Milieu & Recht

Uitgever Wolters Kluwer
Tijdschrift Milieu & Recht
Datum 30-06-2020
Aflevering 6
RubriekOpinie
TitelHet omgevingsplan en de regels over parkeervergunningen
CiteertitelM en R 2020/53
SamenvattingDe laatste tijd valt me op dat er steeds meer auto’s in voortuinen staan. Dit heeft volgens mij te maken met de uitbreiding van betaald parkeren. In buurten waar betaald parkeren wordt ingevoerd hebben bewoners veel over voor behoud van een parkeerplek voor de deur of in ieder geval zo dicht mogelijk bij de deur.
Auteur(s)F.C.S. Warendorf
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekKroniek
TitelKroniek handhavingsrecht 2017-2019: de bestuursrechtelijke handhaving van het omgevingsrecht
CiteertitelM en R 2020/54
SamenvattingElk jaar verschijnen er steeds meer uitspraken van bestuursrechters over handhaving en dat vinden wij goed nieuws. Niet alleen omdat het handhavingsrecht boeiend is, maar ook omdat het betekent dat de regels beter en vaker worden gehandhaafd (of, voor de pessimisten onder ons: de wet vaker wordt overtreden). Dat is uiteindelijk in ieders belang. Regels die niet gehandhaafd worden, verliezen op een gegeven moment hun kracht. Handhaving van het omgevingsrecht staat al helemaal in volle bloei: burgers weten heel goed hun weg naar de bestuursrechter te vinden om overtredingen van het omgevingsrecht aan te kaarten.
Auteur(s)T.N. Sanders , M. Buitenhuis
LinkVolledige tekst artikel (handhavingsrecht.nl)
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekJurisprudentie
TitelRaad van State 21-08-2019
CiteertitelM en R 2020/55
SamenvattingOntgrondingsvergunningen omvatten inhoudelijk geen wijziging ten opzichte van de voorheen verleende tijdelijke vergunningen en vallen daarom niet onder de mer-(beoordelings)plicht.
Samenvatting (Bron)Bij besluiten van 7 december 2017 heeft het college van gedeputeerde staten van Limburg aan [vergunninghouder] drie vergunningen verleend voor de ontgronding van de percelen plaatselijk bekend als "Heerenweg-West", "Heerenweg-Oost" en "Vrieheide" te Heerlen. De ontgrondingsvergunningen hebben betrekking op drie zandwinningslocaties in het noorden van Heerlen: "Heerenweg-West", "Heerenweg-Oost" en "Vrieheide". Daar wordt zilverzand gewonnen. Direct ten oosten van de locatie "Heerenweg-Oost" ligt een grotere zandwinlocatie van het bedrijf Sibelco. De zandwinningslocaties liggen vlakbij het natuurgebied Brunssummerheide. De Behoud Brunssummerheide en Bewonerscollectief BuurSibelco kunnen zich niet met de bestreden besluiten verenigen.
AnnotatorM.A.A. Soppe
LinkVolledige tekst annotatie (soppegundelach.nl)
UitspraakECLI:NL:RVS:2019:2822
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekJurisprudentie
TitelRaad van State 06-11-2019
CiteertitelM en R 2020/56
SamenvattingToestemmingen voor overbrenging van afvalstoffen ingetrokken
Samenvatting (Bron)Bij vijftien besluiten van 12 januari 2018 en 15 januari 2018 heeft de staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat vijftien in 2017 verleende toestemmingen voor overbrenging van afvalstoffen naar [appellante], ingetrokken. [appellante] bewerkt in haar inrichting te [plaats] beeldbuizen, zogeheten Cathode Ray Tubes (CRT’s), en beeldbuisglas. De beeldbuizen en het beeldbuisglas zijn afkomstig van afgedankte televisietoestellen en computerschermen. Na de bewerking wordt het CRT-glas overgebracht naar de inrichting van [appellante] in [plaats], waar het wordt toegepast in betonproducten, de zogenoemde legioblokken. Beeldbuizen en beeldbuisglas worden geregeld vanuit het buitenland naar de inrichting van [appellante] in Son overgebracht om te worden verwerkt. Van de overbrenging van deze afvalstoffen moet voorafgaand kennisgeving worden gedaan.
