Een richtinggevende uitspraak van de CRvB over de toetsing aan algemene rechtsbeginselen en (ander) ongeschreven recht, in het bijzonder het evenredigheidsbeginsel, bij een beroep tegen een besluit dat berust op beleid van bestuursorganen. In casu ging het om beleid dat in strijd was met de Participatiewet. De bestuursrechter kon dat beleid zelf niet toetsen, maar wél beoordelen of de wettelijke regel buiten toepassing moest blijven wegens strijd met het evenredigheidsbeginsel.
De CRvB zet uiteen welke soorten beleid er bestaan, te weten: binnenwettelijk, buitenwettelijk en tegenwettelijk beleid. Voortaan wordt het begrip 'buitenwettelijk beleid' opgesplitst in 'buitenwettelijk' en 'tegenwettelijk' beleid. Het begrip 'binnenwettelijk beleid' wordt iets uitgebreid. De toetsing van buitenwettelijk beleid wordt gelijkgetrokken met de toetsing van binnenwettelijk beleid, maar de intensiteit van die toetsing kan verschillen. Ook de uitleg van het begrip 'tegenwettelijk beleid' - en de toetsing van besluiten die berusten op tegenwettelijk beleid - is nieuw.