Jurisprudentie Bestuursrecht

Uitgever Sdu
Tijdschrift Jurisprudentie Bestuursrecht
Datum 30-06-2022
Aflevering 8
RubriekHoge Raad
TitelHoge Raad 29-04-2022
CiteertitelJB 2022/108
SamenvattingRedelijke termijn, Geen ambtshalve toekenning immateriële schadevergoeding, Ambtshalve beoordeling, Geen motivering.
Samenvatting (Bron)Ambtshalve oordeel immateriële schadevergoeding; artikel 8:66 Awb; totale duur procedure; motivering oordeel.
UitspraakECLI:NL:HR:2022:662
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekRaad van State
TitelRaad van State 20-04-2022
CiteertitelJB 2022/109
SamenvattingPersoonsgeboden overgangsrecht, Schikken, Geschilbeslechting, Probleemoplossing.
Samenvatting (Bron)Bij besluit van 15 augustus 2017 heeft het college van burgemeester en wethouders van Deurne aan [vergunninghouder] omgevingsvergunning verleend voor het bouwen van een veldschuur op het perceel aan de [locatie] te Liessel. Op het perceel staat een veldschuur die in 1956 zonder een vergunning is gebouwd. [vergunninghouder] en zijn echtgenote, die hoogbejaard zijn, wonen sinds 1992 in het gebouw. In het voorheen geldende bestemmingsplan was het gebouw bestemd als een noodwoning. De raad van de gemeente Deurne heeft naderhand het bestemmingsplan "Tweede herziening bestemmingsplan Buitengebied" vastgesteld. Daarin is voor het gebruik dat [vergunninghouder] en zijn echtgenote van de veldschuur maken persoonsgebonden overgangsrecht opgenomen. Dat betekent dat zij de veldschuur legaal bewonen. Voor de veldschuur is echter nooit een bouwvergunning verleend. Om die reden heeft [wederpartij], die op het perceel daarnaast woont, aan het college om handhaving gevraagd.
AnnotatorG.J. Stoepker , M.C. Verviers
UitspraakECLI:NL:RVS:2022:1152
Artikel aanvragenVia Praktizijn
TitelRaad van State 21-04-2022
CiteertitelJB 2022/110
SamenvattingProcesbelang.
Samenvatting (Bron)Bij besluit van 15 juli 2020 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid de aan de vreemdeling verleende verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd ingetrokken en een aanvraag om verlenging van de geldigheidsduur van die vergunning afgewezen.
UitspraakECLI:NL:RVS:2022:1173
Artikel aanvragenVia Praktizijn
TitelRaad van State 04-05-2022
CiteertitelJB 2022/111
SamenvattingGeen inhoudelijke gronden in beroep, Ambtshalve onderzoek rechtbank, Inhoudelijke beoordeling rechtbank.
Samenvatting (Bron)Bij afzonderlijke besluiten van 12 en 29 juni en 20 juli 2017 heeft het bestuur van de raad voor rechtsbijstand aanvragen van [wederpartij] om een vergoeding voor door hem als advocaat aan verschillende cliënten verleende rechtsbijstand afgewezen. Het gaat in deze zes zaken om besluiten van de raad waarbij hij de aanvragen van [wederpartij] om vergoeding van de door hem verleende rechtsbijstand heeft afgewezen. [wederpartij] was tot 2016 ingeschreven advocaat. De aanvragen om vergoeding van verleende rechtsbijstand hebben betrekking op eerder aan [wederpartij] ter zake verleende toevoegingen. De raad heeft de aanvragen om vergoeding van verleende rechtsbijstand afgewezen omdat niet aan de eisen voor inwilliging daarvan is voldaan. [wederpartij] kon zich niet vinden in die afwijzingen van zijn aanvragen om vergoeding en heeft na bezwaar ter zake beroep bij de rechtbank ingesteld.
UitspraakECLI:NL:RVS:2022:1311
Artikel aanvragenVia Praktizijn
TitelRaad van State 04-05-2022, 202006766/1/A3
CiteertitelJB 2022/112
SamenvattingWet basisregistratie personen. Verzoek tot wijziging persoonsgegevens. Toetsingsmaatstaf genuanceerd.