AnnotatorW.Th. Douma
UitspraakECLI:NL:RVS:2019:3741
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekJurisprudentie
TitelGerechtshof Arnhem-Leeuwarden 25-02-2020
CiteertitelM en R 2020/57
SamenvattingPersvrijheid. opt-in-systeem. JA/JA sticker.
Samenvatting (Bron)Kort Geding. Art. 10 EVRM. Persvrijheid. opt-in-systeem. In de gemeente wordt het zogenoemde opt-in-systeem ingevoerd waardoor zowel ongeadresseerd reclamedrukwerk als huis-aan-huisbladen alleen mogen worden bezorgd als op de brievenbus een JA/JA sticker is aangebracht. Voorheen gold het opt-out-systeem waarbij een huis-aan-huisblad bij alle adressen in de gemeente (behalve die met NEE/NEE-sticker) mocht worden bezorgd. Het hof legt als voorlopige maatregel aan de gemeente op dat het systeem met de JA/JA sticker voor het huis-aan-huisblad Stadsblad Utrecht nog niet mag worden gehandhaafd, totdat uitspraak is gedaan in de lopende bodemprocedure. Het hof acht het aannemelijk dat in de bodemprocedure zal worden geoordeeld dat de door de gemeente ingevoerde wijziging van de Afvalstoffenverordening (waardoor ook de huis-aan-huisbladen worden meegenomen in het opt-in systeem met de JA/JA sticker) in strijd is met art. 10 EVRM en dat op die grond de verordening voor de huis-aan-huisbladen buiten toepassing moet worden gelaten.
AnnotatorB. Arentz
UitspraakECLI:NL:GHARL:2020:1528
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekJurisprudentie
TitelGerecht EU 10-03-2020, T-251/18
CiteertitelM en R 2020/58
Samenvatting (Bron)Arrest van het Gerecht (Eerste kamer) van 10 maart 2020.#International Forum for Sustainable Underwater Activities (IFSUA) tegen Raad van de Europese Unie.#Visserij - Instandhouding van de biologische rijkdommen van de zee - Verordening (EU) 2018/120 - Maatregelen inzake de visserij op Europese zeebaars (Dicentrarchus labrax) - Door een vereniging ingesteld beroep tot nietigverklaring - Artikel 263 VWEU - Regelgevingshandeling die geen uitvoeringsmaatregelen met zich meebrengt - Rechtstreekse geraaktheid van de leden van de vereniging - Ontvankelijkheid - Bevoegdheid van de Unie om de recreatievisserij te regelen - Rechtszekerheid - Bescherming van het gewettigd vertrouwen - Gelijke behandeling - Non-discriminatiebeginsel - Evenredigheid - Voorzorgsbeginsel - Vrijheid van vereniging en vrijheid van ondernemerschap.#Zaak T-251/18.
AnnotatorB. Arentz
UitspraakECLI:EU:T:2020:89
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekJurisprudentie
TitelRechtbank Noord-Holland 25-03-2020
CiteertitelM en R 2020/59
Samenvatting (Bron)Verweerder heeft een omgevingsvergunning verleend voor de bouw van 17 woningen nabij een Natura 2000-gebied. De Crisis- en herstelwet is niet van toepassing. Gebonden beschikking.
AnnotatorM.M. Kaajan
UitspraakECLI:NL:RBNHO:2020:2186
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekJurisprudentie
TitelRaad van State 01-04-2020
CiteertitelM en R 2020/60
Samenvatting (Bron)Bij besluit van 21 juni 2016 heeft het college van burgemeester en wethouders van Barneveld een omgevingsvergunning verleend voor de bouw van een pluimveestal en het wijzigen van een rundveehouderij in een biologische pluimveehouderij aan de [locatie 1] en [locatie 2] te Kootwijkerbroek. De gevraagde omgevingsvergunning betreft het omzetten van een rundveehouderij in een pluimveehouderij met 24.000 biologische legkippen en het bouwen van een pluimveestal met een uitloopgebied van ongeveer 9,6 hectare. Het uitloopgebied bestaat uit weilanden rondom de pluimveestal waarvan de kippen bij normale omstandigheden (geen extreem weer of uitbraak dierziekten) 8 uur per dag gebruik kunnen maken. De overdekte uitlopen zijn ongeveer 10 uur per dag beschikbaar voor de kippen.
AnnotatorB. Arentz
UitspraakECLI:NL:RVS:2020:917
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekJurisprudentie
TitelHoge Raad 07-04-2020
CiteertitelM en R 2020/61
Samenvatting (Bron)Economische zaak. Opzettelijke overtreding voorschrift ex. art. 10.45.1.ahf.b Wet milieubeheer, begaan door een rechtspersoon, door zonder vergunning niet bruikbare stookolie (bunkerolie) in te zamelen. Betreft de in tll. bedoelde stookolie een “afvalstof”? HR stelt voorop dat de tll. is toegesneden op art. 10.45.1 Wmb en dat ‘s hof uitgangspunt juist is dat voor de uitleg van het begrip ‘afvalstoffen’ in die wet moet worden aangesloten bij de in art. 3.1 van Richtlijn 2008/98/EG gegeven omschrijving, te weten: elke stof of elk voorwerp waarvan de houder zich ontdoet, voornemens is zich te ontdoen of zich moet ontdoen. HR herhaalt relevante overwegingen uit ECLI:NL:HR:2013:1564, dat de rechter alvorens te kunnen oordelen of sprake is van een ‘afvalstof’ moet vaststellen of de houder van wie verdachte de voorwerpen heeft betrokken zich van de desbetreffende voorwerpen heeft ontdaan of voornemens was zich daarvan te ontdoen en dat voorwerpen waarvan de houder zich ontdoet of voornemens is zich te ontdoen afvalstoffen zijn, ongeacht of zij bijvoorbeeld substantiële waarde hebben in het economisch verkeer, op zichzelf voor hergebruik geschikt zijn of niet afgedankt en niet versleten zijn, en zij dat blijven totdat zij de status van afvalstof hebben verloren. Aan ECLI:EU:C:2013:821 en ECLI:EU:C:2019:564 kan worden ontleend dat, in gevallen zoals i.c., in het algemeen geen sprake van een afvalstof indien de houder een goed, stof of product ‘onder gunstige omstandigheden’ wilde exploiteren of verhandelen. In ieder geval dient aan de volgende eisen te zijn voldaan: 1. ‘hergebruik’ is zeker zonder dat daartoe een van de in bijlage II bij de Richtlijn 2008/98/EG bedoelde ‘handelingen voor de nuttige toepassing’ hoeft te worden benut, en 2. indien de houder een goed, stof of product aan een derde verkoopt of overdraagt moet hij aantonen dat hergebruik zeker is, door ervoor te zorgen dat eerst een daartoe noodzakelijke controle heeft plaatsgevonden en een benodigde ‘handeling voor de nuttige toepassing’ of reparatie is benut of verricht. Het hof heeft o.m. vooropgesteld dat A de in de bewezenverklaring bedoelde partij stookolie heeft geleverd t.b.v. het schip B. Deze stookolie voldeed niet aan de specificaties en gaf problemen met de separatoren van de motor van het schip die herhaaldelijk dichtslibden. A heeft daarom de stookolie “in juridische zin teruggenomen” en vervolgens uiteindelijk via twee andere partijen verkocht aan verdachte. De stookolie is vervolgens overgepompt naar motortankschip C, dat was ingehuurd door verdachte. Uit een analyse van de stookolie bleek dat het sedimentgehalte van de stookolie 9 keer hoger was dan de in ‘ISO-norm 8217:2010’ vastgestelde norm. Ook bleek dat de stookolie in de toestand waarin deze zich bevond niet kon dienen als scheepsbrandstof terwijl deze met die bestemming op de markt was gebracht. A heeft n.a.v. de resultaten van de analyse van een monster van de stookolie geen nader onderzoek ingesteld naar de oorzaken voor het te hoge sedimentgehalte. Evenmin heeft A opdracht gegeven om de stookolie zo te bewerken dat de partij alsnog aan de specificaties zou voldoen. Mede o.g.v. deze vaststellingen heeft het hof geoordeeld dat A zich heeft ontdaan van de partij niet-bruikbare stookolie en dat die partij als een afvalstof moet worden aangemerkt. Dat oordeel – waarin besloten ligt dat niet is komen vast te staan dat A de stookolie ‘onder gunstige omstandigheden’ wilde verhandelen a.b.i. de jurisprudentie van het HvJ EU, zodat A ‘daadwerkelijk voornemens’ was zich ervan te ontdoen – geeft, gelet op hetgeen is vooropgesteld, niet blijk van een onjuiste rechtsopvatting en is toereikend gemotiveerd. Volgt verwerping.
