Jurisprudentie Bestuursrecht

Uitgever Sdu
Tijdschrift Jurisprudentie Bestuursrecht
Datum 02-02-2023
Aflevering 1
RubriekHof van Justitie EU
TitelHvJ EU 22-09-2022, C-159/21
CiteertitelJB 2023/1
SamenvattingGeheime informatie, Nationale Veiligheid, Inzage dossier, Beperkte kennisneming, Kennisneming door rechter, Recht op tegenspraak, Behoorlijk bestuur. G.M. tegen Országos Idegenrendészeti Főigazgatóság, Alkotmányvédelmi Hivatal, Terrorelhárítási Központ,
Samenvatting (Bron)Arrest van het Hof (Eerste kamer) van 22 september 2022.#GM tegen Orsz?gos Idegenrend?szeti F?igazgat?s?g e.a.#Prejudici?le verwijzing - Gemeenschappelijk asiel- en immigratiebeleid - Richtlijn 2011/95/EU - Normen voor erkenning als vluchteling of als persoon die voor subsidiaire bescherming in aanmerking komt - Intrekking van de status - Richtlijn 2013/32/EU - Gemeenschappelijke procedures voor de toekenning en intrekking van internationale bescherming - Gevaar voor de nationale veiligheid - Stellingname door een gespecialiseerd adviesorgaan - Toegang tot het dossier.#Zaak C-159/21.
AnnotatorC.A.F.M. Grütters
LinkVolledige tekst annotatie (linkedin.com)
UitspraakECLI:EU:C:2022:708
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekHoge Raad
TitelHoge Raad 04-11-2022
CiteertitelJB 2023/2
SamenvattingOnrechtmatige daad, Niet geheven belasting, Publiekrechtelijke regels belastingheffing, Privaatrechtelijke weg, Legaliteitsbeginsel.
Samenvatting (Bron)Onrechtmatige daad. Verlenen van medewerking aan belastingontduiking. Fiscaalrechtelijke verjaring. Art. 104 Grondwet. Legaliteitsbeginsel. Is derde aansprakelijk jegens Staat voor schade bestaand in van belastingplichtige niet geheven belasting? HR 8 mei 1998, ECLI:NL:HR:1998:ZC7062.
AnnotatorL.J.M. Timmermans
UitspraakECLI:NL:HR:2022:1579
Artikel aanvragenVia Praktizijn
TitelHoge Raad 11-11-2022
CiteertitelJB 2023/3
SamenvattingProceskostenvergoeding, Nieuwe rechtsontwikkeling.
Samenvatting (Bron)BPM; procesrecht; art. 8:75 Awb; recht op vergoeding van kosten voor (hoger) beroep; instellen (hoger) beroep vloeit niet uitsluitend voort uit handelwijze belanghebbende bij een nieuwe rechtsontwikkeling.
AnnotatorJ.H. Keinemans
UitspraakECLI:NL:HR:2022:1616
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekRaad van State
TitelRaad van State 12-10-2022
CiteertitelJB 2023/4
SamenvattingAanvang verjaringstermijn bij nadeelcompensatie.
Samenvatting (Bron)Bij besluit van 1 oktober 2019 heeft het dagelijks bestuur van het Waterschap Limburg het verzoek van 31 december 2018 om nadeelcompensatie van [appellant] afgewezen. [appellant] exploiteert een agrarische onderneming aan de [locatie] te [plaats] en is eigenaar van drie percelen die zich nabij de Eckeltsebeek bevinden. Het waterschap heeft in 2005 de Eckeltsebeek heringericht, waardoor het waterpeil is gewijzigd. Ter uitvoering van het plan Herinrichting Eckeltsebeek van 18 februari 2004, is de beek meanderend gemaakt. [appellant] heeft op 31 december 2018 het dagelijks bestuur verzocht om nadeelcompensatie. [appellant] stelt vanaf 2005 schade te lijden aan drie percelen door het te hoge beekpeil van de Eckeltsebeek. Door de stijging van het beekpeil is ook het grondwaterpeil op zijn percelen gestegen.
UitspraakECLI:NL:RVS:2022:2942
Artikel aanvragenVia Praktizijn
TitelRaad van State 19-10-2022
CiteertitelJB 2023/5
SamenvattingUitsluiting van bepaalde vormen van schadevergoeding, Motiveringsbeginsel, Judiciële lus, Reformatio in peius.
Samenvatting (Bron)Bij besluit van 28 augustus 2018 heeft het college van gedeputeerde staten van Drenthe [appellante] een tegemoetkoming van 930,00 toegekend in de door een wolf aangerichte schade aan haar schapenhouderij. [appellante] is exploitant van een schapenhouderij met ongeveer 2.500 schapen en lammeren. Op 25 maart 2018 heeft [appellante] wolvenschade geconstateerd. Zij heeft daarvan op dezelfde dag melding gedaan aan het college. Het geschil tussen partijen gaat over de hoogte van de tegemoetkoming in de schade. Niet in geschil is dat vier drachtige ooien op 25 maart 2018 zijn gedood door een wolf. Bij besluit van 28 augustus 2018, gelezen in samenhang met een taxatierapport van 26 april 2018, heeft het college [appellante] hiervoor een tegemoetkoming toegekend. [appellante] heeft zich in bezwaar op het standpunt gesteld dat het college ten onrechte niet tevens een tegemoetkoming heeft toegekend voor de vervolgschade.
UitspraakECLI:NL:RVS:2022:3024
Artikel aanvragenVia Praktizijn
TitelRaad van State 26-10-2022
CiteertitelJB 2023/6
SamenvattingLast onder dwangsom, Lex certa-beginsel, Term ‘ongeadresseerd reclamedrukwerk’.
Samenvatting (Bron)Bij besluit van 15 december 2020 heeft het college van burgemeester en wethouders van Rotterdam aan Uber Portier B.V., handelend onder de naam Uber Eats, een last onder dwangsom opgelegd voor het in strijd met de Afvalstoffenverordening bezorgen van ongeadresseerd reclamedrukwerk aan de Sigrid Undsetweg te Rotterdam, zonder dat de bewoners kenbaar hebben gemaakt geen bezwaar te hebben tegen het ontvangen van ongeadresseerd reclamedrukwerk. Rotterdam heeft met ingang van 1 november 2020 een nieuw systeem van brievenbusstickers ingevoerd om de verspreiding van ongewenst drukwerk te voorkomen, het zogenaamde opt-insysteem. Waar voorheen bewoners een Nee/Nee- of Nee/Ja-sticker op hun brievenbus moesten plakken om kenbaar te maken dat zij geen ongeadresseerd reclamedrukwerk op prijs stelden, geldt nu dat ongeadresseerd reclamedrukwerk alleen bezorgd mag worden bij bewoners die expliciet kenbaar hebben gemaakt dit wel te willen ontvangen, doordat zij een Ja/Ja-sticker op hun brievenbus hebben geplakt.
AnnotatorC.L.G.F.H. Albers
UitspraakECLI:NL:RVS:2022:3077
Artikel aanvragenVia Praktizijn
TitelRaad van State 02-11-2022
CiteertitelJB 2023/7
SamenvattingAanvraag, Melding, Belanghebbende.
Samenvatting (Bron)Bij brief van 13 augustus 2019 heeft het college van burgemeester en wethouders van Wageningen geweigerd om het door [appellanten] in hun melding opgenomen plan voor een in- en uitrit toe te staan. [appellanten] zijn bewoners van de woning aan de [locatie] in Wageningen. Zij willen dat de grond naast de woning voor een deel als parkeerplaats met in- en uitrit gebruikt kan worden. Eerder werd dat stuk grond door de vorige bewoners als tuin gebruikt. [appellanten] hebben toestemming gevraagd voor hun plannen aan de verhuurder van de woning, de Woningstichting. De Woningstichting heeft die toestemming verleend bij brief van 20 maart 2019, omdat zij in de veronderstelling was dat zij eigenaar was van de grond die [appellanten] wilden bewerken. Vervolgens hebben [appellanten] op een deel van de grond groen verwijderd, bestrating aangebracht en een schutting geplaatst. De gemeente heeft [appellanten] bij brief van 22 juli 2019 geďnformeerd dat zij zonder gebruiksovereenkomst en zonder overleg met de gemeente openbare ruimte in gebruik hebben genomen voor een parkeerplaats met in- en uitrit.
UitspraakECLI:NL:RVS:2022:3161
Artikel aanvragenVia Praktizijn
TitelRaad van State 02-11-2022
CiteertitelJB 2023/8
SamenvattingBuitenwettelijk begunstigend beleid, Toetsingsintensiteit, Beslissingsruimte, Terughoudende toetsing.
Samenvatting (Bron)Bij besluit van 29 mei 2019 heeft het college van burgemeester en wethouders van Den Haag de aanvraag van [appellant] om compensatie op grond van de Regeling individueel Joods moreel rechtsherstel afgewezen. Op 13 juli 2017 heeft de raad van de gemeente Den Haag, op voorstel van het college en na overleg met diverse joodse organisaties, beleid vastgesteld voor moreel rechtsherstel voor joodse eigenaren van geroofd vastgoed in Den Haag. In de jaren direct na de oorlog heeft de gemeente aan joodse particuliere huizenbezitters of hun nabestaanden naheffingen opgelegd voor erfpachtcanons en straatbelasting over de jaren 1942-1945, die tijdens de oorlog onbetaald zijn gebleven. De eigenaren van de woningen waren in 1942-1945 weggevoerd of zaten ondergedoken en hadden dus niet de beschikking over hun bezittingen. Er zijn enkele procedures geweest over de opgelegde naheffingen. De Hoge Raad achtte de naheffingen destijds rechtmatig.
UitspraakECLI:NL:RVS:2022:3135
Artikel aanvragenVia Praktizijn
TitelRaad van State 02-11-2022
CiteertitelJB 2023/9
SamenvattingToegang tot de rechter, Vrijstelling griffierecht, Beroep op betalingsonmacht.
Samenvatting (Bron)Bij besluit van 20 april 2021 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid de aan de vreemdeling verleende verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd ingetrokken.
UitspraakECLI:NL:RVS:2022:3121
Artikel aanvragenVia Praktizijn
TitelRaad van State 09-11-2022
CiteertitelJB 2023/10
SamenvattingHeffing van leges, Wetmatigheid van bestuur, Legaliteitsvereiste, Individueel belang, Niet onrechtmatig, Benodigde wettelijke grondslag.
Samenvatting (Bron)Bij besluit van 16 juli 2019 heeft de korpschef van politie aan [appellante] een onkostenvergoeding van 90,- opgelegd voor de verlenging van de geldigheidsduur van haar wapenverlof. Bij besluit van 20 juli 2020 heeft de minister van Justitie en Veiligheid het door [appellante] daartegen ingestelde administratief beroep ongegrond verklaard. Op 16 juli 2019 heeft [appellante] de geldigheidsduur van haar drie wapenverloven verlengd. Op grond van artikel 41 van de Wet wapens en munitie en artikel 50a, eerste lid, aanhef en onder b, van de Regeling wapens en munitie heeft de korpschef van politie bij de verlenging een onkostenvergoeding van 90,- aan [appellante] opgelegd. De onkostenvergoeding is opgebouwd uit twee delen: 60,- voor de verlenging van het eerste verlof en 30,- administratiekosten voor de verlenging van het tweede en derde verlof. [appellante] is het niet eens met deze onkostenvergoeding. [appellante] voert aan dat de rechtbank heeft miskend dat het heffen van de leges niet in het individuele belang van [appellante] is, maar in het algemeen belang. Uit het arrest van de Hoge Raad van 28 oktober 2016, ECLI:NL:HR:2016:2426, volgt volgens haar dat in dat geval geen leges geheven mogen worden.
AnnotatorL.J.M. Timmermans
UitspraakECLI:NL:RVS:2022:3210
Artikel aanvragenVia Praktizijn
TitelRaad van State 09-11-2022
CiteertitelJB 2023/11
SamenvattingBesluit, Bekendmaking op de voorgeschreven wijze, Toezending besluit aan gemachtigde, Digitalisering, Elektronisch bestuurlijk verkeer, Dienende functie van de overheid.
Samenvatting (Bron)Bij besluit van 3 augustus 2020 heeft de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap de aanvraag van [appellant] om terugbetaling van het lesgeld voor het schooljaar 2018-2019 afgewezen. De minister heeft bij het besluit van 3 augustus 2020 de aanvraag van [appellant] afgewezen omdat de aanvraag te laat is ingediend. Terugbetaling van het lesgeld had aangevraagd moet worden tijdens het schooljaar. Het schooljaar 2018-2019 is op 31 juli 2019 geëindigd en de aanvraag van [appellant] is pas op 13 juli 2020 ontvangen. [appellant] heeft in bezwaar aangevoerd dat hij het besluit van 3 augustus 2020 nooit schriftelijk heeft ontvangen. Hij heeft met de Dienst Uitvoering Onderwijs gebeld. Toen is hem verteld dat het besluit kon worden gedownload, wat hij vervolgens heeft gedaan. De minister heeft aan het besluit van 19 februari 2021 ten grondslag gelegd dat [appellant] het bezwaar te laat heeft ingediend, namelijk op 13 november 2020, en dat dit na het verstrijken van de wettelijke bezwaartermijn van zes weken valt.
AnnotatorC.L.G.F.H. Albers
UitspraakECLI:NL:RVS:2022:3225
Artikel aanvragenVia Praktizijn
TitelRaad van State 16-11-2022
CiteertitelJB 2023/12
SamenvattingRestrictief beleid bij toepassing hardheidsclausule.
Samenvatting (Bron)Bij besluit van 28 augustus 2020 heeft de algemene raad van de Nederlandse Orde van Advocaten raad het verzoek van [appellant] om voor het vak Jaarrekeninglezen in aanmerking te komen voor een vierde toetskans afgewezen. [appellant] is met ingang van 26 augustus 2016 voorwaardelijk ingeschreven op het tableau. In september 2016 is hij begonnen aan de beroepsopleiding voor advocaten. [appellant] voerde gedurende de stage voltijds de praktijk uit als stagiair-ondernemer. De stageperiode zou op 26 augustus 2019 eindigen, maar is uiteindelijk verlengd tot 7 augustus 2020. In het kader van de beroepsopleiding heeft [appellant] op 29 mei 2020 voor de derde maal de toets voor het vak Jaarrekeninglezen afgelegd. Dit was het laatste onderdeel van de beroepsopleiding dat hij nog moest behalen. Deze toets is beoordeeld met een onvoldoende. [appellant] is vervolgens met ingang van 4 november 2020 van het tableau geschrapt. Hij heeft zijn praktijk voortgezet als jurist.
UitspraakECLI:NL:RVS:2022:3292
Artikel aanvragenVia Praktizijn
TitelRaad van State 30-11-2022
CiteertitelJB 2023/13
SamenvattingNiet tijdig beslissen, Rechterlijke dwangsom, Beginsel van effectieve rechtsbescherming, Doeltreffendheidsbeginsel, Gelijkwaardigheidsbeginsel, Onverbindend.
Samenvatting (Bron)De vreemdeling heeft beroep ingesteld tegen het niet tijdig nemen van een besluit op een aanvraag om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen. Bij besluit van 21 april 2022 heeft de staatssecretaris de asielaanvraag van de vreemdeling ingewilligd, zonder daarbij vast te stellen dat hij aan de vreemdeling een bestuurlijke dwangsom heeft verbeurd. Deze uitspraak gaat over de vraag of de Tijdelijke wet opschorting dwangsommen IND, zoals die luidt sinds 11 juli 2021, in strijd is met het Unierecht, voor zover de Tijdelijke wet de mogelijkheid uitsluit dat in een procedure over een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd: - de staatssecretaris een dwangsom verbeurt indien hij na ingebrekestelling niet tijdig een besluit neemt op een aanvraag (bestuurlijke dwangsom); - de bestuursrechter bepaalt dat de staatssecretaris een in een uitspraak vast te stellen dwangsom verbeurt (rechterlijke dwangsom).
AnnotatorR.J. van Dam
UitspraakECLI:NL:RVS:2022:3353
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekCentrale Raad van Beroep
TitelCentrale Raad van Beroep 02-06-2022
CiteertitelJB 2023/14
SamenvattingBesluit, Vaststellingsovereenkomst, Bevoegdheid rechtbank.
Samenvatting (Bron)De rechtbank heeft zich ten onrechte onbevoegd verklaard van het geschil kennis te nemen, zodat de aangevallen uitspraak moet worden vernietigd. Het nadere voorstel van de advocaat van het college van 13 december 2019 dient niet te worden gezien als een op zichzelf staand aanbod, maar als een uitvloeisel van het onderhandelingstraject. Van een onderbroken onderhandelingstraject is geen sprake geweest. Beroep ongegrond.
UitspraakECLI:NL:CRVB:2022:1234
Artikel aanvragenVia Praktizijn
TitelCentrale Raad van Beroep 11-10-2022
CiteertitelJB 2023/15
SamenvattingAanvraag, Vereisten aanvraag, In persoon indienen aanvraag geen formeel vereiste, Aanvraag via elektronische weg.
Samenvatting (Bron)Aanvraag om bijstand is tot stand gekomen. Ontmoedigingsbeleid. Dwangsom. Het digitaal ingevulde formulier moet in dit geval als een aanvraag om bijstand worden aangemerkt. Anders dan het college heeft aangevoerd, brengt de enkele omstandigheid dat appellant dit formulier niet met een fysieke handtekening heeft ondertekend en niet in persoon bij het college heeft ingediend, niet tot gevolg dat in dit geval geen sprake is van een aanvraag om bijstand. Het college heeft niet besloten op de aanvraag maar appellant, in lijn met het gehanteerde ontmoedigingsbeleid, uitgenodigd voor verschillende bijeenkomsten en gesprekken die zijn gericht op het vinden van werk. De Raad draagt het college op binnen zes weken een beslissing op de aanvraag te nemen. Het college verbeurt een dwangsom voor elke dag waarmee het deze termijn overschrijdt.
UitspraakECLI:NL:CRVB:2022:2269
Artikel aanvragenVia Praktizijn
TitelCentrale Raad van Beroep 25-10-2022
CiteertitelJB 2023/16
SamenvattingBevoegd tot terugvordering verleende voorschotten, Belangenafweging, Beleidsruimte, Beoordelingskader.
Samenvatting (Bron)Afwijzing aanvraag om bijstand. Terugvordering verleende voorschotten. Ten onrechte geen belangenafweging plaatsgevonden. Het college heeft de aanvraag terecht afgewezen. Dit betekent dat het college ingevolge artikel 58, tweede lid, aanhef en onder d, PW bevoegd was de toegekende voorschotten terug te vorderen. Het college moet bij de uitoefening van de bevoegdheid tot terugvordering een belangenafweging maken. Dit heeft ten onrechte niet plaatsgevonden. Opdracht aan het college tot het nemen van een nieuw besluit. Het college zal ook acht dienen te slaan op het in de uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State van 2 februari 2022, ECLI:NL:RVS:2022:285, geschetste beoordelingskader bij uitoefening van bestuursbevoegdheden met beleidsruimte.
UitspraakECLI:NL:CRVB:2022:2332
Artikel aanvragenVia Praktizijn
TitelCentrale Raad van Beroep 27-10-2022
CiteertitelJB 2023/17
SamenvattingDisciplinaire straf van onvoorwaardelijk ontslag, Plichtsverzuim bestaande uit het opzettelijk doen van onjuiste belasting aangifte, Disciplinaire strafoplegging geen criminal charge, Geen schending ‘ne bis in idem’-beginsel.
Samenvatting (Bron)Eerste schorsing en ontzegging toegang. Tweede schorsing en inhouding bezoldiging. Disciplinaire straf van onvoorwaardelijk ontslag. Plichtsverzuim bestaande uit het opzettelijk doen van onjuiste belasting aangifte.
UitspraakECLI:NL:CRVB:2022:2314
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekGerechtshof
TitelGerechtshof Arnhem-Leeuwarden 22-11-2022
CiteertitelJB 2023/18
SamenvattingStructurele schending hoorplicht, Geen concreet zicht op oplossing, Mulderboete, Verlaging sanctie.
Samenvatting (Bron)Meervoudig arrest. Mulderboete. Schending hoorplicht. Bij betrokkenen die zonder de hulp van een (professioneel) gemachtigde in beroep gaan, schendt de officier van justitie structureel het recht om te worden gehoord. Er bestaat geen concreet zicht op een oplossing die ervoor zorgt dat deze schending niet langer voortduurt. Daarom wordt de opgelegde sanctie in dit geval met 25 procent verlaagd.
UitspraakECLI:NL:GHARL:2022:9934
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekRechtbank
TitelRechtbank Rotterdam 04-11-2022
CiteertitelJB 2023/19
SamenvattingBekendmaking, ISO-norm, Normalisatie, Auteursrecht, Handhaving, Richtlijn, Sjoemelsigaret, Overtreding. Een niet in het Publicatieblad bekendgemaakte ISO-norm kan niet aan particulieren in het algemeen worden tegengeworpen. Dit geldt evenzeer voor de omzetting in nationaal recht.
Samenvatting (Bron)De rechtbank Rotterdam heeft de Stichting Rookpreventie Jeugd in het gelijk gesteld in de procedure die zij voerde tegen de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA). De Stichting had de NVWA gevraagd om handhavend op te treden tegen de zogenoemde sjoemelsigaretten. Zij voert aan dat rokers van filtersigaretten veel meer van de schadelijke stoffen teer, nicotine en koolmonoxide binnenkrijgen dan op grond van de Europese Tabaksrichtlijn (Richtlijn 2014/40/EU) is toegestaan. De rechtbank stelde eerder zogenoemde prejudiciële vragen aan het Hof van Justitie van de Europese Unie, die door het Hof op 22 februari 2022 zijn beantwoord. Omdat de meetmethodes (ISO-normen) die de Tabaksrichtlijn voorschrijft niet zijn gepubliceerd, kunnen die volgens het Hof wel worden tegengeworpen aan ondernemingen, maar niet aan particulieren in het algemeen. Dit betekent volgens de rechtbank dat de NVWA bij de beoordeling van het handhavingsverzoek van de Stichting niet kan terugvallen op de meetmethoden uit de Tabaksrichtlijn. Op basis van de door het Hof gegeven antwoorden, is de rechtbank van oordeel dat de meetmethode die is gebruikt om vast te stellen of in Nederland verkochte filtersigaretten voldoen aan de in de Tabaksrichtlijn gestelde grenswaarden voor teer, nicotine en koolmonoxide, niet voldoet aan de Tabaksrichtlijn. De rechtbank komt tot dat oordeel omdat de Tabaksrichtlijn eist dat de hoeveelheid teer, nicotine en koolmonoxide wordt gemeten die vrijkomt bij het op de normale wijze roken van een filtersigaret. Met de voorgeschreven meetmethode wordt dat echter niet gemeten.
AnnotatorL.R.M.A. Beurskens
LinkVolledige tekst annotatie (RU.nl)
UitspraakECLI:NL:RBROT:2022:9297
Artikel aanvragenVia Praktizijn