Uitzendkracht gelijkgesteld aan werknemer in WHOA-procedure
Belanghebbende was als uitzendkracht werkzaam bij een opdrachtgever. Door brand is hij ernstig gewond geraakt. Opdrachtgever erkent aansprakelijkheid, maar de dekking van de verzekering bleek niet volledig. Opdrachtgever startte een WHOA-procedure en wil de belanghebbende indelen in de MKB-klasse aan wie zij een uitkering van 20% aanbiedt.
Betoogd wordt dat de werknemers-uitzondering van art. 369 lid 4 Fw ook voor deze uitzendkracht geldt. Een uitzendkracht heeft een rechtstreekse vordering op de inlener op grond van art. 7:658 BW. De wetgever heeft bedoeld dat elke vordering van werknemers uit hoofde van een (dergelijke) werkgever-werknemer relatie buiten sanering moest blijven. De rechtbank oordeelt dat de schadevergoedingsvordering van de uitzendkracht inderdaad buiten het akkoord gehouden moet worden.