig geachte relatie van appellante met de strafbare feiten bestaat uit een zakelijk samenwerkingsverband als bedoeld in artikel 3, vierde lid, aanhef en onder c, van de Wet Bibob tussen X en appellante. De beroepsgrond dat er sinds het Bibob-advies geen sprake meer is van een zakelijk samenwerkingsverband, slaagt niet. Tussen X en appellante heeft een langdurig samenwerkingsverband bestaan die pas na het verschijnen van het Bibob-advies is beëindigd door het uitschrijven van X uit het handelsregister van de KvK als gevolmachtigde van appellante. Dat appellante haar zaken op orde heeft en dat haar in strafrechtelijk opzicht niets is te verwijten, doet geen afbreuk aan de relatie met X. Het College acht het risico reëel dat het samenwerkingsverband herleeft na vergunningverlening, gezien de huidige zakelijke positie van X en zijn (zijdelingse) betrokkenheid bij de zakelijke activiteiten van verschillende naaste familieleden. Daarbij wijst het College erop dat artikel 3, vierde lid, aanhef en onder c, van de Wet Bibob ook ziet op een eerder en inmiddels beëindigd zakelijk samenwerkingsverband. Een aanvullend advies van het LBB in verband met de wijzigingen bij appellante was niet nodig om tot verantwoorde besluitvorming te komen. Het College onderschrijft niet het betoog van appellante dat in dit geval intrekking niet evenredig is. Het College ziet ten slotte geen grond voor het oordeel dat verweerder bij zijn besluitvorming vooringenomen en/of in strijd met het verbod van willekeur heeft gehandeld.
AnnotatorB. van der Vorm
UitspraakECLI:NL:CBB:2019:107
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekCollege van Beroep voor het bedrijfsleven
TitelCollege van Beroep voor het bedrijfsleven 05-03-2019
CiteertitelAB 2019/281
SamenvattingRandvoorwaardenkorting
Samenvatting (Bron)uitspraak na beantwoording prejudiciële vragen; randvoorwaardenkorting; cumulatie van kortingen
AnnotatorM. Wever
UitspraakECLI:NL:CBB:2019:91
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekCollege van Beroep voor het bedrijfsleven
TitelCollege van Beroep voor het bedrijfsleven 29-01-2019
CiteertitelAB 2019/282
SamenvattingOvertredingen Besluit houders van dieren
Samenvatting (Bron)Last onder bestuursdwang. Procesbelang. Overtredingen Besluit houders van dieren. Bestreden besluit deels vernietigd en primaire besluit deels herroepen. Voor het overige ongegrond.
AnnotatorC.M.M. van Mil
UitspraakECLI:NL:CBB:2019:40
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekCollege van Beroep voor het bedrijfsleven
TitelCollege van Beroep voor het bedrijfsleven 29-01-2019
CiteertitelAB 2019/283
SamenvattingOvertredingen Besluit houders van dieren
Samenvatting (Bron)Spoedbestuursdwang ten aanzien van 23 honden vanwege overtredingen van het Besluit houders van dieren. Een aantal overtredingen blijven niet in stand, dus beroep gegrond, maar het College laat de rechtsgevolgen in stand. Beroep tegen kostenbesluit ongegrond.
UitspraakECLI:NL:CBB:2019:39
Artikel aanvragenVia Praktizijn