AnnotatorM. Velthuis
UitspraakECLI:NL:HR:2020:433
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekJurisprudentie
TitelRaad van State 08-04-2020
CiteertitelM en R 2020/62
SamenvattingBouw 40 woningen met steigerplaatsen voor afmeren van een boot, ziet niet op een jachthaven in de zin van het Besluit mer; art. 8:69a Awb in relatie tot mer-beoordeling en art. 7.2a Wm
Samenvatting (Bron)Bij besluit van 20 juni 2019 heeft de raad van Lisse het bestemmingsplan "Elka-terrein" vastgesteld. Het plan biedt het juridisch-planologisch kader voor de bouw van 40 woningen op het terrein van de voormalige Elka-kistenfabriek in Lisse. 14 woningen zijn grondgebonden en 26 woningen vormen een appartementencomplex van 8 bouwlagen. Elke woning beschikt over een ligplaats voor een boot. Het college van burgemeester en wethouders van Lisse heeft dienovereenkomstig een omgevingsvergunning verleend aan [belanghebbende].
AnnotatorM.A.A. Soppe
LinkVolledige tekst annotatie (soppegundelach.nl)
UitspraakECLI:NL:RVS:2020:1010
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekJurisprudentie
TitelRaad van State 29-04-2020
CiteertitelM en R 2020/63
Samenvatting (Bron)Bij besluit van 6 juli 2018 heeft het college van gedeputeerde staten van Groningen op grond van artikel 2.7, tweede lid, van de Wet natuurbescherming, vergunning verleend aan vereniging Koepel Windpark Delfzijl Zuid Uitbreiding voor de bouw en exploitatie van zestien windturbines op met kadastrale nummers en coördinaten genoemde locaties in de gemeente Delfzijl. Het besluit heeft betrekking op de gevolgen die de bouw en exploitatie van windpark Delfzijl Zuid Uitbreiding heeft of kan hebben voor op grond van de Wnb beschermde gebieden en soorten. Het plaatsingsgebied voor de windturbines ligt direct ten zuiden van en aansluitend op het bestaande windpark Delfzijl Zuid in de gemeente Delfzijl. Het plaatsingsgebied wordt globaal omsloten door de provinciale weg N362 aan de westzijde, het Termunterzijldiep aan de oostzijde en het bestaande windpark Delfzijl Zuid aan de noordzijde. Windpark Delfzijl Zuid Uitbreiding bestaat uit zestien windturbines met een tiphoogte van maximaal 204 m.
AnnotatorP. Mendelts
UitspraakECLI:NL:RVS:2020:1160
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekJurisprudentie
TitelRechtbank Zeeland-West-Brabant 08-05-2020
CiteertitelM en R 2020/64
Samenvatting (Bron)WABOM
AnnotatorA. Collignon
UitspraakECLI:NL:RBZWB:2020:2101
Artikel aanvragenVia Praktizijn