De digitale/digidale jurist*

De digitale/digidale jurist*

Vlak voor de zomer gooide advocaat Georg van Daal van het Haagse Ekelmans & Meijer een knuppel in het digitale juridische hoenderhok. Teneur van zijn verhaal: hij heeft het niet zo op digitalisering. Niet in het recht, maar ook niet in zijn algemeenheid. ICT-goeroes verlokken advocaten tot totale oppervlakkigheid en een verpletterende ondiepte. En miljarden slaven van de sociale media leveren door hun nimmer aflatende gratis arbeid daarop hun tijd, geld en vooral privacy in.

Het stuk heeft de prachtige hashtag #DigiDaal opgeleverd die zelfs \\L3trending topic werd op Twitter. Op internet kreeg Van Daal er behoorlijk van langs, flauw en minder flauw—uiteraard vooral van tegenstanders van zijn opvatting. Aanhangers van Van Daal zullen immers niet of nauwelijks online te vinden zijn en kunnen hem ook niet bijvallen via de sociale media.

Digitale trein dendert door
De reactie van Van Daal gaat natuurlijk niet leiden tot ook maar een gram minder digitalisering. De trein die alles omzet in nullen en enen dendert door—ook in het juridische domein. Toen Socrates zijn bezwaren uitte op de ontwikkeling van het schrift, heeft dat ook niet geleid tot het einde ervan. De angst voor de gruwelijke massa boeken die de wereld zou gaan overspoelen door de uitvinding van de boekdrukkunst heeft de ontwikkeling niet kunnen stoppen, ondanks het feit dat sommige bezwaren legitiem waren. De ontwikkeling van het schrift heeft invloed gehad op de geheugencapaciteit van mensen en de boekdrukkunst betekende absoluut een devaluatie van het beroep van schriftgeleerde. Tegelijkertijd hebben de uitvindingen van het schrift en de boekdrukkunst ons heel veel moois gebracht: moois waar ook Georg van Daal tot op de dag van vandaag nog van geniet.
Zo zullen wij later ook terugkijken naar de opmerkingen over digitalisering van Van Daal en de door hem aangehaalde schrijvers (Mozorov, Keen). Natuurlijk hebben zij (soms) een punt, maar zij kunnen de ontwikkeling niet stoppen en zullen—bij leven en welzijn—later toegeven dat digitalisering toch vooral ook veel vooruitgang heeft gebracht.

Doet digitalisering iets met ons brein?
Als ik er dan toch nog een paar opmerkingen van Van Gaal uit mag lichten, betreft het de diepgang van twitterende advocaten, de steeds korter wordende aandachtsboog en de ontlezing. Kijk ik naar mijzelf: als oude maar digitale man kom ik tegenwoordig vaak niet verder dan het snellen van koppen op NU.nl, op NOS.nl, op Twitter, et cetera. Als ik dan eens ga zitten voor een longread, dan valt me dat zwaar—laat staan als ik in de vakantie probeer een paar van de honderden boeken op mijn e-reader door te ploegen. Ik zou bijna willen stellen dat mijn hersenen dat lange lezen niet meer aankunnen. Het is het gevoel dat Nicholas Carr beschrijft in zijn artikel 'Is Google Making Us Stupid?'. Hij stelt dat hij het oncomfortabele gevoel heeft dat 'someone, or something, has been tinkering with [his] brain, remapping the neural circuitry, reprogramming the memory'. Zijn brein lijkt alleen nog maar informatie te kunnen verwerken zoals dat op internet wordt verspreid: als een stroom van deeltjes, van korte stukjes tekst. Nu blijkt die Carr van mijn leeftijd te zijn, dus zou dat er mogelijk mee te maken kunnen hebben, maar toch.

Digitaal of digidaal?
Stel dat Carr en ik niet de enigen zijn, maar dat velen die nu opgroeien informatie anders lijken te verwerken dan de analoge generaties voor ons, wat betekent dat dan voor de jongens en meisjes van nu die ooit Rechten willen gaan studeren? De defaitistische Van Gaal stelt gelijk dat electronica een verwoestend effect heeft op de intellectuele capaciteiten en tot gevolg heeft dat notoire gebruikers ervan later geen intelligente advocaten kunnen worden.
Zou het niet ook zo kunnen zijn dat nieuwe, digitale, juridische generaties veel makkelijker en sneller brede verbanden leggen tussen verschillende stukjes (juridische) bagage in hun hoofd? Net zoals ze snel verbanden leggen op internet via het web, Twitter en LinkedIn? Als ze diepgang willen, dan staat Google voor ze klaar door toegang te bieden tot zo veel mogelijk juridische informatie, in de toekomst misschien wel direct gekoppeld aan het brein. Uiteraard op een manier die de nieuwe juristen snel tot de kern brengt, want anders is de aandacht al weer verslapt.

Mijn keuze? Digitaal!

* doorhalen wat niet van toepassing is