Samenvatting (Bron)Bij besluit van 10 juli 2018 heeft het college van burgemeester en wethouders van Reusel-De Mierden een verzoek van [appellant] als bedoeld in artikel 2.58, eerste lid, van de Wet basisregistratie personen tot wijziging van zijn persoonsgegevens in de basisregistratie personen betreffende zijn voornaam, geboortedatum en geboorteplaats afgewezen. [appellant] staat in de brp ingeschreven als Wei [appellant], geboren op [geboortedatum] 1985 te Baishi (China). Deze gegevens zijn ontleend aan een door hem op 19 februari 2001 afgelegde verklaring onder ede. Die verklaring komt overeen met eerdere verklaringen van [appellant] tegenover de Immigratie- en Naturalisatiedienst van 16 december 1999 en 22 mei 2000 in het kader van zijn asielprocedure. Hij heeft het college op 20 november 2017 verzocht om zijn gegevens te wijzigen in [naam], geboren op [geboortedatum] 1977 te Qingtian County (China). Daartoe heeft hij volgende documenten overgelegd.
UitspraakECLI:NL:RVS:2022:1198
Artikel aanvragenVia Praktizijn
TitelRaad van State 11-05-2022
CiteertitelJB 2022/113
SamenvattingIntrekking Nederlanderschap, Ambtsbericht van minister van BuZa, Deskundigenadvies, Onderliggende stukken, Beperking kennisneming, Bewijspositie betrokkene, Toetsingskader rechter.
Samenvatting (Bron)Bij besluit van 22 mei 2013 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid het Nederlanderschap van [appellant sub 1] ingetrokken. [appellant sub 1] verblijft sinds 13 januari 1998 in Nederland. Op 19 februari 2002 heeft hij een verzoek om verlening van het Nederlanderschap ingediend. Het verzoek is ingewilligd bij Koninklijk Besluit van 9 oktober 2002. De staatssecretaris heeft het Nederlanderschap van [appellant sub 1] krachtens artikel 14, eerste lid, van de Rijkswet op het Nederlanderschap ingetrokken, omdat hij in de toelatings- en naturalisatieprocedure heeft gezwegen over zijn rol bij de gebeurtenissen in Rwanda voorafgaand aan en tijdens de genocide in 1994, terwijl hij wist of in ieder geval redelijkerwijs kon vermoeden dat die informatie relevant was voor het verzoek.
UitspraakECLI:NL:RVS:2022:1267
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekCentrale Raad van Beroep
TitelCentrale Raad van Beroep 05-04-2022
CiteertitelJB 2022/114
SamenvattingHeroverwering in bezwaar, Geen strijd met het verbod van reformatio in peius.
Samenvatting (Bron)Terugvordering van bijstand. Naderhand verkregen midden. Erfenis. Geen strijd met het verbod van reformatio in peius. Het college heeft een lagere vermogensgrens gehanteerd, maar per saldo zijn appellanten door het maken van bezwaar in een gunstigere financiële positie terecht gekomen.
UitspraakECLI:NL:CRVB:2022:865
Artikel aanvragenVia Praktizijn
TitelCentrale Raad van Beroep 05-04-2022
CiteertitelJB 2022/115
SamenvattingHeroverweging in bezwaar, Beoordeling ex nunc, Handhaving besluit met aanvulling of wijziging van motivering.
Samenvatting (Bron)Bijstand bij wijze van maatregel verlaagd met 100% gedurende drie maanden. Recidive. Appellant is bij herhaling niet verschenen bij WerkLoont. Het college mag na volledige heroverweging van een besluit, dat besluit handhaven met aanvulling of wijziging van de motivering. Appellant heeft niet met enig concreet gegeven aannemelijk gemaakt dat hij met de pogingen van het college om hem te laten deelnemen aan het traject is overvraagd. Het college is terecht uitgegaan van recidive. Dat het college er bij het eerdere maatregelbesluit voor heeft gekozen om de maatregel te verlagen tot 0% betekent niet dat appellant daarmee een zogenoemde schone lei heeft gekregen.
UitspraakECLI:NL:CRVB:2022:863
Artikel aanvragenVia Praktizijn
TitelCentrale Raad van Beroep 12-04-2022
CiteertitelJB 2022/116
SamenvattingMisbruik van recht in Wob-procedure.
Samenvatting (Bron)Het beroep is terecht niet-ontvankelijk verklaard wegens misbruik van recht. Appellant heeft beroep ingesteld wegens het niet tijdig nemen van een besluit op zijn aanvraag om bijzondere bijstand voor de kosten van griffierecht voor een Wob-procedure bij de rechtbank. In de Wob-procedure heeft de rechtbank het beroep niet-ontvankelijk verklaard wegens misbruik van recht. Bij de aangevallen uitspraak heeft de rechtbank het beroep tegen het niet tijdig nemen van een besluit niet-ontvankelijk verklaard wegens misbruik van recht. De Raad is van oordeel dat appellant ook de bevoegdheid om een aanvraag om bijzondere bijstand in te dienen voor de kosten van griffierecht in de Wob-procedure heeft gebruikt zonder redelijk doel of met een ander doel dan waartoe zij gegeven is, zodanig dat het aanwenden van die bevoegdheid blijk geeft van kwade trouw.
UitspraakECLI:NL:CRVB:2022:873
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekCollege van Beroep voor het bedrijfsleven
TitelCollege van Beroep voor het bedrijfsleven 30-11-2021
CiteertitelJB 2022/117
SamenvattingBoete, Bewijs, Rapport van bevindingen, Niet op ambtseed of ambtsbelofte opgemaakt.
Samenvatting (Bron)Hoger beroep. Boete. Verontreinigd varkenskarkas. Artikel 3, lid 1 en bijlage III, sectie I, hoofdstuk IV, punt 7 en punt 9 van Verordening (EG) nr. 853/2004.
AnnotatorJ.H. Keinemans
UitspraakECLI:NL:CBB:2021:1030
Artikel aanvragenVia Praktizijn
TitelCollege van Beroep voor het bedrijfsleven 22-03-2022
CiteertitelJB 2022/118
SamenvattingVoorlopige voorziening, Belangenafweging.
Samenvatting (Bron)- artikel 2, vierde lid, en artikel 12, eerste en tweede lid, Instellingswet Autoriteit Consument en Markt Door de complexiteit en de omvang van de zaak en de aanwezigheid van een nog niet door het College beantwoorde rechtsvraag is het geven van een rechtmatigheidsoordeel in het kader van een verzoek om voorlopige voorziening niet goed mogelijk en ook niet aangewezen. De voorzieningenrechter beperkt zich daarom tot een “zuivere belangenafweging”. De vraag die dan voorligt is of, los van de rechtmatigheid van het bestreden besluit, sprake is van onevenredig nadeel voor verzoekster in verhouding tot de met onmiddellijke uitvoering van het bestreden besluit te dienen doelen. Dat is hier het geval. Schorsing van de aangevallen uitspraak en (grotendeelse) schorsing van het bestreden besluit is, in afwachting van de uitspraak in de hoofdzaak, een aanvaardbare uitkomst.
UitspraakECLI:NL:CBB:2022:133
Artikel aanvragenVia Praktizijn
TitelCollege van Beroep voor het bedrijfsleven 29-03-2022
CiteertitelJB 2022/119
SamenvattingS&O, Toetsingsverbod.
Samenvatting (Bron)S&O-uurloon bepaalt op forfaitair bedrag. Inhoudingsplichtige. Nieuwe rechtspersoon in een ondernemingsgroep. Art 23,5 Wet vermindering afdracht loonbelasting en premie voor de volksverzekering (Wva)
UitspraakECLI:NL:CBB:2022:134
Artikel aanvragenVia Praktizijn
TitelCollege van Beroep voor het bedrijfsleven 05-04-2022
CiteertitelJB 2022/120
SamenvattingTermijnoverschrijding, Verschoonbaar.
Samenvatting (Bron)TVL. Bezwaar te laat, kennelijk niet-ontvankelijk. Het College acht het aannemelijk dat appellante tijdens een telefoongesprek, dat binnen de bezwaartermijn plaatsvond, door verweerder op het verkeerde been is gezet en om die reden niet tijdig bezwaar heeft gemaakt. Onder deze omstandigheden kan appellante redelijkerwijs niet worden geacht in verzuim te zijn geweest. Beroep gegrond.
UitspraakECLI:NL:CBB:2022:159
Artikel aanvragenVia Praktizijn