Gemeentestem

Uitgever Wolters Kluwer
Tijdschrift Gemeentestem
Datum 26-08-2021
Aflevering 7527
RubriekRedactioneel
TitelStaatsraad/raadsheer A-G als dwarskijker
CiteertitelGst. 2021/105
SamenvattingOp het terrein van het sociaal domein was het de bedoeling dwarskijkers aan te stellen. Het zou dan gaan om onafhankelijke derden die tot taak hebben een vinger aan de pols te houden en bevindingen te rapporteren (Gst. 2017/66). Een negatief getinte omschrijving van dwarskijker staat in de Van Dale: spion, stille verklikker. In het bestuursprocesrecht kennen wij sinds 2013 de mogelijkheid een conclusie te vragen aan een staatsraad/raadsheer A-G. Een figuur die in positieve vorm als dwarskijker moet kunnen fungeren op het terrein van het bestuursrecht.
Auteur(s)L.J.M. Timmermans
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekArtikelen
TitelHet voorkomen en oplossen van conflicten in het sociaal domein: wat werkt?
CiteertitelGst. 2021/106
SamenvattingDe afgelopen jaren is er steeds meer aandacht voor het voorkomen en effectief beslechten van geschillen met de overheid in de fase van besluitvorming en bezwaarbehandeling. Daar zijn meerdere redenen voor aan te wijzen. De meest in het oog springende is de recente toeslagenaffaire. In reactie daarop laat het kabinet weten: ‘Alle inspanningen moeten erop zijn gericht in een vroeg stadium conflicten op te lossen, misverstanden uit de weg te ruimen en het gesprek aan te gaan, zodat mensen niet nodeloos in de fase van bezwaar en beroep belanden
Auteur(s)A.T. Marseille , H.B. Winter , M. Wever , A.G. Mein , F. Aslimani , P. de Winter
LinkVolledige tekst artikel (openresearch.amsterdam)
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekReacties
TitelReactie op het artikel ‘De Omgevingswet als olifant in de porseleinkast: over haar verhouding tot gemeentelijke autonome regelgeving’
CiteertitelGst. 2021/107
SamenvattingDe auteur reageert op het artikel ‘De Omgevingswet als olifant in de porseleinkast: over haar verhouding tot gemeentelijke autonome regelgeving'.
Auteur(s)F.A.G. Groothuijse
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekReacties
TitelAutonomie als de olifant in de kamer van de Omgevingswet (reactie op reactie Groothuijse)
CiteertitelGst. 2021/108
SamenvattingDe auteurs stellen de reactie van Groothuijse zeer op prijs. Over de gevolgen van de Omgevingswet voor gemeenterechtelijke leerstukken is, volgens de auteurs, vooralsnog te weinig discussie geweest. Het is goed om deze gevolgen in kaart te brengen en te analyseren, onder meer door wetenschappelijk debat. De auteurs reageren op Wij reageren op Groothuijse.
Auteur(s)M.A.D.W. de Jong , J.L.W. Broeksteeg
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekJurisprudentie
TitelHoge Raad 16-07-2021
CiteertitelGst. 2021/109
SamenvattingDe Hoge Raad gaat om. In een volgende instantie dient niet ambtshalve de tijdigheid van het aanwenden van een rechtsmiddel in de vorige instantie opnieuw te worden beoordeeld.
Samenvatting (Bron)Beoordeling tijdigheid ingediend rechtsmiddel; art. 6:7 t/m 6:9 Awb; ambtshalve niet-ontvankelijk verklaren wegens termijnoverschrijding bij voorgaande instantie.
AnnotatorR. Stijnen
UitspraakECLI:NL:HR:2021:1153
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekJurisprudentie
TitelCentrale Raad van Beroep 09-07-2021
CiteertitelGst. 2021/110
SamenvattingDe bestuursrechter gaat om. De termijn om bezwaar te maken is niet langer van openbare orde. De bestuursrechters kijken alleen nog in eigen instantie naar de tijdigheid van het beroep of hoger beroep.
Samenvatting (Bron)Bepalingen over tijdigheid van bezwaar- en beroep dwingend van aard maar niet van openbare orde. De bestuursrechter beoordeelt niet langer ambtshalve de tijdigheid van een bezwaar. In hoger beroep wordt niet langer ambtshalve beoordeeld of het beroep bij de rechtbank tijdig was. Rechtbank is door ambtshalve de tijdigheid van het bezwaar te beoordelen buiten de omvang van het geding getreden. Bezwaar ten onrechte niet-ontvankelijk verklaard. De Raad kan daardoor de vraag of appellant aanspraak kan maken op voortzetting van een persoonsgebonden budget inhoudelijk behandelen. Voortzetting pgb op goede gronden geweigerd.
AnnotatorR. Stijnen
UitspraakECLI:NL:CRVB:2021:1500
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekJurisprudentie
TitelHoge Raad 04-06-2021
CiteertitelGst. 2021/111
SamenvattingBij het maken van onderscheid in het forensenbelastingtarief tussen woningen die onderdeel zijn van een recreatiesamenstel en andere woningen, kon de gemeenteraad in redelijkheid menen dat die gevallen feitelijk niet gelijk zijn.
