Rubriek | Raad van State |
---|---|
Titel | Raad van State 19-02-2020 |
Citeertitel | JB 2020/133 |
Samenvatting | Subsidie of overeenkomst?, Brief over voortgang aanbesteding is niet op rechtsgevolg gericht, Geen besluit Ook gepubliceerd in: |
Samenvatting (Bron) | Bij brief van 12 oktober 2017 heeft de Directeur Operatiën en tijdelijk portefeuillehouder Alertering van de politie Netpresenter geïnformeerd over de voortgang van de aanbesteding van een voorziening rond urgente kindvermissingen. Bij besluit van 29 november 2017 heeft de korpschef het door Netpresenter en AMBER Alert daartegen gemaakte bezwaar niet-ontvankelijk verklaard. Bij brief van 7 juli 2017 heeft de Directeur Operatiën en tijdelijk portefeuillehouder Alertering van de politie Netpresenter medegedeeld dat de overeenkomst van 24 juli 2011 is gesloten zonder dat daar een aanbesteding aan vooraf is gegaan. |
Annotator | L.W. Verboeket |
Uitspraak | ECLI:NL:RVS:2020:528 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Titel | Raad van State 22-04-2020 |
---|---|
Citeertitel | JB 2020/134 |
Samenvatting | Afwijzing verzoek om vaststelling wijzigingsplan, Gerechtvaardigd vertrouwen, Belangenafweging, Schadevergoeding. |
Samenvatting (Bron) | Bij besluit van 7 november 2018, nr. 16-0218395, heeft het college van burgemeester en wethouders van Westland het verzoek van [appellant] om een wijzigingsplan vast te stellen afgewezen. [appellant] heeft het college verzocht om de bestemming van het perceel [locatie] te De Lier te wijzigen van "Agrarisch - Glastuinbouw" in de bestemming "Wonen". Twee wethouders hebben in een gesprek aangegeven dat zij deze wijziging bestuurlijk aanvaardbaar achtten. Dit is per brief bevestigd. Het college heeft in een andere brief ook te kennen gegeven dat het medewerking zal verlenen indien er een concreet verzoek wordt ingediend tot wijziging van de bestemming. Het ontwerpbesluit dat strekte tot vaststelling van het wijzigingsplan heeft gedurende 6 weken ter inzage gelegen. LTO Noord Glaskracht heeft hierover een zienswijze naar voren gebracht. |
Annotator | C.L.G.F.H. Albers |
Uitspraak | ECLI:NL:RVS:2020:1128 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Titel | Raad van State 06-05-2020 |
---|---|
Citeertitel | JB 2020/135 |
Samenvatting | Omgevingsvergunning. |
Samenvatting (Bron) | Bij besluit van 20 maart 2018 heeft het college van burgemeester en wethouders van Alphen-Chaam [appellant sub 1] onder oplegging van bestuursdwang gelast om het bijgebouw op het perceel aan de [locatie 1] te Alphen (hierna: het perceel) te verwijderen en verwijderd te houden. [appellant sub 1] is eigenaar en bewoner van de woning op het perceel. In 2015 heeft hij de houten schuur in de zuidoosthoek van het perceel vervangen door een garage en berging met een kap. De garage is aan een zijde open. [appellant sub 1] gebruikt de garage om zijn oldtimers daarin te stallen en te restaureren. [appellant sub 2] woont op het perceel [locatie 2] te Alphen dat grenst aan het perceel en heeft handhaving van het bestemmingsplan gevraagd. |
Annotator | C.L.G.F.H. Albers |
Uitspraak | ECLI:NL:RVS:2020:1185 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Titel | Raad van State 20-05-2020 |
---|---|
Citeertitel | JB 2020/136 |
Samenvatting | Ontvankelijkheid hoger beroep, Niet tijdige indiening per fax, Tijdige ter post bezorging niet aannemelijk, Verschoonbaarheid termijnoverschrijding. |
Samenvatting (Bron) | Bij besluit van 16 november 2017 heeft het college van burgemeester en wethouders van Leudal de subsidie aan BJL in het kader van de Jeugdwet voor het jaar 2016 op een bedrag van € 632.903,00 vastgesteld en een bedrag van € 108.919,00 aan teveel betaalde voorschotten teruggevorderd. Bij besluit van 14 mei 2018 heeft het college het door BJL daartegen gemaakte bezwaar ongegrond verklaard. |
Uitspraak | ECLI:NL:RVS:2020:1260 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Titel | Raad van State 10-06-2020 |
---|---|
Citeertitel | JB 2020/137 |
Samenvatting | Verzoek om geheimhouding, Verzoek om beperkte kennisneming, Wijze van toetsing van verzoek, Recht op eerlijk proces, Overzichtsuitspraak. |
Samenvatting (Bron) | Uitspraak over het verzoek van de korpschef van de politie om bepaalde dossierstukken in de hoger beroepsprocedure geheim te houden. Als zo’n verzoek om ‘beperkte kennisgeving’ wordt ingewilligd kan alleen de Afdeling bestuursrechtspraak van de inhoud kennisnemen, en worden de stukken niet naar de wederpartij gestuurd. Het gaat in deze zaak om het besluit van de korpschef om intrekking van een jachtakte en het wapenverlof van twee inwoners uit Veendam. De korpschef deed dat, omdat hij de mannen van wapenhandel verdenkt. De mannen komen in hoger beroep bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. De korpschef deed daarbij het verzoek dat alleen de Afdeling bestuursrechtspraak kennis mag nemen van de processen-verbaal van een onderzoek naar het telefoonverkeer van de mannen en de processen-verbaal van de verhoren van getuigen. Uit de uitspraak van 10 juni 2020 zal blijken of de Afdeling bestuursrechtspraak dat verzoek inwilligt. Deze uitspraak is een zogenoemde overzichtsuitspraak. |
Annotator | L.J.M. Timmermans |
Uitspraak | ECLI:NL:RVS:2020:1367 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Rubriek | Centrale Raad van Beroep |
---|---|
Titel | Centrale Raad van Beroep 28-04-2020 |
Citeertitel | JB 2020/138 |
Samenvatting | Samenhangende zaken. |
Samenvatting (Bron) | Veroordeling in kosten bezwaar. Rechtbank heeft geen acht geslagen op samenhangende zaken in zin van artikel 3, tweede lid, van het Bpb. Besluiten tot herziening, terugvordering, brutering en boete waren nagenoeg identiek en vormen samenhangende zaken. Terecht 1 punt voor indienen bezwaar en 1 punt bijwonen hoorzitting toegepast voor kosten bezwaar. |
Uitspraak | ECLI:NL:CRVB:2020:1078 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Titel | Centrale Raad van Beroep 30-04-2020 |
---|---|
Citeertitel | JB 2020/139 |
Samenvatting | Heroverweging in bezwaar, Bewijslast belastend besluit. |
Samenvatting (Bron) | Uit de gedingstukken blijkt niet duidelijk wie de eerste en wie de tweede echtgenote van [partner] is. Tegen de achtergrond van het rapport van de Raad van Arbeid te Nijmegen van 24 september 1996 bestaat zelfs ruimte voor gerede twijfel aan de juistheid van de stelling van de Svb dat [Y] de eerste en appellante de tweede echtgenote van [partner] is. Vernietiging besluit. De Svb zal nog een beslissing moeten nemen over het bezwaar tegen de ingangsdatum van het ouderdomspensioen. Een eventueel beroep tegen het te nemen nieuwe besluit op bezwaar kan alleen bij de Raad worden ingesteld. |
Annotator | J.H. Keinemans |
Uitspraak | ECLI:NL:CRVB:2020:1062 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Titel | Centrale Raad van Beroep 12-05-2020 |
---|---|
Citeertitel | JB 2020/140 |
Samenvatting | Verplichting mee te werken aan onderzoek naar mogelijkheden tot arbeidsinschakeling, Inbreuk op respect privéleven, Toereikende wettelijke grondslag. |
Samenvatting (Bron) | Niet meewerken aan onderzoek naar arbeidsmogelijkheden in het kader van gevraagde ontheffing bekent ook schending arbeidsverplichting als bedoeld in artikel 9 lid 1 PW. Verplichting meewerken psychologisch onderzoek en resultaten daarvan ter kennis aan college brengen, brengt geen schending van het recht op privacy (8 EVRM) met zich. College heeft wettelijke taak tot arbeidsinschakeling. Verzoek om dwangsom terecht afgewezen, ingebrekestelling in verband met uitblijven beslissing op bezwaar was prematuur. |
Uitspraak | ECLI:NL:CRVB:2020:1093 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Titel | Centrale Raad van Beroep 27-05-2020 |
---|---|
Citeertitel | JB 2020/141 |
Samenvatting | Voorlopige voorziening, Ontbreken materiële connexiteit. |
Samenvatting (Bron) | Niet-ontvankelijkverklaring verzoek om een voorlopige voorziening. Het verzoek om een voorlopige voorziening voldoet niet aan het materiële connexiteitsvereiste. Het verzoek strekt er immers toe dat aan verzoeker op dit moment – 2020 – een pgb wordt verleend, terwijl het lopende hoger beroep betrekking heeft op het pgb voor de jaren 2017 en 2018. Dat het zorgkantoor heeft geweigerd om voor het jaar 2020 een pgb te verlenen, maakt dit niet anders. Verzoeker kan immers tegen die weigering rechtsmiddelen instellen en connex aan die rechtsmiddelen een verzoek om een voorlopige voorziening indienen. |
Uitspraak | ECLI:NL:CRVB:2020:1139 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Rubriek | College van Beroep voor het bedrijfsleven |
---|---|
Titel | College van Beroep voor het bedrijfsleven 14-04-2020 |
Citeertitel | JB 2020/142 |
Samenvatting | Geen strijd met verbod op reformatio in peius. |
Samenvatting (Bron) | Artikel 8:69, eerste lid, van de Awb (het verbod op reformatio in peius). Artikel 23, zesde lid, van de Meststoffenwet (knelgevallenregeling). Artikel 72b van het Uitvoeringsbesluit Meststoffenwet. Bij het vervangingsbesluit heeft verweerder de hoeveelheid fosfaatrecht in vergelijking tot het bestreden besluit met 40 kg verlaagd. Deze verlaging is het gevolg van de verhoging van het aantal melkkoeien naar 118 stuks. Er is geen sprake van strijd met artikel 8:69, eerste lid, van de Awb. Verweerder mag de in het bestreden besluit gemaakte fout corrigeren. Partijen zijn het erover eens dat appellant bij geen van de door hem gemelde bijzondere omstandigheden de drempel van 5% haalt. Verweerder hoeft bij de knelgevallenregeling geen rekening te houden met op de peildatum (nog) niet gerealiseerde groei. De generieke korting van 8,3% wordt niet toegepast als de mestproductie door melkvee in 2015 minder was dan de fosfaatruimte in dat kalenderjaar. De fosfaatruimte is mede afhankelijk van de op 15 mei 2015 tot het melkveebedrijf behorende landbouwgrond. Daartoe behoort niet de tot de door appellant afzonderlijk gevoerde vleesveehouderij behorende landbouwgrond. |
Annotator | J.H. Keinemans |
Uitspraak | ECLI:NL:CBB:2020:268 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Rubriek | Rechtbank |
---|---|
Titel | Rechtbank Noord-Nederland 18-05-2020 |
Citeertitel | JB 2020/143 |
Samenvatting | Publiekrechtelijke grondslag, Besluit, Bewijslast, Causaal verband. |
Samenvatting (Bron) | Op maandag 18 mei 2020 heeft de meervoudige kamer van de bestuursrechter voor het eerst uitspraak gedaan in een beroep tegen een besluit van de Tijdelijke Commissie Mijnbouwschade Groningen (TCMG) (ECLI:NL:RBNNE:2020:1935). Het bijzondere van de besluiten van de TCMG is dat de commissie bij het nemen van zijn besluiten ook civielrechtelijke criteria moet toepassen en de bestuursrechter die besluiten daarom mede aan de hand van civielrechtelijke criteria moet beoordelen. De bestuursrechter heeft daarom ook een civiele rechter gevraagd om zitting te nemen in de meervoudige kamer. Met het Besluit mijnbouwschade Groningen beoogde de minister om bestuursrechtelijke rechtsbescherming te bieden. De vraag was echter of een dergelijke beslissing van de TCMG, gezien het civielrechtelijke karakter en het ontbreken van een wettelijke grondslag, wel een besluit in de zin van de Awb zou kunnen zijn. De rechtbank heeft geoordeeld dat dit inderdaad het geval is zodat de bestuursrechter een inhoudelijk oordeel kan geven over de vraag of de TCMG de schadevergoeding op het juiste bedrag heeft vastgesteld. Eiser heeft de vergoeding verzocht van een groot aantal schades aan zijn huis die door gasbevingen zouden zijn ontstaan. De TCMG heeft in bezwaar op basis van een rapport van een deskundige geoordeeld dat voor een aantal van die schades wel met zekerheid een andere oorzaak dan de gaswinning is aan te wijzen. Het beroep spitst zich toe op de vraag of de TCMG daarbij wel op de juiste wijze inhoud heeft gegeven aan het zogenaamde bewijsvermoeden ex artikel 6:177A, eerste lid, van het BW dat in dit soort zaken van toepassing is. De bestuursrechter heeft geoordeeld dat de mate van zekerheid die de TCMG verlangt voor het bestaan van een andere oorzaak dan de gaswinning voldoet aan hetgeen de Hoge Raad daarvoor verlangt en dat de TCMG bij het vaststellen van die zekerheid in dit geval ook uit mocht gaan van het oordeel van de deskundige. |
Annotator | R. Bronsema |
Uitspraak | ECLI:NL:RBNNE:2020:1935 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |