Titel | Raad van State, 29-03-2005, 200501102/1 |
---|---|
Citeertitel | AB 2005/134 |
Samenvatting | Geldigheid verkiezingen; verschoonbare termijnoverschrijding door onjuiste rechtsmiddelenvoorlichting.
Appellant, te X, tegen Het algemeen bestuur van het waterschap Regge en Dinkel, verweerder. |
Samenvatting (Bron) | Bij besluit van 24 januari 2005 heeft verweerder (hierna: het algemeen bestuur), onder verwijzing naar het desbetreffende advies van de commissie ad hoc van 20 januari 2005, alle dertig benoemde leden tot het algemeen bestuur toegelaten. |
Pagina | 805-806 |
Uitspraak | ECLI:NL:RVS:2005:AT3224 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Titel | Raad van State, 22-02-2005, 200410155/1 |
---|---|
Citeertitel | AB 2005/135 |
Samenvatting | Vereisten lidmaatschap gemeenteraad.
Appellant, te X, tegen Het college van B&W van Zaanstad, verweerder. |
Samenvatting (Bron) | Bij besluit van 3 december 2004 heeft verweerder (hierna: het college) appellant gewaarschuwd dat hij met ingang van die datum ophoudt lid te zijn van de gemeenteraad van Zaanstand en het hem niet langer is toegestaan deel te nemen aan vergaderingen van de raad en de raadscommissies. |
Annotator | P.J. Stolk |
Pagina | 806-808 |
Uitspraak | ECLI:NL:RVS:2005:AS8391 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Titel | Raad van State, 02-03-2005, 200406389/1 |
---|---|
Citeertitel | AB 2005/136 |
Samenvatting | Motivering; verwijzen naar advies; bestuursdwang; begrip overtreder; executeur testamentair.
Appellant, te X, tegen Het college van B&W van Nunspeet, verweerder. |
Samenvatting (Bron) | Bij besluit van 27 februari 2004 heeft verweerder beslist bestuursdwang als geregeld in artikel 5:21 van de Algemene wet bestuursrecht toe te passen terzake van het, in strijd met artikel 8.1, eerste lid, aanhef en onder c, van de Wet milieubeheer, zonder vergunning houden van rundvee in een stal op het perceel [locatie] te [plaats]. |
Annotator | F.C.M.A. Michiels |
Pagina | 808-810 |
Uitspraak | ECLI:NL:RVS:2005:AS8424 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Titel | Raad van State, 23-02-2005, 200405177/1 |
---|---|
Citeertitel | AB 2005/137 |
Samenvatting | Vervallen vergunning pas na inwerkingtreding nieuwe; dwangsom; legalisatie; geen evenwichtige belangenafweging.
Appellante A en appellante B, te X, tegen Het college van GS van Overijssel, verweerder. |
Samenvatting (Bron) | Bij besluit van 15 december 2003, kenmerk BA/2003/3376, heeft verweerder aan appellanten, voor zover in deze beroepsprocedure van belang, twee lasten onder dwangsom opgelegd als geregeld in artikel 5:32, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht, vanwege overtreding van artikel 8.1, eerste lid, onder b, van de Wet milieubeheer en voorschrift 1.2.1 dat is verbonden aan de aan appellanten op 3 april 2002 krachtens de Wet milieubeheer verleende revisievergunning. De eerste dwangsom is vastgesteld op € 16.000,00 ineens, indien appellanten de zich binnen hun inrichting aan de [locatie] te [plaats] bevindende nader genoemde materialen niet hebben afgevoerd naar een daartoe geëigende verwerkingsinrichting. Deze materialen betreffen grond/zand, (grof) groenmateriaal, gecomposteerd materiaal en uitgezeefd compost. Aan deze dwangsom is een begunstigingstermijn verbonden van drie maanden. De tweede dwangsom is vastgesteld op € 4.000,00 per week dat wordt geconstateerd dat, nadat de hiervoor genoemde materialen zijn afgevoerd, appellanten grond/zand, (grof) groenmateriaal en gecomposteerd materiaal opslaan en bewerken (inclusief het zeven en shredderen van grof groenmateriaal en het omzetten van te composteren materiaal) op een plaats en volgens een methode waarvoor geen vergunning is verleend. Het maximum waarboven geen dwangsom meer wordt verbeurd is vastgesteld op € 16.000,00. |
Annotator | F.C.M.A. Michiels |
Pagina | 811-814 |
Uitspraak | ECLI:NL:RVS:2005:AS7236 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Titel | Raad van State, 22-12-2004, 200402713/1 |
---|---|
Citeertitel | AB 2005/138 |
Samenvatting | Partiële handhaving bij handelen zonder vergunning; dwangsom; legalisatie; begunstigingstermijn.
Appellante, te X, tegen Het college van GS van Zuid-Holland, verweerder. |
Samenvatting (Bron) | Bij besluit van 5 augustus 2003, kenmerk DGWM/2003/9835, heeft verweerder aan appellante vier lasten onder dwangsom als geregeld in artikel 5:32, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht opgelegd. De dwangsommen zijn vastgesteld op: a. € 1.250,00 per keer dat in de dagperiode van 07.00 uur tot 19.00 uur het equivalente geluidniveau veroorzaakt door de inrichting ter plaatse van de buiten het industrieterrein gelegen woningen (de molenwoning, de boerderij en de woonwijk) meer bedraagt dan 45 dB(A) (tijdens het beladen van een schip is een equivalent geluidniveau van 55 dB(A), betrokken op de gehele laadtijd, toelaatbaar), met een maximum van € 25.000,00; b. € 250,00 per keer dat onverminderd het bepaalde onder a bij normale bedrijfsomstandigheden kortstondige verhogingen van het geluidniveau (Lmax gemeten in de meterstand ‘fast’) op vorengenoemde plaatsen in de dagperiode van 07.00 uur tot 19.00 uur, meer bedragen dan 75 dB(A), waarbij per dag maximaal € 1.250,00 kan worden verbeurd en in totaal maximaal € 25.000,00; c. € 1.250,00 per keer dat de kranen hun ladingen eerst lossen zonder dat de gebezigde poliepgrijper en/of magneet op de stort (hetzij in de schaar, in een auto, in een schip of op het terrein) is gebracht (lossen vrijwel zonder valhoogte), met een maximum van € 25.000,00; d. € 1.250,00 per keer dat in de avond- en nachtperiode (tussen 19.00 uur en 07.00 uur) alsmede op zondagen en algemeen erkende feestdagen op of in de inrichting wordt gewerkt, met een maximum van € 25.000,00. De begunstigingstermijn is gesteld op één week. |
Annotator | F.C.M.A. Michiels |
Pagina | 815-818 |
Uitspraak | ECLI:NL:RVS:2004:AR7972 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Titel | Raad van State, 01-09-2004, 200400778/1 |
---|---|
Citeertitel | AB 2005/139 |
Samenvatting | Last onder dwangsom; mede-overtreder; parapluvergunning met meldingsplicht voor lozingen; verhouding tot verantwoordelijkheden opdrachtgever.
Appellant, te X, tegen Het college van dijkgraaf en heemraden van het waterschap Vallei & Eem, verweerder. |
Samenvatting (Bron) | Bij besluit van 2 september 2003, kenmerk 2003\5608, heeft verweerder aan appellant een last onder dwangsom als bedoeld in artikel 5:32 van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: Awb) opgelegd in verband met het overtreden van voorschrift 4.2 van de op 16 november 1999 aan appellant verleende vergunning krachtens de Wet verontreiniging oppervlaktewateren (hierna: Wvo). |
Annotator | A.B. Blomberg |
Pagina | 818-821 |
Uitspraak | ECLI:NL:RVS:2004:AQ8739 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Titel | Raad van State, 16-02-2005, 200406577/1 |
---|---|
Citeertitel | AB 2005/140 |
Samenvatting | Ex nunc-beoordeling; reformatio in peius.
Appellant, te X, tegen de uitspraak van de Vzngr. van de Rb. Rotterdam van 29 juni 2004 in het geding tussen: appellant en het dagelijks bestuur van de deelgemeente Charlois. |
Samenvatting (Bron) | Bij besluit van 11 november 2003 heeft het dagelijks bestuur van de deelgemeente Charlois (hierna: het dagelijks bestuur) de aanvraag van appellant om een standplaatsvergunning voor een mobiel verkooppunt van vier bij drie meter op het Zuiderparkplein te Rotterdam afgewezen. |
Annotator | A.T. Marseille |
Pagina | 821-823 |
Uitspraak | ECLI:NL:RVS:2005:AS6231 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Titel | Raad van State, 08-12-2004, 200402690/1 |
---|---|
Citeertitel | AB 2005/141 |
Samenvatting | Begijnhof niet openbaar in de zin van de Wegenwet; voetpaden ter plaatse wegen in de zin van de Wegenwet?; bevoegdheid tot handhaving op grond van art. 16 Wegenwet; herroeping/vernietiging primair besluit.
Het dagelijks bestuur van het Stadsdeel Amsterdam-Centrum van de Gemeente Amsterdam, appellant, tegen de uitspraak van de voorzieningenrechter van de Rb. Amsterdam van 18 februari 2004 in het geding tussen: de stichting 'Stichting Het Begijnhof', te Amsterdam en appellant. |
Samenvatting (Bron) | Bij besluit van 25 april 2003 heeft appellant (hierna: het dagelijks bestuur) de stichting "Stichting Het Begijnhof" (hierna: de Stichting) onder oplegging van een dwangsom gelast de toegankelijkheid van de voetpaden op het Begijnhof te waarborgen, tenminste op het bestaande niveau, inhoudende een toegankelijkheid voor het publiek tussen 08.00 en 17.00 uur en voor de gebruikers van het Begijnhof gedurende 24 uur per dag. |
Annotator | J.H.A. van der Grinten |
Pagina | 824-828 |
Uitspraak | ECLI:NL:RVS:2004:AR7075 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Titel | College van Beroep voor het bedrijfsleven, 25-01-2005, AWB 02/608 |
---|---|
Citeertitel | AB 2005/142 |
Samenvatting | Bestrijdingsmiddelen; houtverduurzamingsmiddelen; afwijzing verlenging toelating; intrekking toelating; houtverduurzamingsbedrijven; belanghebbende?; via contractuele relatie met toelatinghouders: niet rechtstreeks; intrekking toelating: ten onrechte niet rechtstreeks: verbod (weer) van toepassing; proceskosten.
Appellanten, gemachtigden adv. ing. C. Boon te Zeist en mr. M.W.L. Simons-Vinckx, te Breda, tegen Het College voor de toelating van bestrijdingsmiddelen (CTB), te Wageningen, verweerder, gemachtigde mr. M.K. Polano, werkzaam bij verweerder. |
Samenvatting (Bron) | Bestrijdingsmiddelenwet Toelating |
Annotator | J.H. van der Veen |
Pagina | 828-834 |
Uitspraak | ECLI:NL:CBB:2005:AS5143 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Titel | Nationale Ombudsman, 04-02-2005, 2005/034 |
---|---|
Citeertitel | AB 2005/143 |
Samenvatting | Openbaarheid; zoeken van publiciteit; redelijkheidsvereiste; vertrouwensvereiste; het vereiste van administratieve nauwkeurigheid.
Verzoekschrift van zorgaanbieder X. BV te Amsterdam, ingediend door mr. H.A. Sarolea, advocaat te Amsterdam, met een klacht over een gedraging van 1. de Inspectie voor de Gezondheidszorg; 2. de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. Bestuursorgaan: Ad 1: de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. |
Annotator | P.J. Stolk |
Pagina | 834-838 |
Link | Volledige tekst rapport (nationaleombudsman.nl) |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |