Ziet coronahuurkorting uitsluitend op 290-bedrijfsruimten?

Ziet coronahuurkorting uitsluitend op 290-bedrijfsruimten?

In deze uitspraak vordert de verhuurder (eiser) ontbinding van de huurovereenkomst met huurder (gedaagde). Het draait om de vraag of de coronahuurkorting uitsluitend ziet op 290-bedrijfsruimten. Eiser stelt dat Gedaagde tekortschiet in de nakoming van haar verplichtingen in de zin dat zij de bedrijfsruimte gebruikt in strijd met de bestemming, zich niet houdt aan de afgesproken openingstijden, alcohol schenkt zonder vergunning en een huurachterstand heeft. Deze tekortkoming rechtvaardigt naar het oordeel van Eiser ontbinding van de huurovereenkomst. Gedaagde voert gemotiveerd verweer en stelt als tegeneis onder meer huurkorting gebaseerd op destijds geldende coronamaatregelen.
De rechtbank wijst de huurkorting, gebaseerd op de vastelastenmethode van het arrest van de Hoge Raad van 24 december 2021 (ECLI:NL:HR:2021:1974), toe. Voorts wijst de rechtbank het verweer dat het voornoemde arrest enkel ziet op 290-bedrijfsruimten en de onderhavige bedrijfsruimte feitelijk wordt gebruikt als 230a-bedrijfsruimte van de hand. Uit het arrest blijkt immers niet dat de coronahuurkorting niet geldt voor 230a-bedrijfsruimten.