Rubriek | Ondernemingsrecht |
---|---|
Titel | Conceptwetsvoorstel modernisering personenvennootschappen |
Citeertitel | Bb 2019/38 |
Samenvatting | In deze bijdrage gaat de auteur in op het conceptwetsvoorstel modernisering personenvennootschappen dat onlangs ter consultatie is gepubliceerd. |
Auteur(s) | H. Koster |
Link | Volledige tekst wetsvoorstel (internetconsultatie.nl) |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Rubriek | Ondernemingsrecht |
---|---|
Titel | SNS, een drama in drie bedrijven. Eerste Bedrijf: het voorlopig getuigenverhoor en de (beweerdelijke) doorkruising van de schadeloosstellingsprocedure |
Citeertitel | Bb 2019/39 |
Samenvatting | In deze bijdrage gaat de auteur in op de beschikking van de Hoge Raad van 17 november 2017 (Stichting Beheer SNS Reaal/SRH NV en Staat der Nederlanden). De vraag die centraal staat in de onderhavige procedure is of een voorlopig getuigenverhoor bij de civiele kamer zich verdraagt met de schadeloosstellingsprocedure die gevoerd wordt voor de Ondernemingskamer. |
Auteur(s) | C.E.J.M. Hanegraaf |
Uitspraak | ECLI:NL:HR:2017:2904 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Rubriek | Contractenrecht |
---|---|
Titel | ‘Kwade trouw’? Direct wettelijke rente over onverschuldigde betaling |
Citeertitel | Bb 2019/40 |
Samenvatting | Op grond van artikel 6:119 BW gaat wettelijke rente over een vordering tot betaling van een geldsom lopen vanaf het moment dat de schuldenaar in verzuim is. Verzuim treedt, als hoofdregel, in na een ingebrekestelling (artikel 6:82 lid 1 BW). Voor een vordering uit hoofde van onverschuldigde betaling bevat de wet evenwel een belangrijke uitzondering op die regel. Artikel 6:205 BW bepaalt dat de ontvanger van de onverschuldigde betaling zonder ingebrekestelling in verzuim verkeert indien hij te kwader trouw is. Deze bijdrage gaat in op dit kwade trouwvereiste. |
Auteur(s) | H. Boom |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Rubriek | Contractenrecht |
---|---|
Titel | Over de wenselijkheid om iedere pagina te paraferen, deel twee |
Citeertitel | Bb 2019/41 |
Samenvatting | In Bb 2017/71 berichtte auteur over ECLI:NL:GHDHA:2017:382. De rechtsvraag die in dit arrest centraal stond, was of een uit meerdere pagina's bestaand geschrift dat enkel op de laatste pagina is ondertekend, kan kwalificeren als een akte in de zin van art. 156 lid 1 Rv. en daarmee dwingende bewijskracht heeft (behoudens tegenbewijs). Dat gold, volgens het hof, wel voor de laatste pagina (die immers ondertekend was) maar niet voor de voorafgaande, niet ondertekende pagina's. Inmiddels heeft de Hoge Raad het betreffende arrest van het Hof Den Haag gecasseerd en komt tot een ander oordeel. |
Auteur(s) | M.R. Ruygvoorn |
Link | Volledige tekst annotatie (VBK.nl) |
Uitspraak | ECLI:NL:HR:2019:641 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Rubriek | Energierecht |
---|---|
Titel | Missie: voldoende laadpunten voor elektrisch rijden |
Citeertitel | Bb 2019/42 |
Samenvatting | In deze bijdrage gaat de auteur in op het juridisch perspectief bij het plaatsen van laadpunten voor elektrisch rijden. |
Auteur(s) | P. van Asperen |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |