Jurisprudentie Bestuursrecht

Uitgever Sdu
Tijdschrift Jurisprudentie Bestuursrecht
Datum 26-06-2021
Aflevering 8
RubriekHoge Raad
TitelHoge Raad 07-05-2021
CiteertitelJB 2021/116
SamenvattingPer e-mail verzonden verdagingsbesluit.
Samenvatting (Bron)Geldigheid (per e-mail verzonden) verdagingsbesluit, artikel 7:10, lid 3, Awb, artikelen 3:40 en 3:41, lid 1, Awb, artikel 2:17, lid 1, Awb; aannemelijk maken en (onvoldoende) betwisting verzending e-mail
UitspraakECLI:NL:HR:2021:709
Artikel aanvragenVia Praktizijn
TitelHoge Raad 07-05-2021
CiteertitelJB 2021/117
SamenvattingGoede procesorde, Nota griffierecht.
Samenvatting (Bron)Procesrecht; artt. 8:42 en 8:55 Awb; betwisting van ontvangst van aangetekende nota griffierecht.
UitspraakECLI:NL:HR:2021:705
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekRaad van State
TitelRaad van State 04-05-2021
CiteertitelJB 2021/119
SamenvattingToegang tot de rechter, ‘Aarhus-besluiten’.
Samenvatting (Bron)Bij besluit van 28 september 2018 heeft het college van burgemeester en wethouders van Hoogeveen aan Powerfield een omgevingsvergunning verleend voor het realiseren van een zonnepark op de locatie Gijsselterweg 6a1 te Fluitenberg. Powerfield heeft een omgevingsvergunning aangevraagd om tijdelijk een zonnepark met ongeveer 87.000 zonnepanelen en enkele transformator stations te realiseren. Het is de bedoeling dat met een zonnepark van deze omvang stroom kan worden opgewekt voor naar schatting 6.666 huishoudens. De gronden waarop deze zonnepanelen zullen worden geplaatst, hebben een gezamenlijke oppervlakte van ongeveer 20 hectare. Het hele projectgebied, waarbij ook de gronden worden meegeteld die worden gebruikt voor de landschappelijke inpassing, heeft een oppervlakte van ongeveer 28 hectare. Rondom het projectgebied wordt een haag gepland met een hoogte van maximaal 2 m. Het bouwplan is in strijd met het bestemmingsplan "Buitengebied Hoogeveen 2017".
Annotator Redactionele aantekening
UitspraakECLI:NL:RVS:2021:953
Artikel aanvragenVia Praktizijn
TitelRaad van State 12-05-2021
CiteertitelJB 2021/120
SamenvattingRapport door Inspectie van het Onderwijs.
Samenvatting (Bron)Bij besluit van 11 januari 2019 heeft de Inspecteur-Generaal van het Onderwijs (hierna: de inspecteur) het inspectierapport van 15 november 2018 openbaar gemaakt en de verzoeken van [appellante] en haar moeder om rectificatie van het rapport en handhavend op te treden tegen Onderwijsstichting Zelfstandige Gymnasia afgewezen. [appellante] volgde voortgezet onderwijs aan het Vossius Gymnasium in Amsterdam. Het Vossius, waarvan OSZG het bevoegd gezag is, heeft [appellante] op 19 februari 2018 met terugwerkende kracht per 3 september 2017 uitgeschreven. De Inspectie van het Onderwijs heeft een onderzoek uitgevoerd naar de rechtmatigheid van deze uitschrijving. De bevindingen van dat onderzoek zijn neergelegd in het rapport van 15 november 2018. [appellante] en haar moeder hebben verzocht om rectificatie en openbaarmaking van dat rapport na rectificatie.
UitspraakECLI:NL:RVS:2021:1018
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekCentrale Raad van Beroep
TitelCentrale Raad van Beroep 15-04-2021
CiteertitelJB 2021/121
SamenvattingBeroep op vertrouwensbeginsel.
Samenvatting (Bron)De gronden die de korpschef in hoger beroep heeft aangevoerd komen in essentie neer op een herhaling van wat hij in beroep heeft aangevoerd. De Raad onderschrijft volledig het oordeel van de rechtbank over deze beroepsgronden en de overwegingen waarop de rechtbank dit oordeel heeft gebaseerd en neemt die overwegingen over. In aanvulling hierop overweegt de Raad nog dat artikel 9a van het Bbp ongelijke beloning – middels toekenning van OVW-periodieken – voor gelijke arbeid als zodanig mogelijk maakt. De stelling van de korpschef dat gelijke arbeid gelijk beloond moet worden is daarom gelet op artikel 9a van het Bbp niet houdbaar. Omdat in dit geval het oordeel dat sprake is van strijd met het vertrouwensbeginsel stand houdt, mag de korpschef de gemaakte fout dus niet herstellen. Ten slotte overweegt de Raad dat het niet op de weg van de rechtbank of de Raad ligt om hier tot matiging, een compensatie- of een afbouwregeling te komen. Het hoger beroep slaagt niet. De aangevallen uitspraak moet daarom worden bevestigd.
AnnotatorC.L.G.F.H. Albers
UitspraakECLI:NL:CRVB:2021:847
Artikel aanvragenVia Praktizijn
TitelCentrale Raad van Beroep 29-04-2021
CiteertitelJB 2021/122
SamenvattingProceskostenveroordeling.
Samenvatting (Bron)ZW-uitkering terecht beëindigd. De door de Raad geraadpleegde deskundige heeft de in het kader van de EZWb opgestelde FML onderschreven. Er is een zekere onduidelijkheid over het precieze niveau van het intellectueel functioneren van appellant, dat voor de verdere behandeling mogelijk van belang kan zijn. De belastbaarheid zal hiermee volgens de deskundige niet veranderen. Volgens de deskundige is voor de beoordeling van de belastbaarheid van appellant daarom geen verder onderzoek noodzakelijk. Voldoende gemotiveerd dat de resterende drie functies geschikt zijn voor appellant, omdat daarin geen sprake is van zware psychische of lichamelijke belasting.
UitspraakECLI:NL:CRVB:2021:983
Artikel aanvragenVia Praktizijn
TitelCentrale Raad van Beroep 04-05-2021
CiteertitelJB 2021/123
SamenvattingToetsing aan eigen beleid.
Samenvatting (Bron)Tussen partijen is niet geschil dat aan appellante ten onrechte een tweede ouderdomspensioen is toegekend. De Svb heeft beleid geformuleerd voor het terugkomen van besluiten ten nadele van een betrokkene met terugwerkende kracht, waarbij rekening is gehouden met algemene rechtsbeginselen zoals het vertrouwens- en rechtszekerheidsbeginsel. De Raad stelt vast dat de Svb aan het bestreden besluit ook artikel 3:4 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) ten grondslag heeft gelegd. In het onderhavige geval is niet zichtbaar getoetst aan het beleid. Om die reden kleeft aan het bestreden besluit een motiveringsgebrek. Appellante was bij de Svb voor haar nabestaandenpensioen en het in 2004 toegekende ouderdomspensioen bekend onder registratienummer [kenmerk 1] . Voor appellante kon niet duidelijk zijn dat dit tevens haar sofinummer of burgerservicenummer was. Het is de Svb die in gang heeft gezet dat aan appellante een nieuw burgerservicenummer is toegekend zonder dat appellante daar om heeft gevraagd. Tot slot weegt mee dat de hoogte van het tweede ouderdomspensioen ruim verschilt van de hoogte van het eerst toegekende ouderdomspensioen. Het bestreden besluit kan wegens strijd met artikel 7:12, eerste lid, van de Awb niet in stand blijven. De aangevallen uitspraak dient te worden vernietigd en het bezwaar en beroep dienen gegrond te worden verklaard. De Svb moet met inachtneming van deze uitspraak een nieuwe beslissing op bezwaar nemen. Aanleiding bestaat de Svb te veroordelen in de proceskosten van appellante.
UitspraakECLI:NL:CRVB:2021:1018
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekCollege van Beroep voor het bedrijfsleven
TitelCollege van Beroep voor het bedrijfsleven 26-04-2021
CiteertitelJB 2021/124
SamenvattingBesluit van algemene strekking.
Samenvatting (Bron)Niet-tijdig beslissen. Voorwaarde van ‘desgevraagd’ in art 8:55c Awb. Rechtskarakter toelatingsbesluit op grond van de Wet gewasbeschermingsmiddelen en biociden (Wgb). Besluit van algemene strekking. Geen beschikking. Dwangsomregeling bij niet-tijdig beslissen is niet van toepassing. Art 8:55c, art 4:17, art 1:3, lid 2, Algemene wet bestuursrecht (Awb) Art 28 Verordening (EG) nr. 1107/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 21 oktober 2009 betreffende het op de markt brengen van gewasbeschermingsmiddelen (Verordening 1107/2009) Art 20 Wet gewasbeschermingsmiddelen en biociden (Wgb)
AnnotatorR.J.N. Schlössels
UitspraakECLI:NL:CBB:2021:440
Artikel aanvragenVia Praktizijn
TitelCollege van Beroep voor het Hoger Onderwijs 28-04-2021, 2020/182
CiteertitelJB 2021/125
SamenvattingVerschoonbare termijnoverschrijding.
AnnotatorG.J. Stoepker
LinkVolledige tekst uitspraak (cbho.nl)
Artikel aanvragenVia Praktizijn