AB Rechtspraak Bestuursrecht

Uitgever Wolters Kluwer
Tijdschrift AB Rechtspraak Bestuursrecht
Datum 29-05-2021
Aflevering 21-22
RubriekAfdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State
TitelRaad van State 02-12-2020
CiteertitelAB 2021/155
SamenvattingDienstenrichtlijn, exceptieve toetsing en weigering omgevingsvergunning voor reguliere detailhandel op winkelpark.
Samenvatting (Bron)Bij besluit van 23 maart 2016 heeft het college van burgemeester en wethouders van Midden-Groningen geweigerd aan RetailPlan een omgevingsvergunning te verlenen voor het handelen in strijd met het bestemmingsplan ten behoeve van het gebruik van de bestaande panden op de percelen Hazenleger 1, 3, 5 en 5a te Hoogezand voor reguliere detailhandel. [appellante A] voert het beheer over vastgoed op Winkelpark Hoogezand. [appellante A] en RetailPlan kunnen zich niet met het besluit verenigen. Zij hebben aangevoerd dat de brancheringsregel in artikel 9 van de planregels en de weigering van de omgevingsvergunningen in strijd zijn met artikel 15, derde lid, van de Richtlijn 2006/123/EG van het Europees Parlement en de Raad van 12 december 2006 betreffende diensten op de interne markt (PB 2006, L 376/36; hierna: de Dienstenrichtlijn).
AnnotatorT. Groot , J. Langer
LinkVolledige tekst annotatie (Stijladvocaten.nl)
UitspraakECLI:NL:RVS:2020:2864
Artikel aanvragenVia Praktizijn
TitelRaad van State 02-12-2020
CiteertitelAB 2021/156
SamenvattingDienstenrichtlijn. Bestemmingsplan.
Samenvatting (Bron)Bij besluit van 20 december 2018 heeft de raad van de gemeente Midden-Groningen het verzoek van [appellante] en Woonplein Hoogezand om het bestemmingsplan "Woongebieden" te herzien door de daarin opgenomen branchebeperking die geldt voor het Winkelpark Hoogezand op te heffen, afgewezen. Woonplein Hoogezand is eigenaar van het Winkelpark Hoogezand. [appellante] voert het beheer over vastgoed op het Winkelpark. Op de gronden van het Winkelpark rust ingevolge het bestemmingsplan "Woongebieden" de bestemming "Detailhandel - Winkelpark". Op grond van artikel 9.1 van de regels van dit plan zijn naast horeca alleen grootschalige detailhandel binnen de thema's wooninrichting en bouwmarkten en tuininrichtingsbedrijven toegestaan. Volgens [appellante] en Woonplein Hoogezand heeft het Winkelpark te maken met structurele en toenemende leegstand.
AnnotatorT. Groot , J. Langer
LinkVolledige tekst annotatie (Stijladvocaten.nl)
UitspraakECLI:NL:RVS:2020:2863
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekCentrale Raad van Beroep
TitelCentrale Raad van Beroep 15-04-2021
CiteertitelAB 2021/157
SamenvattingVertrouwensbeginsel.
Samenvatting (Bron)De gronden die de korpschef in hoger beroep heeft aangevoerd komen in essentie neer op een herhaling van wat hij in beroep heeft aangevoerd. De Raad onderschrijft volledig het oordeel van de rechtbank over deze beroepsgronden en de overwegingen waarop de rechtbank dit oordeel heeft gebaseerd en neemt die overwegingen over. In aanvulling hierop overweegt de Raad nog dat artikel 9a van het Bbp ongelijke beloning middels toekenning van OVW-periodieken voor gelijke arbeid als zodanig mogelijk maakt. De stelling van de korpschef dat gelijke arbeid gelijk beloond moet worden is daarom gelet op artikel 9a van het Bbp niet houdbaar. Omdat in dit geval het oordeel dat sprake is van strijd met het vertrouwensbeginsel stand houdt, mag de korpschef de gemaakte fout dus niet herstellen. Ten slotte overweegt de Raad dat het niet op de weg van de rechtbank of de Raad ligt om hier tot matiging, een compensatie- of een afbouwregeling te komen. Het hoger beroep slaagt niet. De aangevallen uitspraak moet daarom worden bevestigd.
AnnotatorR. Ortlep
UitspraakECLI:NL:CRVB:2021:847
Artikel aanvragenVia Praktizijn
TitelCentrale Raad van Beroep 03-11-2020
CiteertitelAB 2021/158
SamenvattingNiet gemelde gezamenlijke huishouding. Intrekking en terugvordering ten onrechte genoten uitkering.
Samenvatting (Bron)Intrekken en terugvorderen. Niet gemelde gezamenlijke huishouding. Te houden aan afgelegde verklaring. Voldoende grondslag.
AnnotatorA. Tollenaar
LinkVolledige tekst annotatie (rug.nl)
UitspraakECLI:NL:CRVB:2020:2691
Artikel aanvragenVia Praktizijn
TitelCentrale Raad van Beroep 14-04-2021
CiteertitelAB 2021/159
SamenvattingNiet gemelde gezamenlijke huishouding. Vordering van geldswaarde van de ten onrechte genoten maatwerkvoorziening.
Samenvatting (Bron)Besluiten met betrekking tot toegekende maatwerkvoorziening voor huishoudelijke ondersteuning terecht ingetrokken en de geldswaarde van die maatwerkvoorziening terecht teruggevorderd. De rechtbank heeft terecht overwogen dat zij het college kan volgen in het standpunt dat de partner van appellante gebruikelijke hulp kan bieden. Appellante heeft onvolledige gegevens verstrekt.
AnnotatorA. Tollenaar
LinkVolledige tekst annotatie (rug.nl)
UitspraakECLI:NL:CRVB:2021:824
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekCollege van Beroep voor het bedrijfsleven
TitelCollege van Beroep voor het bedrijfsleven 26-01-2021
CiteertitelAB 2021/160
SamenvattingInvordering verbeurde dwangsom. Nza.
Samenvatting (Bron)Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg) Invordering verbeurde dwangsom wegens het niet voldoen aan het informatieverzoek van verweerster ten behoeve van een kostprijsonderzoek. Er doen zich geen bijzondere omstandigheden voor op grond waarvan van invordering af moet worden gezien.
AnnotatorA.C. Hendriks
UitspraakECLI:NL:CBB:2021:87
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekRechtbanken
TitelRechtbank Gelderland 03-02-2021
CiteertitelAB 2021/161
SamenvattingEvenredigheidsbeginsel.
Samenvatting (Bron)Evenredigheidsbeginsel staat in dit geval in de weg aan het in rekening brengen van belastingrente. De (fiscale) partner van eiseres heeft voor het jaar 2017 aangifte IB/PVV gedaan waarin het gezamenlijk inkomen van hen is opgenomen. Vanwege een herverdeling in het gezamenlijk inkomen, hebben eiseres en haar partner afzonderlijk een gewijzigde aangifte ingediend. Resulterend in een te betalen bedrag aan belasting voor eiseres en een teruggave van betaalde belasting aan de partner. Bij eiseres is tevens belastingrente in rekening gebracht. De rechtbank is van oordeel dat de beschikking belastingrente in dit geval vernietigd moet worden op grond van het evenredigheidsbeginsel. De verschuldigde belasting (en meer dan dat) was immers al voldaan door haar partner. Verweerder had de gehele periode waarover belastingrente in rekening is gebracht het bedrag onder zich en eiseres kon daar niet over beschikken. Een letterlijke uitleg van artikel 30fc van de AWR leidt in de onderhavige situatie tot een uitkomst die niet evenredig is met doel en strekking van de wet. Beroep gegrond.
AnnotatorL.J.A. Damen
UitspraakECLI:NL:RBGEL:2021:497
Artikel aanvragenVia Praktizijn
TitelRechtbank Limburg 16-02-2021
CiteertitelAB 2021/162
SamenvattingTelefonische voorlichting door KCC/CAK.
Samenvatting (Bron)Gegrondverklaring van beroep betreffende kwijtschelding van achterstallige betaling van eigen bijdrage op grond van de Wet langdurige zorg. De rechtbank beschouwt de weigering van kwijtschelding als onderdeel van het invorderingstraject en betrekt daarbij op grond van artikel 4:125 Awb ook de later tot stand gekomen betalingsregeling. Weliswaar is er ten tijde van belang geen expliciete wettelijke bevoegdheid om kwijtschelding te verlenen, maar verweerder heeft naar het oordeel van de rechtbank een zekere beleidsruimte bij het gebruik van de invorderingsbevoegdheid. Die ruimte kan mede worden benut door onder omstandigheden geheel of gedeeltelijk af te zien van invordering van een (rest)schuld. De rechtbank anticipeert daarbij tevens op het in de Awb opgenomen maar nog niet in werking getreden artikel 4:94a. De rechtbank stelt vast dat de navordering ingrijpende gevolgen voor eiseres heeft en dat de ontstane situatie door gebrekkige voorlichting mede aan verweerder moet worden toegerekend. Het bestreden besluit berust daarom niet op een evenredige belangenafweging.
AnnotatorL.J.A. Damen
UitspraakECLI:NL:RBLIM:2021:1326
Artikel aanvragenVia Praktizijn