AB Rechtspraak Bestuursrecht

Uitgever Wolters Kluwer
Tijdschrift AB Rechtspraak Bestuursrecht
Datum 17-03-2007
Aflevering 11
TitelEuropees Hof voor de Rechten van de Mens, 11-01-2007, 1948/04
CiteertitelAB 2007/76
SamenvattingReëel risico op onmenselijke behandeling bij uitzetting asielzoeker naar Somalië; Schending van artikel 3 EVRM; nationale rechtsmiddelen genoegzaam uitgeput.

(Salah Sheekh / Nederland)
Samenvatting (Bron)Violation of Art. 3 (applicant's expulsion to Somalia);No violation of Art. 13;Not necessary to examine Art. 41
AnnotatorB.P. Vermeulen
Pagina419-435
UitspraakECLI:CE:ECHR:2007:0111JUD000194804
Artikel aanvragenVia Praktizijn
TitelEuropees Hof voor de Rechten van de Mens, 06-07-2006, 13600/02
CiteertitelAB 2007/77
SamenvattingOnmenselijke en vernederende behandeling door wekelijkse (anale) visitatie en Extra Beveiligde Inrichting, schending; tenuitvoerlegging uitspraak EHRM: schadevergoeding; verhouding art. 46 en art. 41 EVRM; aanhouden kwestie art. 41 EVRM (billijke genoegdoening) in verband met nationale herstelmogelijkheid; verhouding Straatburgse en nationale herstelmiddelen.

(Baybasin / Nederland)
Samenvatting (Bron)Violation of Art. 3;Not necessary to examine Art. 8;Just satisfaction reserved
AnnotatorT. Barkhuysen , M.L. van Emmerik
Pagina435-444
UitspraakECLI:CE:ECHR:2006:0706JUD001360002
Artikel aanvragenVia Praktizijn
TitelRechtbank 's-Gravenhage, zittingsplaats Amsterdam, 07-07-2006, AWB 05/48278
CiteertitelAB 2007/78
Samenvatting'Schrijnend geval'; ambtshalve opnieuw bezien van zaken van uitgeprocedeerde asielzoekers' verbod van willekeur; eis van stelselmatigheid; deugdelijke motivering.
Samenvatting (Bron)14-1-brief / toetsing / relevante factoren / willekeur / geen kenbaar beleid. Eiser heeft op 12 februari 2003 een '14-1-brief' ingediend. Kern van verweerders standpunt is dat de reeds meer dan zevenhonderd ingewilligde zaken tot nu toe elk uitzonderlijk zijn gebleken op strikt individuele gronden. Onweerspoken is dat er, mede gegeven de aantallen, een grote diversiteit aan '14-1-zaken' is. De rechtbank acht het slecht denkbaar dat er in de dossiers betreffende de 19.000 verzoeken geen '14-1-zaken' zijn die op relevante punten overeenkomen. Nu het niet kenbaar is welke punten relevant zijn, is het voor eiser niet mogelijk om aan te tonen dat er sprake is van een gelijk geval aan anderen en derhalve van schending van het gelijkheidsbeginsel. Voorts is het voor verweerder thans ook onmogelijk om deugdelijk te motiveren dat het niet om vergelijkbare gevallen gaat, nu de relevante factoren waaraan getoetst wordt niet bekend zijn. Nu vaststaat dat verweerder geen beleid, althans geen kenbaar beleid als bedoeld in de zin van artikel 1:3, vierde lid, Awb, heeft vastgesteld omtrent de inhoudelijke afhandeling van '14-1-verzoeken' en de beoordeling van de schrijnendheid, dit, gegeven de grote aantallen en de wijze van met het hart beslissen, al spoedig kan leiden tot willekeur. Het dient kenbaar en daardoor toetsbaar te zijn hoe in het individuele geval de naar voren gebrachte omstandigheden zijn gewogen alsmede waarom deze, op zichzelf en in onderlinge samenhang bezien, niet afdoende zijn om over te gaan tot vergunning verlening. Naar het oordeel van de rechtbank biedt de besluitvorming van verweerder ten aanzien van '14-1-verzoeken' onvoldoende waarborgen tegen willekeur, nu geen vastomlijnde regels zijn gegeven omtrent de inhoudelijke beoordeling van de schrijnendheid. De rechtbank is dan ook van oordeel dat de besluitvorming ten aanzien van '14-1-verzoeken' in strijd is met het verbod op willekeur en met de eis van stelselmatigheid. De rechtbank verwijst hierbij tevens naar de door verweerder in Werkinstructie 2005/3 geformuleerde voorkeur voor het ontwerpen van een beleidsregel bij vaker voorkomende gevallen. Beroep gegrond.
AnnotatorB.W.N. de Waard
Pagina444-451
UitspraakECLI:NL:RBSGR:2006:AY3931
Artikel aanvragenVia Praktizijn
TitelRaad van State, 20-12-2006, 200605794/1
CiteertitelAB 2007/79
Samenvatting'Schrijnend geval'; ambtshalve opnieuw bezien van zaken van uitgeprocedeerde asielzoekers; beginselen van gelijkheid en rechtszekerheid; consistente gedragslijn; deugdelijke motivering.
Samenvatting (Bron)Dicretionaire bevoegdheid. Schrijnend geval. Algemene maatstaven. Gelet op hetgeen hiervoor is overwogen heeft de minister, door in het besluit van 28 september 2005 te volstaan met het standpunt dat die feiten en omstandigheden geen schrijnend geval opleveren, zonder dat standpunt te funderen ofwel op min of meer algemene maatstaven ter invulling van het begrip "schrijnend" ofwel op een vergelijking van de te wegen feitelijke factoren met die in enigszins verwante zaken waarin het verzoek wel is ingewilligd dan wel anderszins te motiveren dat besluit niet op een deugdelijke motivering doen rusten.
AnnotatorB.W.N. de Waard
Pagina451-456
UitspraakECLI:NL:RVS:2006:AZ5171
Artikel aanvragenVia Praktizijn
TitelRaad van State, 21-11-2006, 200404446/1b en 200404450/1b
CiteertitelAB 2007/80
SamenvattingStrijdigheid met de communautaire gelijkheidsbeginsel door het onderscheid tussen de kiesgerechtigheid voor de verkiezingen van het Europees Parlement tussen Nederlanders die in een derde land wonen en Nederlanders die in de Nederlandse Antillen of Aruba wonen.
Samenvatting (Bron)Bij uitspraak van 13 juli 2004 heeft de Afdeling het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen (hierna: het Hof van Justitie) verzocht bij wege van prejudiciële beslissing uitspraak te doen op vijf vragen, de behandeling van het beroep van appellanten geschorst tot het Hof van Justitie uitspraak heeft gedaan en iedere verdere beslissing aangehouden. Voor het procesverloop voorafgaand aan deze - aangehechte - uitspraak van de Afdeling wordt daarnaar verwezen.
AnnotatorP.J. Stolk
Pagina456-460
UitspraakECLI:NL:RVS:2006:AZ3202
Artikel aanvragenVia Praktizijn
TitelRaad van State, 11-10-2006, 200600633/1
CiteertitelAB 2007/81
SamenvattingBestuursorgaan; koppelingswet.
Samenvatting (Bron)Bij brief van 14 januari 2005 heeft appellant (hierna: de Stichting) aan de Stichting BAVO RNO Groep (hierna: BAVO RNO) een bedrag toegekend van 203.847,-- ter compensatie van de kosten in verband met de behandeling c.q. opname van onverzekerde vreemdelingen in het jaar 2002. Tevens heeft de Stichting bij dit besluit bevestigd dat het verzoek om aanvullende compensatie voor 2001 niet zal worden gehonoreerd.
AnnotatorI. Sewandono
Pagina460-467
UitspraakECLI:NL:RVS:2006:AY9897
Artikel aanvragenVia Praktizijn
TitelCollege van Beroep voor het bedrijfsleven, 10-01-2007, AWB 06/151
CiteertitelAB 2007/82
SamenvattingEG-rechtelijke verplichting om de ontvangsttheorie te hanteren voor een aanvraag van een landbouwsubsidie.
Samenvatting (Bron)Regeling GLB-inkomenssteun
AnnotatorR. Ortlep
Pagina467-471
UitspraakECLI:NL:CBB:2007:AZ7180
Artikel aanvragenVia Praktizijn