AB Rechtspraak Bestuursrecht

Uitgever Wolters Kluwer
Tijdschrift AB Rechtspraak Bestuursrecht
Datum 23-03-2022
Aflevering 12
RubriekHof van Justitie van de Europese Unie
TitelHvJ EU 25-11-2021, C-437/19
CiteertitelAB 2022/100
SamenvattingDe persoon die over de inlichtingen beschikt en aan wie een administratieve geldboete is opgelegd wegens niet-naleving van het bevel welk volgens nationaal recht niet vatbaar is voor beroep, moet over de mogelijkheid beschikken, nadat de rechtmatigheid van het bevel is vastgesteld, alsnog gevolg te geven aan het bevel zonder dat hem een sanctie wordt opgelegd. Zie ook: ECLI:EU:C:2021:450
Samenvatting (Bron)Arrest van het Hof (Derde kamer) van 25 november 2021.#Etat luxembourgeois tegen L.#Verzoek van de Cour administrative (Luxemburg) om een prejudiciele beslissing.#Prejudiciele verwijzing - Administratieve samenwerking op het gebied van belastingen - Richtlijn 2011/16/EU - Artikel 1, lid 1, artikel 5 en artikel 20, lid 2 - Verzoek om inlichtingen - Bevel tot het verstrekken van inlichtingen - Weigering gevolg te geven aan het bevel - Sanctie - ,Verwachte belang' van de gevraagde inlichtingen - Geen individuele identificatie bij naam van de betrokken belastingplichtigen - Begrip ,identiteit van de persoon naar wie het onderzoek of de controle is ingesteld' - Motivering van het verzoek om inlichtingen - Draagwijdte - Handvest van de grondrechten van de Europese Unie - Artikel 47 - Recht op een doeltreffende voorziening in rechte tegen het bevel om inlichtingen te verstrekken - Artikel 52, lid 1 - Beperking - Eerbiediging van de wezenlijke inhoud van het recht.#Zaak C-437/19.
AnnotatorL.E.C. Neve
LinkVolledige tekst annotatie (EUR.nl)
UitspraakECLI:EU:C:2021:953
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekAfdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State
TitelRaad van State 14-02-2022
CiteertitelAB 2022/101
SamenvattingKieswet. Handtekening instemmingsverklaring kandidatenlijst gemeenteraadsverkiezingen.
Samenvatting (Bron)Bij besluit van 4 februari 2022 heeft het centraal stembureau voor de verkiezing van de leden van de gemeenteraad van Haarlem de kandidaat "van Wooning, M.L. (Maxime) (v)" geschrapt van de kandidatenlijst van Trots op Nederland (TROTS).
AnnotatorP.J. Stolk
UitspraakECLI:NL:RVS:2022:460
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekAfdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State
TitelRaad van State 09-02-2022
CiteertitelAB 2022/102
SamenvattingVan Saulus naar Paulus: Afdeling bestuursrechtspraak verlaat grondenfuik tussen rechtbank en hoger beroep in andere dan omgevingsrechtelijke zaken.
Samenvatting (Bron)Bij besluit van 20 december 2019 heeft het college van burgemeester en wethouders van Rotterdam een aanvraag van [appellante] om een huisvestingsvergunning afgewezen. [appellante] is in 2014 met haar man en kinderen vanuit Nederland naar Marokko verhuisd en is in september 2019 met kinderen naar Nederland teruggekomen. Ze had toen geen inkomen en heeft een bijstandsuitkering aangevraagd. Ze heeft een woning gevonden aan de [locatie A] te Rotterdam in de buurt Tarwewijk. Om in die buurt te mogen gaan wonen is een huisvestingsvergunning van het college nodig die zij op 23 oktober 2019 heeft aangevraagd. Het college heeft de aanvraag afgewezen, omdat zij ten tijde van haar aanvraag korter dan zes jaar in de regio Rotterdam woonde en niet voldoet aan het ingevolge artikel 2.6, eerste lid, van de Verordening toegang woningmarkt en samenstelling woningvoorraad 2017/2 geldende vereiste dat zij een inkomen uit werk heeft.
AnnotatorR. Ortlep
UitspraakECLI:NL:RVS:2022:363
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekAfdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State
TitelRaad van State 19-01-2022
CiteertitelAB 2022/103
SamenvattingGeen daadwerkelijke en effectieve toetsing van de zorgvuldige voorbereiding en deugdelijke motivering van besluiten door de bestuursrechter mogelijk vanwege het ontbreken van beleid, een vaste gedragslijn of een andere duidelijke uitleg over de manier waarop het onderzoek naar afvalligheid wordt verricht. Geloofwaardigheid van afvalligheid moet ook onderzocht worden in situaties waarin de vreemdeling in het land van herkomst nog geen uiting heeft gegeven aan afvalligheid. Daarnaast moet ook in situaties waarin er sprake is van toegedichte afvalligheid onderzocht worden of er risico is op vervolging of vernederende behandeling bij terugkeer naar het land van herkomst.
Samenvatting (Bron)Bij besluit van 26 februari 2021 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om haar een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen. De vreemdeling komt uit Iran. Zij voert aan dat zij zich in Iran heeft afgewend van de islam en zich heeft bekeerd tot het christendom en dat zij als gevolg daarvan problemen heeft ondervonden met de Iraanse autoriteiten, waardoor zij niet naar Iran kan terugkeren. De staatssecretaris heeft de gestelde afvalligheid, bekering en problemen als gevolg van de bekering ongeloofwaardig geacht. Hij heeft het wel geloofwaardig geacht dat zij 'wat afstand heeft genomen van de islam' en dat zij een aantal keer is opgepakt door de autoriteiten. Omdat de staatssecretaris dit onvoldoende zwaarwegend acht voor vergunningverlening, dat wil zeggen dat dit niet zo ernstig is dat hij aanneemt dat zij wordt vervolgd, heeft hij haar asielaanvraag afgewezen.
AnnotatorV.M. Bex-Reimert
UitspraakECLI:NL:RVS:2022:94
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekAfdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State
TitelRaad van State 19-01-2022
CiteertitelAB 2022/104
SamenvattingBij het onderzoek naar en de beoordeling van de geloofwaardigheid van de gestelde overtuiging is een onderscheid tussen atheïsme en afvalligheid noodzakelijk. Verschillen en overeenkomsten tussen de beoordeling van atheïsme en afvalligheid. Bij de vraag of de vreemdeling kan terugkeren, kan de staatssecretaris niet volstaan met het standpunt dat de door de vreemdeling gestelde gebeurtenissen ongeloofwaardig zijn. Onderzocht moet worden hoe de vreemdeling bij terugkeer uiting wil geven aan zijn atheïsme en of die verklaringen geloofwaardig zijn. Indien het gestelde atheïsme ongeloofwaardig wordt geacht, moet nog steeds onderzocht worden of de vreemdeling niet in de negatieve belangstelling van de actor van vervolging staat.
Samenvatting (Bron)Bij besluit van 14 april 2020 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen. De vreemdeling komt uit Iran. Hij voert aan dat hij afvallige is, omdat hij zich heeft afgewend van de islam. Verder voert hij aan dat hij atheïst is geworden. Ook stelt hij dat hij stakingen heeft georganiseerd en dat er, terwijl hij al in Nederland was, een inval door de Iraanse autoriteiten in zijn huis in Iran is geweest. Hierbij zouden documenten zijn meegenomen, waaronder boeken en folders over atheïsme. De staatssecretaris heeft het geloofwaardig geacht dat de vreemdeling heeft gestaakt, maar niet dat hij stakingen heeft georganiseerd. Verder gelooft de staatssecretaris dat de vreemdeling zich heeft afgewend van de islam, maar niet dat hij atheïst is of dat er een inval in zijn woning heeft plaatsgevonden en dus ook niet dat daar materiaal over atheïsme is meegenomen.
AnnotatorV.M. Bex-Reimert
UitspraakECLI:NL:RVS:2022:93
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekAfdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State
TitelRaad van State 08-09-2021
CiteertitelAB 2022/105
SamenvattingStichting Platform Keelbos is belanghebbende bij de afwijzing van een handhavingsverzoek gericht tegen het afsluiten door Staatsbosbeheer van parkeerterreinen die deel uitmaken van een homo-ontmoetingsplaats.