Samenvatting (Bron)Artikel 223 Gemeentewet, Verordening forensenbelasting 2015 gemeente Ommen, gelijkheidsbeginsel, evenredigheidsbeginsel, proportionaliteitsbeginsel, artikel 1 Eerste Protocol EVRM.
AnnotatorJ.C. Scherff
UitspraakECLI:NL:HR:2021:648
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekJurisprudentie
TitelRaad van State 14-07-2021
CiteertitelGst. 2021/112
SamenvattingInspraakverplichting bij de beoordeling van een aanvraag voor een natuurvergunning.
Samenvatting (Bron)In het besluit van 22 december 2015, kenmerk 2015/0400038, heeft het college van gedeputeerde staten van Overijssel een vergunning op grond van artikel 19d van de Natuurbeschermingswet 1998 verleend aan [vergunninghouder] in [plaats]. [vergunninghouder] exploiteert een varkenshouderij aan de [locatie] in [plaats]. Het is voornemens om de vleesvarkenshouderij te wijzigen in een zeugenhouderij. Daarvoor worden de bestaande stallen gesloopt en nieuwe stallen gebouwd. Het college heeft op 22 december 2015 een natuurvergunning verleend voor het inwerking hebben van de zeugenhouderij. De vergunning is verleend voor het houden van 640 kraamzeugen, 2363 guste en dragende zeugen, 4 dekberen en 432 opfokzeugen, met een totale emissie van 2518,41 kg NH3/jr. Het college heeft de vergunning verleend, omdat de depositie van de aangevraagde bedrijfssituatie niet toeneemt ten opzichte van de depositie in de referentiesituatie.
AnnotatorS.D.P. Kole
UitspraakECLI:NL:RVS:2021:1507
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekJurisprudentie
TitelRaad van State 23-06-2021
CiteertitelGst. 2021/113
SamenvattingOmstreden erfgoedbescherming bij bestemmingsplan blijft in stand; bij beslissing over omgevingsvergunning is nadere belangenafweging mogelijk.
Samenvatting (Bron)Bij tussenuitspraak van 1 april 2020, ECLI:NL:RVS:2020:971, heeft de Afdeling de raad van de gemeente Eemsmond, thans: gemeente Het Hogeland opgedragen om binnen 26 weken na verzending van die uitspraak met inachtneming van hetgeen daarin onder 14.2 is overwogen het gebrek in het besluit van de raad van 12 juli 2018, waarbij het bestemmingsplan "Eemsmond Gebouwd Erfgoed" is vastgesteld, te herstellen. In de tussenuitspraak, overweging 14.2, heeft de Afdeling overwogen dat de raad bij zijn onderzoek naar de karakteristieke waarde van de boerderij op het perceel [locatie] te Warffum, ten onrechte heeft volstaan met een globale beoordeling van de buitenkant van het pand. Daarbij heeft de Afdeling betrokken dat de erven van [appellant] een rapport hebben overgelegd waarin inzicht is gegeven in de diverse gebreken aan dat pand.
AnnotatorJ.W. van Zundert
UitspraakECLI:NL:RVS:2021:1320
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekJurisprudentie
TitelCentrale Raad van Beroep 23-03-2021
CiteertitelGst. 2021/114
SamenvattingEen betrokkene kan ook op andere wijze dan door de vermelding ‘lening voor levensonderhoud’ op de bijschrijving aannemelijk maken dat een lening is bedoeld voor levensonderhoud.
Samenvatting (Bron)Lening over de periode dat geen bijstand werd ontvangen ten onrechte aangemerkt als inkomen. Aannemelijk gemaakt dat de lening voor levensonderhoud was bedoeld. Een betrokkene heeft in beginsel geen recht op bijstand indien en voor zover hij of zij zich periodieke middelen tot levensonderhoud verschaft door leningen aan te gaan. Dit kan anders zijn indien die betrokkene in een periode waarin geen of ontoereikende inkomsten aanwezig zijn voor de voorziening in het levensonderhoud is aangewezen op het aangaan van leningen. Daartoe dient de betrokkene in ieder geval aannemelijk te maken dat hij geen ander toereikend inkomen heeft en dat het gaat om leningen die zijn verstrekt voor levensonderhoud. De rechtbank en het dagelijks bestuur zijn er ten onrechte van uitgegaan dat alleen door een vermelding lening voor levensonderhoud op de bijschrijving aannemelijk kan worden gemaakt dat de lening is bedoeld voor levensonderhoud. Dat het geleende geld is bedoeld voor levensonderhoud kan ook op andere wijze aannemelijk worden. In dit geval blijkt uit de gedingstukken dat appellante van meet af aan en consistent heeft verklaard dat de lening was bedoeld voor levensonderhoud. Die stelling wordt ondersteund door de overgelegde bankafschriften waaruit blijkt dat appellante kort na de ontvangst van het geleende bedrag kosten van levensonderhoud heeft betaald.
AnnotatorH.F. van Rooij
UitspraakECLI:NL:CRVB:2021:734
Artikel aanvragenVia Praktizijn