AB Rechtspraak Bestuursrecht

Uitgever Wolters Kluwer
Tijdschrift AB Rechtspraak Bestuursrecht
Datum 31-10-2022
Aflevering 40
RubriekEuropees Hof voor de Rechten van de Mens
TitelEHRM, 09-11-2021, 9476/19
CiteertitelAB 2022/315
SamenvattingPastafarisme is geen godsdienst in de zin van artikel 9 EVRM en het dragen van een vergiet is geen godsdienstige uiting.
AnnotatorJ.A. Vleugel
UitspraakECLI:CE:ECHR:2021:1109DEC000947619
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekAfdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State
TitelRaad van State 21-09-2022
CiteertitelAB 2022/316
SamenvattingOmvang van het verzoek.
Samenvatting (Bron)Bij besluit van 2 oktober 2017 heeft TNO een verzoek van [wederpartij] om informatie over twee dierproeven afgewezen. [wederpartij] heeft de minister gevraagd om informatie over twee dierproeven. In haar verzoek van 23 januari 2017 staat: "Met een beroep op de Wet Openbaarheid van Bestuur en de Wet op de Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten richt ik mij tot u met een verzoek om informatie. Het betreft informatie inzake dierproeven die in 2015 in opdracht van het Ministerie van Defensie zijn verricht. Uit de rapportage Zodoende 2015 van de NVWA blijkt dat in opdracht van Defensie twee dierproeven zijn verricht: Toxicologie, kinetiek, therapie decontaminatie, zenuwgas en Therapie zenuwgas.Ik zou graag alle documenten met betrekking tot deze twee dierproeven van u ontvangen. []"
AnnotatorP.J. Stolk
UitspraakECLI:NL:RVS:2022:2739
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekAfdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State
TitelRaad van State 17-08-2022
CiteertitelAB 2022/317
SamenvattingConcrete en objectieve begrenzing vereist van delegatiebesluit waarmee bevoegdheid om bestemmingsplan met verbrede reikwijdte vast te stellen wordt gedelegeerd aan B&W.
Samenvatting (Bron)Bij besluit van 24 november 2020 heeft het college van burgemeester en wethouders van Boekel het bestemmingsplan "Omgevingsplan: Veegplan 5" vastgesteld. Op het perceel [locatie] in Boekel exploiteert [partij] een paardenhouderij. Tot 1 januari 2020 exploiteerde zij op dit perceel tevens een varkenshouderij als nevenactiviteit. Met de bestreden plannen is beoogd om naast de paardenhouderij nieuwe nevenactiviteiten mogelijk te maken. Het gaat om een groepsaccommodatie met 48 bedden, vier vakantiewoningen met in totaal 32 bedden, lichte horeca met een oppervlakte van 100 m2, een zaalaccommodatie met een oppervlakte van 100 m2 en dagrecreatie. De totale oppervlakte van de voorziene bebouwing is 970 m2. [appellant sub 1] en [appellant sub 2] en anderen zijn omwonenden van [locatie]. Zij kunnen zich met name niet met de omvang van de nieuwe activiteiten verenigen en vrezen daarvan hinder te zullen ondervinden.
AnnotatorT. Groot
LinkVolledige tekst annotatie (Stijladvocaten.nl)
UitspraakECLI:NL:RVS:2022:2394
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekAfdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State
TitelRaad van State 11-05-2022
CiteertitelAB 2022/318
SamenvattingNoodzaak tot toepassing hardheidsclausule tegenover rechtlijnigheid ad absurdum.
Samenvatting (Bron)Bij besluit van 25 maart 2020 heeft het Drechtstedenbestuur de aanvraag van [appellante] voor een tegemoetkoming in de kosten van kinderopvang op grond van de Regeling Tegemoetkoming eigen bijdrage kinderopvang Drechtsteden afgewezen. Op 7 februari 2020 heeft [appellante] een aanvraag bij het Drechtstedenbestuur ingediend voor een tegemoetkoming in de kosten van kinderopvang voor haar dochter [naam dochter] en haar zoon [naam zoon]. Bij besluit van 25 maart 2020 heeft het Drechtstedenbestuur de aanvraag voor een tegemoetkoming in de kosten van kinderopvang van [appellante] afgewezen. Daaraan heeft het Drechtstedenbestuur ten grondslag gelegd dat [appellante] geen opleiding volgt, zodat kinderopvang niet noodzakelijk is.
AnnotatorL.J.A. Damen
UitspraakECLI:NL:RVS:2022:1371
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekAfdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State
TitelRaad van State 23-03-2022
CiteertitelAB 2022/319
SamenvattingWegens bijzondere, zwaarwegende omstandigheden moet hardheidsclausule toch worden toegepast.
Samenvatting (Bron)Bij besluit van 22 mei 2018 heeft de minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media de stichting voor het jaar 2018 geen aanvullende bekostiging voor personeelskosten verstrekt voor de school met BRIN-nummer 04HR04. De stichting is het bevoegd gezag van de Openbare Scholengemeenschap Erasmus, die uit drie scholen bestaat. Een van deze scholen is de school voor het voorbereidend middelbaar beroepsonderwijs met BRIN-nummer 04HR04 (de vmbo-school). Op de vmbo-school is ook een afdeling Internationale Schakelklassen aanwezig. De ISK worden bezocht door leerlingen woonachtig in een asielzoekerscentrum in Almelo en woongroepen in de omliggende gemeenten (hierna: de nieuwkomers). Niet in geschil is dat er vanaf 2015 een grote instroom van nieuwkomers is geweest op de vmbo-school. De stichting erkent dat de vmbo-school op de teldatum 1 oktober 2015 niet voldeed aan de vereiste drempel van 30% apc-leerlingen, maar betoogt dat de minister toepassing had moeten geven aan de bevoegdheid in de wet.
AnnotatorL.J.A. Damen
UitspraakECLI:NL:RVS:2022:853
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekRechtbanken
TitelRechtbank Rotterdam 16-12-2021
CiteertitelAB 2022/320
SamenvattingEisers zijn volgens de rechtbank als eigenaar (beroep op fundamenteel recht art. 16 Handvest Grondrechten EU) en werknemer van onderneming belanghebbende bij aanwijzingsbesluit Veiligheidsregio Rotterdam-Rijnmond waardoor mondkapjesplicht geldt bij verplaatsing naar de onderneming toe.
Samenvatting (Bron)Aanwijzingsbesluit mondkapjesplicht, procesbelang en belanghebbendheid
AnnotatorJ.H. Meijer
LinkVolledige tekst annotatie (RuG.nl)
UitspraakECLI:NL:RBROT:2021:12796
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekRechtbanken
TitelRechtbank Zeeland-West-Brabant 12-08-2022
CiteertitelAB 2022/321
SamenvattingDe effluentsloot is een oppervlaktewaterlichaam.
Samenvatting (Bron)Besluit van de dijkgraaf van het waterschap in verband met de aanhoudende droogte: verbod om water te onttrekken aan oppervlaktewaterlichamen. Dagelijks bestuur van het waterschap is van mening dat verzoeker dit verbod heeft overtreden en vaardigt last onder dwangsom uit. Verzoekers maken hiertegen bezwaar en vragen de voorzieningenrechter de last op te schorten zodat zij zo snel mogelijk hun landbouwareaal kunnen beregenen om hun planten te beschermen. Zij beroepen zich op het hebben van een vergunning en stellen dat zij gebruik maken van een effluentsloot/buffersloot en dat deze geen oppervlaktewater bevat en geen oppervlaktewaterlichaam is. De voorzieningenrechter deelt dit standpunt niet en stelt dat het dagelijks bestuur van het waterschap bevoegd was om de last op te leggen en dit redelijkerwijs ook heeft kunnen doen. Verzoek om een voorlopige voorziening wordt afgewezen.
AnnotatorH.K. Gilissen
UitspraakECLI:NL:RBZWB:2022:4687
Artikel aanvragenVia Praktizijn