Samenvatting (Bron)Bij brief van 14 december 2018 heeft het college naar aanleiding van een handhavingsverzoek van de Stichting te kennen gegeven dat het niet bevoegd is handhavend op te treden tegen het door Staatsbosbeheer tussen zonsondergang en zonsopkomst afsluiten van een aantal parkeerterreinen bij recreatiegebied De Kibbelkoele te Coevorden.
AnnotatorN.G. Hoogstra , H.D. Tolsma
UitspraakECLI:NL:RVS:2021:2031
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekAfdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State
TitelRaad van State 05-07-2021
CiteertitelAB 2022/106
SamenvattingBij het weigeren van gezinshereniging omdat de vreemdeling wordt verdacht van misdrijven zoals genoemd in artikel 1FVluchtelingenverdrag is het openbare-ordebegrip uit de Gezinsherenigingsrichtlijn van toepassing.
Samenvatting (Bron)Bij besluit van 13 februari 2018 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid de aan de vreemdeling verleende machtiging tot voorlopig verblijf (hierna: mvv) ingetrokken.
AnnotatorM.A.K. Klaassen
UitspraakECLI:NL:RVS:2021:1443
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekCollege van Beroep voor het bedrijfsleven
TitelCollege van Beroep voor het bedrijfsleven 11-01-2022
CiteertitelAB 2022/107
SamenvattingLex dura: subsidie te laat aangevraagd; opvallende variatie in aanvraagtermijnen; inhoud telefoonnotitie.
Samenvatting (Bron)Kaderwet EZ-subsidies: artikel 2. Kaderbesluit: artikel 10 en artikel 22. In geschil is of verweerder de subsidieaanvraag van 25 november 2019 voor de boiler terecht heeft afgewezen. Vast staat dat appellant de 4 stuks 2CPC24 collectoren en de boiler van 1500 liter. (uiterlijk) op 23 oktober 2019 heeft aangeschaft en dat hij de aanvraag om subsidie voor deze boiler op 25 november 2019 heeft ingediend. Verweerder heeft de subsidieaanvraag van appellant terecht afgewezen. Niet van belang is dat de investeringsverplichtingen voor de boiler zijn aangegaan op basis van de verlening van de subsidie op de eerdere aanvraag en die aanvraag reeds op 2 oktober 2019 is gedaan. Bepalend is in dit verband slechts de datum van de onderhavige aanvraag. Het beroep op het vertrouwensbeginsel faalt. Het beroep is ongegrond.
AnnotatorL.J.A. Damen
UitspraakECLI:NL:CBB:2022:7
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekCollege van Beroep voor het bedrijfsleven
TitelCollege van Beroep voor het bedrijfsleven 11-01-2022
CiteertitelAB 2022/108
SamenvattingCeci n’est pas een aanvraag voor een warmtepomp; doorzendplicht van minister EZK naar minister BZK, binnen de boezem van de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland.
Samenvatting (Bron)Artikel 2:3, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht artikel 4.5.12, eerste lid, aanhef en onder f, van de Regeling nationale EZ-subsidies Het College acht het aannemelijk dat appellant de bedoeling heeft gehad om ISDE subsidie voor een warmtepomp aan te vragen. Uit de aanvraag hadden de beoordelaars van SEEH-aanvragen kunnen afleiden dat appellant niet alleen voor vloer- en gevelisolatie en een aantal aanvullende energiebesparende maatregelen subsidie wilde aanvragen, maar ook voor een warmtepomp. Het lag daarom op de weg van de beoordelaars van SEEH-aanvragen om niet alleen een beoordeling op grond van de SEEH te doen, maar ook de aanvraag op grond van artikel 2:3, eerste lid, van de Awb onmiddellijk door te sturen naar de beoordelaars van ISDE-aanvragen. Het kan appellant in dit geval niet worden tegengeworpen dat zijn ISDE-aanvraag te laat bij verweerder is ingediend. Verweerder moet de ISDE-aanvraag dan ook opnieuw in behandeling nemen, uitgaande van de datum van indiening van de SEEH-aanvraag.
AnnotatorL.J.A. Damen
UitspraakECLI:NL:CBB:2022:1
Artikel aanvragenVia Praktizijn