AB Rechtspraak Bestuursrecht

Uitgever Wolters Kluwer
Tijdschrift AB Rechtspraak Bestuursrecht
Datum 26-09-2022
Aflevering 35
RubriekEuropees Hof voor de Rechten van de Mens
TitelEHRM, 01-02-2022, 27801/19
CiteertitelAB 2022/279
SamenvattingHet Hof stelt dat de beoordeling door de Deense Hoge Raad van het besluit tot intrekking van de nationaliteit van de verzoeker adequaat en voldoende was, en geen schijn bevat van willekeur of weglating van argumenten van verzoeker.
AnnotatorP.R. Rodrigues
UitspraakECLI:CE:ECHR:2022:0201DEC002780119
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekAfdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State
TitelRaad van State 26-04-2022
CiteertitelAB 2022/280
SamenvattingABRvS lijkt om te gaan: het ongeschreven égalitébeginsel is niet beperkt tot de gevallen waarin aan het schadeveroorzakende overheidshandelen een belangenafweging ten grondslag ligt.
Samenvatting (Bron)Bij besluit van 2 oktober 2018 heeft het college van burgemeester en wethouders van Utrecht een verzoek om schadevergoeding van [appellant] afgewezen. [appellant] is eigenaar van een perceel met bedrijfsbebouwing aan de [locatie] te Utrecht (hierna: de onroerende zaak). Bij besluit van 18 december 2013 heeft het college op vier aangrenzende percelen een aantal gevallen van ernstige verontreiniging vastgesteld, waarbij geen spoedige sanering noodzakelijk is. Bij uitspraak van 8 oktober 2014 (ECLI:NL:RVS:2014:3642) heeft de Afdeling het door [appellant] daartegen ingestelde beroep niet-ontvankelijk verklaard. Bij brief van 11 april 2018 heeft [appellant] bij het college een verzoek om schadevergoeding ingediend. Aan dat verzoek heeft hij ten grondslag gelegd dat de gemeente eigenaar van de andere percelen is, dat de gemeente niet bereid is tot sanering over te gaan en dat uit een taxatierapport blijkt dat dit een negatieve invloed op de waarde van de onroerende zaak heeft.
AnnotatorR. Ortlep
UitspraakECLI:NL:RVS:2022:1207
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekAfdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State
TitelHoge Raad 24-12-2021
CiteertitelAB 2022/281
SamenvattingNaar het oordeel van de Afdeling heeft de rechtbank terecht overwogen dat er geen aanleiding bestaat voor het oordeel dat het college onbevoegd heeft gehandeld. Artikel 160, eerste lid, onder e, van de Gemeentewet heeft betrekking op de situatie dat het college zelf besluit om namens de gemeente, de raad of zichzelf een rechtsgeding, bezwaarprocedure of administratief-beroepsprocedure te beginnen. Met het voeren van verweer in dergelijke procedures is hier geen sprake van, zodat hiervoor geen procesbesluit nodig is.
Samenvatting (Bron)Bij besluit van 26 juni 2020 heeft het college van burgemeester en wethouders van Haarlemmermeer [appellant] gelast onder oplegging van een dwangsom de overtreding van artikel 2.1, eerste lid, aanhef en onder a en c, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht op het adres [locatie 1] te Nieuw-Vennep te beëindigen en beëindigd te houden. [appellant] is sinds september 2019 eigenaar van het perceel [locatie 1] te Nieuw-Vennep. Het ter plaatse geldende bestemmingsplan "Nieuw-Vennep" kent aan het perceel de bestemming "Wonen" en de functieaanduiding "bedrijf aan huis" toe. Op 29 oktober 2019 heeft een gemeentelijke inspecteur een controle uitgevoerd op het perceel. Hij heeft geconstateerd dat in het op het perceel aanwezige gebouw een woning is gerealiseerd. Dit gebouw betreft een houten schuur die is omgebouwd tot woning. Op 4 november 2019 heeft de inspecteur nogmaals een controle uitgevoerd op het perceel.
AnnotatorJ. Wieland
LinkVolledige tekst annotatie (Stijladvocaten.nl)
UitspraakECLI:NL:RVS:2022:1007
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekAfdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State
TitelRaad van State 09-03-2022
CiteertitelAB 2022/282
SamenvattingVrijwillige uitschrijving leerling.
Samenvatting (Bron)Bij besluit van 2 juli 2019 heeft de directeur toezicht primair onderwijs en kinderopvang een verzoek van [appellant] om handhaving afgewezen. Op [geboortedatum] 2011 is de dochter van [appellant], [dochter], geboren. Zij is, nadat zij samen met haar ouders van Amsterdam naar Texel is verhuisd, op 29 augustus 2016 als leerling ingeschreven bij [school A] in Den Burg (hierna: de school). Omdat [dochter] uitzonderlijk hoogbegaafd is heeft zij extra begeleiding en ondersteuning nodig. Ondanks meerdere gesprekken tussen (met name) de ouders van [dochter] en het bevoegd gezag van de school, Stichting Kopwerk, is het echter niet gelukt om samen een ontwikkelingsperspectief, zoals bedoeld in artikel 40a van de Wet op het primair onderwijs, voor [dochter] vast te stellen. Zij zijn in hun streven om voor [dochter] een passend ontwikkelingsperspectief vast te stellen gebrouilleerd geraakt.
AnnotatorN. Niessen
UitspraakECLI:NL:RVS:2022:710
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekAfdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State
TitelRaad van State 16-02-2022
CiteertitelAB 2022/283
SamenvattingSpoedeisende bestuursdwang. Handhavend optreden ondeugdelijk gemotiveerd. Zonder toelichting niet te begrijpen waarom geval dat uitvoervergunning is verlopen, gelijk wordt gesteld met gevallen waarin geen uitvoervergunning is afgegeven.
Samenvatting (Bron)Bij besluit van 21 juni 2019 heeft de minister de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit zijn beslissing om op 6 juni 2019 met spoed bestuursdwang zonder voorafgaande last toe te passen, op schrift gesteld. Op 30 oktober 2018 heeft de CITES Management Autoriteit van Hong Kong aan Royaums een vergunning verleend voor de uitvoer van 125 paar schoenen gemaakt van pythonleer. Het gaat om leer van de soort 'Pythonidae spp'. Deze soort staat in bijlage B van de Basisverordening. Deze uitvoervergunning was geldig tot 30 april 2019. Op 8 februari 2019 heeft de Nederlandse CITES Management Autoriteit aan Royaums een vergunning verleend voor de invoer van deze zending. Deze vergunning was geldig tot en met 8 augustus 2019. De zending is na het verlopen van de geldigheid van de uitvoervergunning, vanuit Hong Kong verzonden. Op 23 mei 2019 kwam de zending aan in Nederland. Op diezelfde datum constateerden ambtenaren van de Belastingdienst dat de uitvoervergunning voor de zending was verlopen.
AnnotatorC.M.M. van Mil
LinkVolledige tekst annotatie (Hekkelman.nl)
UitspraakECLI:NL:RVS:2022:506
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekCentrale Raad van Beroep
TitelCentrale Raad van Beroep 26-07-2022
CiteertitelAB 2022/284
SamenvattingDe toepasselijkheid van een eigen bijdrage is niet relevant voor de vraag of een andere regeling als passende en toereikende voorliggende voorziening kan worden beschouwd.
Samenvatting (Bron)Geen bijzondere bijstand voor eigen bijdrage Wmo-maatwerkvoorziening. De Wmo 2015 is een passende en toereikende voorziening voor de eigen bijdrage van de maatwerkvoorziening. De afschaffing van de regeling Tegemoetkoming meerkosten zorg brengt geen verandering in het karakter van de Wmo 2015 en haar eigen bijdrage als voorliggende voorziening.
AnnotatorC.W.C.A. Bruggeman
UitspraakECLI:NL:CRVB:2022:1716
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekCentrale Raad van Beroep
TitelCentrale Raad van Beroep 12-07-2022
CiteertitelAB 2022/285
SamenvattingDe inlichtingenplicht van art. 17 lid 1 Pw omvat niet de plicht bewijsstukken over te leggen.
Samenvatting (Bron)Het aanleveren van documenten door bijstandsgerechtigden valt niet onder de inlichtingenverplichting van de Participatiewet. Omdat appellant deze verplichting niet heeft geschonden, hoeft hij de bijstandsuitkering niet terug te betalen en geen boete te betalen.
AnnotatorR. Stijnen
UitspraakECLI:NL:CRVB:2022:1395
Artikel aanvragenVia Praktizijn