Rubriek | Hoge Raad |
---|---|
Titel | Hoge Raad 05-06-2020 |
Citeertitel | AB 2020/400 |
Samenvatting | Onjuiste informatie gemeente in parkeerapp |
Samenvatting (Bron) | Parkeerbelasting. Artikel 225, lid 1, aanhef en letter a, Gemeentewet, Verordening parkeerbelastingen 2017 van de gemeente Tilburg, onjuiste informatie gemeente in parkeerapp, HR 22 november 1995, ECLI:NL:HR:1995:AA3126. |
Annotator | B.M.A. van Eck |
Uitspraak | ECLI:NL:HR:2020:1014 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Rubriek | Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State |
---|---|
Titel | Raad van State 07-10-2020 |
Citeertitel | AB 2020/401 |
Samenvatting | Wob. Openbaarmaking bidbook aan Unilever |
Samenvatting (Bron) | Bij besluit van 18 juni 2018 heeft de minister van Economische Zaken en Klimaat besloten op het verzoek van [appellant] om openbaarmaking van documenten op grond van de Wet openbaarheid van bestuur. De minister heeft besloten een deel van de gevraagde documenten openbaar te maken en een deel niet. [appellant] is redacteur bij NRC. Hij heeft verzocht om openbaarmaking van de documenten die zien op de betrokkenheid van het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat bij de poging het hoofdkantoor van Unilever naar Nederland te halen. De minister heeft 207 documenten aangetroffen en een deel van die documenten openbaar gemaakt. De procedure bij de rechtbank zag op de openbaarmaking van de documenten op de lijst van de minister genummerd 143. Onder dat nummer viel een interne nota met belnotitie over de aanbieding van een bidbook aan Unilever, het bidbook en de bijbehorende coverletter. Aan de weigering van deze documenten of delen daarvan heeft de minister verschillende weigeringsgronden ten grondslag gelegd. |
Annotator | P.J. Stolk |
Uitspraak | ECLI:NL:RVS:2020:2368 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Rubriek | Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State |
---|---|
Titel | Raad van State 07-10-2020 |
Citeertitel | AB 2020/402 |
Samenvatting | Omgevingsvergunning gebruik woning voor woongroep. Vertrouwen gewekt dat in afwijking bestemmingsplan vergunning verleend zou worden |
Samenvatting (Bron) | Bij besluit van 28 maart 2018 heeft het college van burgemeester en wethouders van Aa en Hunze geweigerd om aan Zorg Anders een omgevingsvergunning te verlenen voor het gebruik van de woning op het perceel Borckerveld 16 te Annen als woonlocatie voor een woongroep van maximaal vijf kinderen. Zorg Anders is een zorgonderneming die kleinschalige zorg aanbiedt aan kinderen die om uiteenlopende redenen niet meer bij hun ouders kunnen wonen. Op het perceel Borckerveld 16 te Annen staat een vrijstaande woning met zes slaapkamers. Zorg Anders huurt deze woning sinds 1 maart 2017. Zij heeft de woning op 11 maart 2017 in gebruik genomen. In de woning worden maximaal vijf kinderen tussen zes en dertien jaar gehuisvest. De kinderen worden overdag begeleid door twee, soms drie begeleiders en 's nachts door één begeleider. De begeleiders wonen hier niet. Zorg Anders kan zich met deze afwijzing niet verenigen. Volgens haar past het gebruik in het bestemmingsplan. |
Annotator | A.G.A. Nijmeijer |
Uitspraak | ECLI:NL:RVS:2020:2385 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Rubriek | Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State |
---|---|
Titel | Raad van State 09-09-2020 |
Citeertitel | AB 2020/403 |
Samenvatting | Wob-verzoek buiten behandeling gesteld. Misbruik van recht. |
Samenvatting (Bron) | Bij besluit van 15 juni 2018 heeft het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam geweigerd terug te komen van het besluit van 18 december 2015 op twee eerdere verzoeken van [wederpartij] van 27 september 2015 en 10 november 2015 op grond van de Wet openbaarheid van bestuur (hierna: Wob) en een nieuw Wob-verzoek buiten behandeling gesteld. [wederpartij] heeft het college bij brief van 7 juni 2018 verzocht om: - alsnog zijn Wob-verzoeken van 27 september 2015 en 10 november 2015 in behandeling te nemen, waarin hij verzocht om alle informatie over de samenwerking van de gemeente Amsterdam met Tel Aviv, over de periode van 28 september 2015 tot en met 10 november 2015. - alle informatie over de samenwerking van de gemeente Amsterdam met Tel Aviv over de periode van 10 november 2015 tot en met 7 juni 2018. Het college heeft het Wob-verzoek vanwege misbruik van recht buiten behandeling gesteld. |
Annotator | E.C. Pietermaat |
Uitspraak | ECLI:NL:RVS:2020:2163 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Rubriek | Tuchtrecht Gezondheidszorg |
---|---|
Titel | Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 18-09-2020, c2019.235 en C2019.236 |
Citeertitel | AB 2020/404 |
Samenvatting | Klachten tegen psychiater. Klager is betrokken geweest bij een ongeval. Vanwege hoofdpijnklachten en concentratieproblemen is klager ontheven uit de leerplicht en gaat hij niet meer naar school. In het kader van een letselschadeprocedure de psychiater op verzoek van (de medisch adviseurs van) klager en de verzekeraar klager onderzocht met de vraag of er bij klager als gevolg van het ongeval een psychiatrische stoornis is ontstaan die beperkingen of blijvend functieverlies tot gevolg heeft. De conclusie van de psychiater luidde dat hij bij klager geen classificeerbare psychiatrische stoornis heeft kunnen vaststellen. Klager verwijt de psychiater dat hij 1) in strijd heeft gehandeld met de geldende criteria en richtlijnen voor het opstellen van een medische specialistische rapportage doordat hij niet of onvoldoende inhoudelijk is ingegaan op een aantal vragen en commentaren van klager en verschillende betrokkenen op het conceptrapport, en 2) contact heeft opgenomen met de hiervoor genoemde verzekeraar en klager daarbij heeft benadeeld door onwaarheden te verkondigen. Het Regionaal Tuchtcollege heeft beide klachten afgewezen. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt beroep van klager in beide zaken. |
Annotator | A.C. Hendriks |
Uitspraak | ECLI:NL:TGZCTG:2020:162 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Rubriek | Tuchtrecht Gezondheidszorg |
---|---|
Titel | Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 18-09-2020, c2020.102 |
Citeertitel | AB 2020/405 |
Samenvatting | Klacht tegen arts. Klaagster is gediagnosticeerd met hyperacusis (overgevoeligheid voor normaal harde geluiden). Dit kan bij klaagster tot verlammingsverschijnselen leiden. De gemeente heeft aan klaagster een woning toegewezen. Klaagster verzoekt om woningaanpassingen i.v.m. haar aandoening. De arts is werkzaam als WMO-adviesarts en heeft op verzoek van de gemeente een sociaal medisch advies opgesteld t.b.v. de bezwaarprocedure tussen klaagster en de gemeente. De arts heeft negatief geadviseerd over het aanpassen van de woning. De klacht houdt in dat de arts: a. een onkundig en niet-onderbouwd advies heeft gegeven in zijn hoedanigheid als arts, op een gebied waarin hij niet gespecialiseerd is (wat betreft gehoorbescherming en woonaanpassing aan de hand van geluiddichte boxen alsmede maatvoering leefruimte). De arts zou volgens klaagster geweigerd hebben contact op te nemen met door klaagster aangedragen behandelaren en medisch deskundigen. Ook heeft de arts volgens klaagster ten onrechte geen bronvermelding toegevoegd van zijn research; b. ten onrechte conclusies heeft getrokken die niet overeenkomen met de bevindingen van de betrokken specialisten. Zo heeft hij volgens klaagster ten onrechte geconcludeerd tot een noodzaak van een niet nader aangegeven behandeling, zonder het doel daarvan aan te geven en in tegenstelling tot de bevindingen van de betrokken specialisten; c. gedeeltelijk niet heeft voldaan aan de onderzoeksvraag door geen programma van eisen op te stellen. Hierdoor is volgens klaagster ook voor de volgende hulpverleners en instanties niet in te vullen naar welk soort passende woning gezocht dient te worden en vreest klaagster eindeloos niet passende woningaanbiedingen te zullen krijgen. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht als kennelijk ongegrond afgewezen. Het Centraal Tuchtcollege heeft de beslissing van het Regionaal Tuchtcollege vernietigd, de klacht (deels) gegrond verklaard en de maatregel van waarschuwing opgelegd. |
Annotator | A.C. Hendriks |
Uitspraak | ECLI:NL:TGZCTG:2020:166 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Rubriek | Tuchtrecht Gezondheidszorg |
---|---|
Titel | Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 14-08-2020, c2019.353 |
Citeertitel | AB 2020/406 |
Samenvatting | Klaagsters zijn moeder en dochter. De moeder had een urgentieverklaring aangevraagd bij de gemeente. De arts is door de gemeente ingeschakeld om advies uit te brengen over de vraag of moeder in aanmerking kwam voor een huisvestingurgentieverklaring. De klacht betreft het door de arts aan de gemeente uitgebrachte advies over het verlenen van huisvestingsurgentie. Klaagsters verwijten de arts dat: a. de rapportage van beklaagde op onzorgvuldige wijze tot stand is gekomen; b. de rapportage onwaarheden en onjuistheden behelst; c. de dochter ten onrechte niet door beklaagde is gehoord; d. ten onrechte niet is gewezen op het inzage-, correctie-, en blokkeringsrecht. Het Regionaal Tuchtcollege verklaart de klachtonderdelen a. en b. ongegrond, de klachtonderdelen c. en d. gegrond en legt de arts de maatregel van waarschuwing op. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep van klaagsters. |
Annotator | A.C. Hendriks |
Uitspraak | ECLI:NL:TGZCTG:2020:144 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |