Dit wetsvoorstel strekt ertoe om conservatoire afname van celmateriaal mogelijk te maken, inhoudende dat celmateriaal al tijdens het opsporingsonderzoek bij verdachten wordt afgenomen - in plaats van pas na een veroordeling.
De Wet DNA-V regelt dat celmateriaal wordt afgenomen van iedere persoon die wordt veroordeeld tot een vrijheidsbenemende straf of maatregel, of een taakstraf wegens een misdrijf waarvoor voorlopige hechtenis is toegelaten. Het afgenomen celmateriaal wordt gebruikt om het DNA-profiel van de veroordeelde te bepalen. Dit wordt opgenomen in de DNA-databank, waarmee een bijdrage wordt geleverd aan het opsporen, vervolgen en berechten van strafbare feiten waarbij daders celmateriaal achtergelaten.
Dit wetsvoorstel haalt dus het moment van afname van het celmateriaal in de tijd naar voren. Het resulterende DNA-profiel mag vervolgens pas na een veroordeling daadwerkelijk worden gebruikt.