De invloed van de Wet Flex-BV op bestuurdersaansprakelijkheden

De invloed van de Wet Flex-BV op bestuurdersaansprakelijkheden

In deze bijdrage wordt een beeld geschetst van ontwikkelingen op het terrein van de persoonlijke aansprakelijkheid van bestuurders van bv's sinds de invoering van de Wet Flex-BV op 1 oktober 2012. Het vervallen van diverse in het verleden voor de bv geldende beperkende bepalingen, zoals de Nachgründungsregeling van artikel 2:204c BW (oud) en de financiële steunverleningsregeling van artikel 2:207c BW (oud), heeft er bijvoorbeeld toe geleid dat het voor een aantal transacties meer aankomt op een eigen inhoudelijke beoordeling door de bestuurders.
Nieuw was ook dat de Wet Flex-BV een specifieke wettelijke grondslag van bestuurdersaansprakelijkheid in artikel 2:216 lid 3 BW introduceerde bij onverantwoorde uitkeringen aan aandeelhouders. Deze heeft echter in de praktijk weinig toepassing gevonden.
De contouren van het begrip 'kennelijk onbehoorlijke taakvervulling' zijn daarnaast door de Hoge Raad verder verduidelijkt; de strenge bewijsregels van artikel 2:248 lid 2 BW zijn genuanceerd en er is helderheid gekomen over de (ruime) betalingsautonomie van bestuurders van bv's met financiële problemen.