Rubriek | Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State |
---|---|
Titel | Raad van State 26-01-2022 |
Citeertitel | AB 2022/125 |
Samenvatting | Het tijdstip van het overleggen van de stukken door het college aan de raad is het tijdstip dat bepaalt welke vergadering de eerstvolgende vergadering is als bedoeld in art. 25 lid 3 Gemeentewet. |
Samenvatting (Bron) | Bij besluit van 7 mei 2019 heeft de raad van de gemeente Wormerland geheimhouding van een onder geheimhouding overgelegde raadsinformatiebrief bekrachtigd. [appellant B] is gemeenteraadslid voor de Partijen voor Ouderen en Veiligheid in Wormerland. [appellant A] is gemeenteraadslid voor de POV in Zaanstad. De POV heeft op 17 maart 2019 in Wormerland raadsvragen gesteld over de aanbesteding van de Zaanbrug. Omdat specifieke inhoudelijke informatie over de aanbesteding alleen onder geheimhouding verstrekt kan worden heeft het college van burgemeester en wethouders van Wormerland op 26 maart 2019 besloten om een raadsinformatiebrief op te stellen met daarin het geheime deel van de informatie. Op 2 april 2019 is de raadsinformatiebrief opgesteld en heeft het college tijdelijke geheimhouding voor de raadsinformatiebrief opgelegd. |
Annotator | H.S. ten Cate |
Uitspraak | ECLI:NL:RVS:2022:232 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Rubriek | Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State |
---|---|
Titel | Raad van State 22-12-2021 |
Citeertitel | AB 2022/126 |
Samenvatting | Omgevingsvergunning. Toepassing relativiteitsvereiste op door burgerinitiatief aangevoerd betoog over stikstof op Natura 2000-gebied wegens tijdelijke verlegging provinciale weg. |
Samenvatting (Bron) | Bij besluit van 28 juli 2020, kenmerk 1540725, heeft het college van burgemeester en wethouders van Katwijk aan Boskalis Nederland B.V. een omgevingsvergunning verleend voor het tijdelijk verleggen van de huidige N206 (westzijde) voor de RijnlandRoute, bestaande uit: het gebruiken van gronden of bouwwerken in strijd met een bestemmingsplan en het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden, in gevallen waarin dat bij een bestemmingsplan is bepaald. [appellante sub 1] exploiteert een tankstation aan de [locatie] te Valkenburg. Hij vreest dat het bestreden besluit verstrekkende economische gevolgen heeft voor zijn bedrijf. KSV en anderen bestaan uit het burgerinitiatief Katwijk Smart Village, basisschool De Dubbelburg en omwonenden. Over de omgevingsvergunning betogen zij dat het aanleggen van een tijdelijke N206, als dat al nodig is, aan de zuidkant in plaats van de noordkant van de N206 zou moeten plaatsvinden. Zij vrezen onder meer voor aantasting van het woon- en leefklimaat. |
Annotator | T. Groot |
Link | Volledige tekst annotatie (Stijladvocaten.nl) |
Uitspraak | ECLI:NL:RVS:2021:2909 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Rubriek | Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State |
---|---|
Titel | Raad van State 23-12-2020 |
Citeertitel | AB 2022/127 |
Samenvatting | Terugvordering van meer dan 40 jaar geleden verstrekte subsidies, waarvoor geen verleningsbeschikkingen meer voorhanden zijn en waarop de subsidietitel van de Awb op grond van het overgangsrecht bij de subsidietitel niet van toepassing is, kan evenmin worden gebaseerd op artikel 7 Wet terugvordering staatssteun. |
Samenvatting (Bron) | Bij brief van 20 oktober 2016 heeft de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport aan de stichting medegedeeld dat de oorspronkelijke waarde van de op twee panden gevestigde waarborghypotheken door de stichting dient te worden teruggestort. Het gaat om een bedrag van 629.270,00. De stichting Youké Sterke Jeugd is een jeugdhulpaanbieder en heeft volgens haar statuten ten doel aan kinderen en jeugdigen van wie de biologische, psychische en/of sociale ontwikkeling verstoord is of bedreigd wordt, en aan hun (pleeg)ouders en belangrijke betrokkenen in hun sociale omgeving, zorg te (doen) bieden die gericht is op het zo evenwichtig mogelijk opgroeien en opvoeden van die kinderen en jeugdigen. De stichting was in het bezit van drie panden aan de Scheltemalaan 13, 15 en 17 in Amersfoort. |
Annotator | J.E. van den Brink , M.J. Jacobs |
Uitspraak | ECLI:NL:RVS:2020:3078 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Rubriek | Centrale Raad van Beroep |
---|---|
Titel | Centrale Raad van Beroep 30-11-2021 |
Citeertitel | AB 2022/128 |
Samenvatting | Appellante met psychische stoornis die medewerking aan huisbezoek weigert moet tijd krijgen om de gevolgen van weigering te overzien. |
Samenvatting (Bron) | Afwijzing aanvraag om bijstand. Niet meewerken huisbezoek. Bedenktijd. De psychische omstandigheden van appellante, die bij het college bekend waren, moesten in samenhang met haar gedrag tijdens het gesprek, voor het college aanleiding zijn om appellante korte tijd de gelegenheid te bieden om tot bedaren te komen en, met behulp van haar begeleider, een goede afweging te maken tussen haar weerstand tegen het huisbezoek, en haar belang bij het ontvangen van bijstand. |
Annotator | A.C. Hendriks |
Uitspraak | ECLI:NL:CRVB:2021:3095 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Rubriek | Centrale Raad van Beroep |
---|---|
Titel | Centrale Raad van Beroep 16-07-2021 |
Citeertitel | AB 2022/129 |
Samenvatting | Triple A-burger wordt beloond bij stap 3 van het vertrouwensbeginsel. |
Samenvatting (Bron) | De vraag die voorligt is of appellante een geslaagd beroep op het vertrouwensbeginsel toekomt op grond waarvan de verminderde pensioenopbouw over vier uur per week in de periode vanaf 11 april 2018 niet op haar kan worden afgewenteld. Bij het besluit van 20 februari 2018 heeft de korpschef de arbeidstijd van appellante vanaf 11 april 2018 met elf uur per week verminderd. Hierbij heeft de korpschef uitdrukkelijk en zonder voorbehoud vermeld dat alle aan het salaris gerelateerde aanspraken, zoals pensioenopbouw, gelijk blijven. Onder de omstandigheden is sprake van een aan de korpschef toe te rekenen toezegging waaruit appellante redelijkerwijs kon en mocht afleiden dat zij vanaf 11 april 2018 aanspraak behoudt op een volledige pensioenopbouw. Het belang van appellante bij nakoming van deze toezegging moet dan ook worden afgewogen tegen het belang van de korpschef. In dit geval moet worden geoordeeld dat de korpschef gehouden is om aan de gerechtvaardigde verwachtingen te voldoen. Onder de omstandigheden prevaleert het belang van appellante om de toezegging na te komen boven het belang van de korpschef. Hieruit volgt dat het hoger beroep slaagt en de aangevallen uitspraak moet worden vernietigd. Aanleiding bestaat om de korpschef te veroordelen in de proceskosten van appellante in beroep en hoger beroep, bestaande uit reiskosten. |
Annotator | L.J.A. Damen |
Uitspraak | ECLI:NL:CRVB:2021:1802 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Rubriek | Centrale Raad van Beroep |
---|---|
Titel | Centrale Raad van Beroep 03-08-2021 |
Citeertitel | AB 2022/130 |
Samenvatting | Gerechtvaardigd vertrouwen gehonoreerd contra legem; dispositievereiste niet doorslaggevend. |
Samenvatting (Bron) | Vertrouwensbeginsel. Toezegging verzekeringsarts. |
Annotator | L.J.A. Damen |
Uitspraak | ECLI:NL:CRVB:2021:1911 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Rubriek | Rechtbanken |
---|---|
Titel | Rechtbank Midden-Nederland 28-01-2022 |
Citeertitel | AB 2022/131 |
Samenvatting | Openbaar Ministerie niet-ontvankelijk in vervolging wegens strijd met het ne bis in idem-beginsel. |
Samenvatting (Bron) | Deze zaak betreft onder andere de toetsing van de ontvankelijkheid van het Openbaar Ministerie. Het gaat om de vraag of een last onder dwangsom die tot verbeurdverklaring heeft geleid bij overtreding van de Opiumwet als criminal charge moet worden beschouwd.. Als deze herstelsanctie mogelijk als alternatief is ingezet voor de strafrechtelijke route, kan het verbeuren van een bestuursrechtelijke dwangsom toch een leedtoevoegend karakter hebben. Bij het vergelijken van de hoogte en aard van de sanctie, immers de verbeurdverklaring van de dwangsom van 5000 euro, met een eventuele strafrechtelijke te verwachten reactie op ditzelfde feitencomplex, lijkt de bestuursrechtelijke sanctie een financieel punitief karakter te hebben. Dit kan worden beschouwd in deze zaak als criminal charge, zodat voor dit feit het Openbaar Ministerie niet-ontvankelijk wordt verklaard door strijd met het ne bis in idem beginsel. |
Annotator | W.S. Zorg , A.P.W. Duijkersloot |
Uitspraak | ECLI:NL:RBMNE:2022:306 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Rubriek | Gerechtshoven |
---|---|
Titel | Gerecht in Ambtenarenzaken van Aruba Curaçao Sint Maarten en van Bonaire Sint Eustatius en Saba 31-05-2021 |
Citeertitel | AB 2022/132 |
Samenvatting | De toezegging van de minister kan verweerder worden toegerekend nu de Douanedienst waarbij klager werkzaam is, valt onder de minister en deze minister de voordracht aan verweerder met betrekking tot het formele landsbesluit moet doen. Verweerder is gehouden het opgewekte vertrouwen te honoreren. |
Samenvatting (Bron) | Vrijstelling van dienst wegens bijzondere omstandigheden met behoud van inkomen - Vertrouwensbeginsel - Het gerecht hanteert voor de beoordeling van het beroep op het vertrouwensbeginsel het stappenplan zoals uiteengezet in de uitspraak van de Afdeling. Het beroep op het vertrouwensbeginsel slaagt. |
Annotator | C.N.J. Kortmann |
Uitspraak | ECLI:NL:OGAACMB:2021:55 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |