Rubriek | Ondernemingsrecht |
---|---|
Titel | De Ondernemingskamer en de coöperatie met de niet-coöperatieve leden |
Citeertitel | Bb 2020/61 |
Samenvatting | In de beschikking van 31 oktober 2019 wijst het Gerechtshof Amsterdam (Ondernemingskamer) een enquêteverzoek toe met betrekking tot een coöperatie. In deze bijdrage bespreekt de auteur de betreffende beschikking. |
Auteur(s) | C.E.J.M. Hanegraaf |
Uitspraak | ECLI:NL:GHAMS:2019:3920 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Rubriek | Contractenrecht |
---|---|
Titel | De Wet Franchise treedt in werking! |
Citeertitel | Bb 2020/62 |
Samenvatting | Nu op 30 juni 2020 de Eerste Kamer het wetsvoorstel voor de Wet Franchise heeft geaccordeerd, is er heel wat werk aan de winkel voor de franchisebranche. De Wet Franchise treedt, naar verwachting, op 1 januari 2021 in werking. Op deze datum zullen franchisegevers en franchisenemers zich moeten conformeren aan de Wet Franchise. Behoudens enkele uitzonderingen van voor de inwerkingtreding daterende overeenkomsten zullen per datum inwerkingtreding de franchiseovereenkomsten moeten voldoen aan de wet. Welke stappen dient de franchisebranche in de relatief korte tijd tot inwerkingtreding te ondernemen? Daar staan wij bij stil in deze bijdrage. |
Auteur(s) | M.I. Nijenhof-Wolters , S.A. Kruisinga |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Rubriek | Aansprakelijkheids- en verzekeringsrecht |
---|---|
Titel | HR 10 januari 2020, NJ 2020/45 (Vivat/ATF): omkeringsregel bij productaansprakelijkheid |
Citeertitel | Bb 2020/63 |
Samenvatting | In deze zaak heeft de Hoge Raad voor het eerst de omkeringsregel toegepast bij productaansprakelijkheid. De toepassing van de omkeringsregel bij wettelijke risicoaansprakelijkheden komt niet vaak voor. Toch is ook deze toepassing van de omkeringsregel goed denkbaar, wanneer zich een 'typisch gevolg' verwezenlijkt dat onder de beschermingsreikwijdte van de wettelijke risicoaansprakelijkheid valt. |
Auteur(s) | A.Ch.H. Franken |
Uitspraak | ECLI:NL:HR:2020:27 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Rubriek | Goederen- en faillissementsrecht |
---|---|
Titel | Over het vereiste van voldoende bepaaldheid bij verpanding: een welkom arrest van de Hoge Raad |
Citeertitel | Bb 2020/64 |
Samenvatting | In deze bijdrage wordt het arrest ING/Schepel q.q. besproken, waarin de vraag voorlag of een generieke omschrijving (in casu de omschrijving: ‘alle huidige en toekomstige bedrijfsactiva’) in een pandakte voldoet aan het bepaaldheidsvereiste op grond van art. 3:84 lid 2 BW in verbinding met art. 3:98 BW en of met deze beschrijving een geldig pandrecht op auteursrechten is verkregen. Het arrest blijkt een zeer welkome bevestiging te zijn van de eerder door de HR ingezette lijn zoals deze in de praktijk werd geïnterpreteerd. |
Auteur(s) | M.P.R. Sardjoe |
Uitspraak | ECLI:NL:HR:2020:590 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |