Gemeentestem

Uitgever Wolters Kluwer
Tijdschrift Gemeentestem
Datum 08-08-2022
Aflevering 7543
RubriekRedactioneel
TitelEen onwerkbaar onderscheid: Handhaving APV door last onder dwangsom
CiteertitelGst. 2022/68
SamenvattingHet gebruik van de last onder dwangsom bij de handhaving van APV-bepalingen maakt furore. Nadat enkele Veluwse gemeenten dit middel met succes inzetten tegen personen die inbrekerswerktuigen bij zich hebben, pakt men nu dealers in drugs op deze manier aan. Met dwangsommen die kunnen oplopen tot zo’n 20.000 euro weet het gemeentebestuur op deze manier een stevige financiële prikkel op te leggen, die als alternatief voor strafrechtelijk ingrijpen overigens niet onomstreden is (zie J.M.H.F. Teunissen, ‘Bestrijding van ‘pre-crime’ in de gemeente’, Gst. 2019/112).
Auteur(s)A.E. Schilder
LinkVolledige tekst artikel (VU.nl)
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekArtikelen
TitelOver het toetsen van maatwerk: een systematische jurisprudentieanalyse van de Wmo 2015
CiteertitelGst. 2022/69
SamenvattingSinds de toeslagenaffaire ligt zowel het bestuurlijk handelen zelf als de toetsing daarvan door de bestuursrechter onder een vergrootglas. De wijze waarop burgers niet alleen tot diep in de bureaucratische krochten van de Belastingdienst in de verdrukking raakten, maar vervolgens ook tot de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State aan toe verstoken bleven van de noodzakelijk rechtsbescherming, vereiste van alle betrokken actoren een grondige zelfreflectie.
Auteur(s)E.M. Linthorst
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekArtikelen
TitelVakantielectuur: 30 opvallende, grappige en poëtische casussen uit de omgevingsrechtelijke jurisprudentie
CiteertitelGst. 2022/70
SamenvattingNu de periode van de zomervakantie is aangebroken is er voor een keer ruimte voor een iets luchtiger redactioneel artikel, namelijk over opmerkelijke of grappige casussen uit de omgevingsrechtelijke jurisprudentie die de auteur in de loop der jaren heeft verzameld. ‘Juridische luchtkastelen’ ter leering ende vermaeck voor op het strand of op een zonnig terras … Met onder andere springende bovenbuurmannen, testlocaties voor reuzenraden, al dan niet gevaarlijke kabelbanen over de A6, spookhuizen, geluidsoverlast door een waterval, vogelverschrikkers en een dwangsom vanwege het aansnijden van een bruidstaart.
Auteur(s)Y. Schönfeld
LinkVolledige tekst artikel (Pouderoyentonnaer.nl)
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekJurisprudentie
TitelRaad van State 01-06-2022
CiteertitelGst. 2022/71
SamenvattingLeidt een omstandigheid – zoals het aantreffen van een afvalstof die tot een persoon is te herleiden – tot een bewijsvermoeden dat kan worden ontkracht met tegenbewijs, of tot omkering van de bewijslast die slechts ongedaan valt te maken met tegendeelbewijs?
Samenvatting (Bron)Bij besluit van 14 november 2021 heeft het college van burgemeester en wethouders van Den Haag zijn beslissing om op 28 oktober 2021 spoedeisende bestuursdwang toe te passen wegens het in strijd met de Afvalstoffenverordening 2010 van de gemeente Den Haag aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen, op schrift gesteld. De toepassing van spoedeisende bestuursdwang heeft bestaan uit het verwijderen van een grote platgemaakte doos die op 28 oktober 2021 is aangetroffen naast een bovengrondse papiercontainer ter hoogte van de Regentesselaan 108 in Den Haag. Het college is ervan uitgegaan dat [appellant] de doos verkeerd heeft aangeboden, omdat zijn naam en adres op het adreslabel op de doos staan. [appellant] betwist niet dat de doos van hem afkomstig is, maar stelt dat hij niet degene is geweest die hem naast de papiercontainer heeft gezet. Hij stelt dat hij de doos met daarin kopjes, apparatuur en andere oude spullen op 18 oktober 2021 bij het grofvuil heeft aangeboden.
AnnotatorL.M. Koenraad , Y.E. Schuurmans
LinkVolledige tekst annotatie (linkedin.com)
UitspraakECLI:NL:RVS:2022:1558
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekJurisprudentie
TitelRaad van State 18-05-2022
CiteertitelGst. 2022/72
SamenvattingHandhaving. Vakantiepark. Geen definitiebepaling van perceel in het Bor. Stolpboerderij geen hoofdgebouw. Recreatiewoningen geen bijbehorende bouwwerken. Berging met veranda niet vergunningvrij. (Texel)
Samenvatting (Bron)Bij besluit van 6 november 2019 heeft het college van burgemeester en wethouders van Texel aan [appellant] een last opgelegd met een dwangsom van 25.000,00 ineens om alle bouwwerkzaamheden aan de gebouwen op het perceel T3388 en T3389 (lokaal bekend: [locatie]) met onmiddellijke ingang te (doen) staken en gestaakt te houden. [appellant] exploiteert het [vakantievillapark] aan de [locatie]. Op het vakantiepark staan 11 recreatiewoningen en een stolpboerderij die dient als bedrijfswoning met een aangebouwde receptie. Ten behoeve van de bedrijfswoning heeft [appellant] ten zuiden van de stolpboerderij een losstaande berging met veranda gebouwd van ongeveer 48 m2. Tijdens de bouw van de berging met veranda is door een toezichthouder van de gemeente geconstateerd dat de berging met veranda in strijd met artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht zonder omgevingsvergunning werd opgericht.
AnnotatorJ.G. Bos , P.C.M. Heinen
UitspraakECLI:NL:RVS:2022:1437
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekJurisprudentie
TitelCollege van Beroep voor het bedrijfsleven 17-05-2022
CiteertitelGst. 2022/73
SamenvattingNieuwe evenredigheidstoets. Beginselplicht handhaving? (Amsterdam)
Samenvatting (Bron)Lasten onder dwangsom opgelegd aan TTOs (toegelaten taxiorganisaties). Toetsing aan het evenredigheidsbeginsel. Het College toetst of de nadelige gevolgen voor appellanten niet onevenredig zijn in verhouding tot het doel dat verweerder met het opleggen van deze lasten wil bereiken. Deze toetsing is in dit geval intensief. Het College komt tot de conclusie dat het opleggen en handhaven van de lasten onder dwangsom niet evenredig in de zin van artikel 3:4, tweede lid, van de Awb. Het met het opleggen van de lasten beoogde doel had al aan betekenis ingeboet, terwijl er bovendien een juridisch gebrek aan kleefde. Appellanten zaten klem tussen enerzijds de eisen van verweerder om maatregelen op te leggen aan chauffeurs en anderzijds de chauffeurs die procedures aanspanden bij de burgerlijke rechter doordat appellanten in wezen als gemeentelijk handhavers moesten optreden. De formulering van de lasten laat geen ruimte voor een beoordeling door appellanten of de door verweerder bedoelde minimum maatregel in de betreffende gevallen nog wel als een evenredige, passende sanctie zou kunnen worden aangemerkt. Bovendien leidden de lasten ertoe dat appellanten de reeds ten aanzien van de door de bij hen aangesloten chauffeurs naar aanleiding van een bepaalde overtreding genomen beslissingen keer op keer dienden te wijzigen. ________________________________________
AnnotatorW.P. Adriaanse
UitspraakECLI:NL:CBB:2022:244
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekJurisprudentie
TitelRaad van State 09-02-2022
CiteertitelGst. 2022/74
SamenvattingOnderscheid in dwangsomhoogten bij twee verschillende overtreders bij dezelfde overtreding. (Uden)
Samenvatting (Bron)Bij afzonderlijke besluiten van 10 juli 2018 heeft het college van burgemeester en wethouders van Uden de verzoeken van [appellante sub 2] en [appellante sub 4] om (preventief) handhavend op te treden tegen het gebruik van het gebouw aan de [locatie] in Uden als supermarkt (de Aldi) afgewezen. [appellante sub 5] is eigenaar van het perceel [locatie] in Uden (hierna: het perceel). Ingevolge het bestemmingsplan "Kop van Bitswijk 2013" (hierna: het bestemmingsplan) rust op het perceel de bestemming "Gemengd" met de aanduiding "detailhandel". Daarnaast is in 2018 het bestemmingsplan "Parapluherziening supermarkten" (hierna: het herzieningsplan) in werking getreden. Het geschil in deze handhavingszaak gaat onder meer over de vraag of ingevolge het bestemmingsplan op het perceel een supermarkt is toegestaan. Dezelfde vraag is aan de orde in de procedure over de aan [appellante sub 5] verleende omgevingsvergunning (zaaknr. 202004208/1/R2).
AnnotatorY. Schönfeld
UitspraakECLI:NL:RVS:2022:361
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekJurisprudentie
TitelCentrale Raad van Beroep 30-11-2021
CiteertitelGst. 2022/75
SamenvattingDe Centrale Raad van Beroep wijzigt vaste jurisprudentie over de voorwaarden op grond waarvan moet worden bepaald waar het hoofdverblijf van een bijstandsgerechtigde zich bevindt. (Eindhoven)
Samenvatting (Bron)Voor het antwoord op de vraag waar de woonplaats in de zin van artikel 40, eerste lid, van de PW is, is, anders dan kan worden afgeleid uit eerdere rechtspraak, uitsluitend bepalend waar de betrokkene zijn hoofdverblijf heeft en, als geen hoofdverblijf is aan te wijzen, waar hij werkelijk verblijft. Het hoofdverblijf van een betrokkene is daar waar het zwaartepunt van zijn persoonlijk leven zich bevindt. Dit dient te worden bepaald aan de hand van concrete feiten en omstandigheden.
AnnotatorJ.C. de Wit
UitspraakECLI:NL:CRVB:2021:3038
Artikel aanvragenVia Praktizijn